Zou u dit voorbeeld eens kunnen uitwerken voor een complexer molecule van? Secl5- en Secl5+, ik weet niet hoe je de regeltjes dan moet toepassen! danku alvast!
In principe zijn dat ionen, geladen deeltjes en die gaan op dezelfde manier reageren als polaire moleculen. Dus oplosbaar zijn in water, etc...Maar als je ze toch zou moeten uitwerken dan gaan we de moleculaire geometrie moeten bepalen. (ruimtelijke structuur) Want dat is natuurlijk belangrijk om te bepalen of we het molecule kunnen opdelen in een positieve en negatieve kant. Bij Secl5- heeft ons centraal atoom één vrij elektronenpaar en vijf bindingspartners. Dat is een sterisch getal van 6. Het elektronenpaar zit naar boven. VIer Cl's zitten in het horizontaal vlak met hoeken van 90° en één Cl zit naar onder. Hier ga je nog secundiare effecten hebben dat het vrije elektronenpaar de gebonden Cl's naar van zich weg zou duwen. Moest je in dit geval de lading negeren zou deze nog polair zijn. Bij Secl5+ zit je met een sterisch getal van 5. AX5 - dus vijf bindingsparners en geen vrije elektronenparen. Dat geeft een trigonaal bipiramidale structuur en die als we de lading zouden negeren apolair zou zijn. Maar met lading is dat dus anders.
Arsine is een bijzonder geval. Volgens de normale regels zijn het idd apolaire bindingen. Hier gaan secundaire effecten een belangrijke rol spelen. Normaal zou het geen polaire bindingen hebben. Het heeft echter wel een assymetrische structuur (trigonaal bipiramidaal). Door het aanwezig elektronenpaar (en stel je even een krukje met drie poten voor, elke poot H en bovenaan As) bovenop As zullen de elektronen van het vrije elektronenpaar door hun sterke negatieve lading de elektronen van de het gemeenschappelijke As-H bindingen wegduwen richting H. Dit geeft een uitzondelijke situatie waarbij H negatief geladen wordt en As positief geladen wordt. Maar aangezien het molecule gewoon gasvormig op kamertemperatuur is het polair effect eerder beperkt in gewone toestand. Het is door de introductie van geladen moleculen in combinatie met resonantie van de elektronen van de gemeenschappelijke bindingen ( elektronen zitten niet vast in een binding maar kunnen verspringen van elektronenwolk naar elektronenwolk) zijn er bronnen die dit een polair molecule vormen. Maar dit is om zo veel reden een specialeke dat deze buiten de regelgeving valt.( er is mij momenteel geen werkwijze bekend waarmee je dit kan afleiden dus ik zou me hier niet te veel zorgen over maken)
Beste Seppe, polariteit is het gevolg van het verschuiven van elektronen van een gemeenschappelijke covalente binding. Bij metalen niet spreken van covalente bindingen (waar elektronen door twee elementen samen gebruikt worden in 1 binding). De elektronen zullen hier volledig vrij kunnen bewegen tussen de verschillende positieve atoomkernen. Er zullen hier dus (net zoals bij de ionbinding) reële ladingen gevormd worden.
Alle lesvideo’s, schema’s en examenvragen in PDF? 🎓 Start nu met de StudyMaster! 👉sciencebystars.be/studymaster-pdf/
Echte redder in nood. Zo bedankt!
insane, held!
Graag gedaan!
Zou u dit voorbeeld eens kunnen uitwerken voor een complexer molecule van? Secl5- en Secl5+, ik weet niet hoe je de regeltjes dan moet toepassen!
danku alvast!
In principe zijn dat ionen, geladen deeltjes en die gaan op dezelfde manier reageren als polaire moleculen. Dus oplosbaar zijn in water, etc...Maar als je ze toch zou moeten uitwerken dan gaan we de moleculaire geometrie moeten bepalen. (ruimtelijke structuur) Want dat is natuurlijk belangrijk om te bepalen of we het molecule kunnen opdelen in een positieve en negatieve kant. Bij Secl5- heeft ons centraal atoom één vrij elektronenpaar en vijf bindingspartners. Dat is een sterisch getal van 6. Het elektronenpaar zit naar boven. VIer Cl's zitten in het horizontaal vlak met hoeken van 90° en één Cl zit naar onder. Hier ga je nog secundiare effecten hebben dat het vrije elektronenpaar de gebonden Cl's naar van zich weg zou duwen. Moest je in dit geval de lading negeren zou deze nog polair zijn. Bij Secl5+ zit je met een sterisch getal van 5. AX5 - dus vijf bindingsparners en geen vrije elektronenparen. Dat geeft een trigonaal bipiramidale structuur en die als we de lading zouden negeren apolair zou zijn. Maar met lading is dat dus anders.
Khad een toets en snapte niks, dankuwel❤
Graag gedaan hoor. Daar doen we het voor!
ik snap niet goed dan hoe ASH3 is een polaire molecule? de EN regel klopt toch niet klopt
Arsine is een bijzonder geval. Volgens de normale regels zijn het idd apolaire bindingen. Hier gaan secundaire effecten een belangrijke rol spelen. Normaal zou het geen polaire bindingen hebben. Het heeft echter wel een assymetrische structuur (trigonaal bipiramidaal). Door het aanwezig elektronenpaar (en stel je even een krukje met drie poten voor, elke poot H en bovenaan As) bovenop As zullen de elektronen van het vrije elektronenpaar door hun sterke negatieve lading de elektronen van de het gemeenschappelijke As-H bindingen wegduwen richting H. Dit geeft een uitzondelijke situatie waarbij H negatief geladen wordt en As positief geladen wordt. Maar aangezien het molecule gewoon gasvormig op kamertemperatuur is het polair effect eerder beperkt in gewone toestand. Het is door de introductie van geladen moleculen in combinatie met resonantie van de elektronen van de gemeenschappelijke bindingen ( elektronen zitten niet vast in een binding maar kunnen verspringen van elektronenwolk naar elektronenwolk) zijn er bronnen die dit een polair molecule vormen. Maar dit is om zo veel reden een specialeke dat deze buiten de regelgeving valt.( er is mij momenteel geen werkwijze bekend waarmee je dit kan afleiden dus ik zou me hier niet te veel zorgen over maken)
Hoe zit het met de metaalbindingen? Zijn deze altijd apolair of is hier niet echt een regel voor? Verder echt een top video!
Beste Seppe, polariteit is het gevolg van het verschuiven van elektronen van een gemeenschappelijke covalente binding. Bij metalen niet spreken van covalente bindingen (waar elektronen door twee elementen samen gebruikt worden in 1 binding). De elektronen zullen hier volledig vrij kunnen bewegen tussen de verschillende positieve atoomkernen. Er zullen hier dus (net zoals bij de ionbinding) reële ladingen gevormd worden.
Metaalbindingen zullen daarom nooit gevraagd worden in oefeningen ivm polariteit omdat deze niets met elkaar te maken hebben.
Merci
Graag gedaan!