Beste project B. Er zijn afhankelijk van handboek dat je gebruikt of periodiek systeem kleine variaties mogelijk. Zo heeft H in sommige periodieke systemen een EN van 2.2 en in andere een EN van 2.1. Toch heb ik zelf nog nooit gehoord dat een verschil van 0.2 in EN voldoende is voor te kunnen spreken van een polaire covalente binding. Ik leer mijn leerlingen dit altijd aan met het idee van een zware kast. Als je hier lichtjes tegen duwt zal de kast niet bewegen. Pas wanneer je een bepaalde kracht overschreden hebt zal deze kast in beweging komen. ( als het verschil in EN groot genoeg is zullen de elektronen pas verschuiven). Per conventie ligt dit verschil rond de 0.5. Dat maakt dat H (2.1-2.2) en C (2.5) een verschil hebben van 0.4 -0.3 en dus niet groot genoeg voor een verplaatsing van de elektronen en bijgevolg dus een apolaire binding is..
Hier kom je op hetzelfde probleem van je laatste opmerking. Het verschil in EN tussen C en N is groot genoeg voor het verschuiven van de gemeenschappelijke elektronen tussen N en C. Omdat N de grootste elektronegativiteit heeft verschuiven deze richting N. Het verschil in EN tussen C en H is te klein voor een effectieve verschuiving van de elektronen. Dit is een apolaire binding. ( nu ga je later leren dat er ook nog secundaire effecten spelen maar dat zou het nu allemaal wat te moeilijk maken)
Helemaal correct. Let wel op dat je er duidelijk partieel of gedeeltelijk bij zegt want de totale lading van het molecule blijft 0. Het zijn deelladingen door interne verschuivingen van de elektronen.
meneer, ik heb overmorgen examen, maar ik begrijp het verschil niet tussen volgende krachten: intermoleculaire krachten dipoolkrachten waterstofbruggen iondipoolkrachten ionkrachten ion-ionkrachten zo u mij kunnen helpen?
Beste Ainoa, dat is helaas heel wat om zo in in een reactie neer te schrijven op een duidelijke manier. Inter- en intramoleculaire krachten staan nog op de planning maar dat gaat ten vroegste eind juli zijn en daar ben je natuurlijk niet veel mee geholpen. Ik kan je wel doorverwijzen naar een gratis onlinecursus van UGent waar het wel goed in beschreven is. www.ugent.be/ge/nl/onderwijs/bachelor/logo-audio/cursus-chemie.pdf
Alle lesvideo’s, schema’s en examenvragen in PDF? 🎓 Start nu met de StudyMaster! 👉sciencebystars.be/studymaster-pdf/
Hartelijk Bedankt voor deze mooi uitleg !!!
Graag gedaan!
09:35 H en C is dat niet polair? Is toch meer dan 0,2...volgens de theorie dat ze mij geven toch. Is een zuiver covalente binding altijd apolair?
Beste project B. Er zijn afhankelijk van handboek dat je gebruikt of periodiek systeem kleine variaties mogelijk. Zo heeft H in sommige periodieke systemen een EN van 2.2 en in andere een EN van 2.1. Toch heb ik zelf nog nooit gehoord dat een verschil van 0.2 in EN voldoende is voor te kunnen spreken van een polaire covalente binding. Ik leer mijn leerlingen dit altijd aan met het idee van een zware kast. Als je hier lichtjes tegen duwt zal de kast niet bewegen. Pas wanneer je een bepaalde kracht overschreden hebt zal deze kast in beweging komen. ( als het verschil in EN groot genoeg is zullen de elektronen pas verschuiven). Per conventie ligt dit verschil rond de 0.5. Dat maakt dat H (2.1-2.2) en C (2.5) een verschil hebben van 0.4 -0.3 en dus niet groot genoeg voor een verplaatsing van de elektronen en bijgevolg dus een apolaire binding is..
09:55 Waarom 3 elektronen die verschuiven? C heeft 4 elektronen op de buitenste schil...dus 4 te weinig ipv 3.
Hier kom je op hetzelfde probleem van je laatste opmerking. Het verschil in EN tussen C en N is groot genoeg voor het verschuiven van de gemeenschappelijke elektronen tussen N en C. Omdat N de grootste elektronegativiteit heeft verschuiven deze richting N. Het verschil in EN tussen C en H is te klein voor een effectieve verschuiving van de elektronen. Dit is een apolaire binding. ( nu ga je later leren dat er ook nog secundaire effecten spelen maar dat zou het nu allemaal wat te moeilijk maken)
Ik snap eindelijk polair en alpolair, van harte bedankt !
Fijn om te horen Ian. Veel succes met de examens!
@@SciencebyStars Bedankt man, morgen chemie !
09:10 waarom krijgt H positieve lading en Br negatieve lading? Antwoord: omdat de EN van Br groter is dan die van H.
Helemaal correct. Let wel op dat je er duidelijk partieel of gedeeltelijk bij zegt want de totale lading van het molecule blijft 0. Het zijn deelladingen door interne verschuivingen van de elektronen.
dankuwel dit heeft mij echt veel geholpen
Graag gedaan hoor. Veel succes!
meneer, ik heb overmorgen examen, maar ik begrijp het verschil niet tussen volgende krachten:
intermoleculaire krachten
dipoolkrachten
waterstofbruggen
iondipoolkrachten
ionkrachten
ion-ionkrachten
zo u mij kunnen helpen?
Beste Ainoa, dat is helaas heel wat om zo in in een reactie neer te schrijven op een duidelijke manier. Inter- en intramoleculaire krachten staan nog op de planning maar dat gaat ten vroegste eind juli zijn en daar ben je natuurlijk niet veel mee geholpen. Ik kan je wel doorverwijzen naar een gratis onlinecursus van UGent waar het wel goed in beschreven is. www.ugent.be/ge/nl/onderwijs/bachelor/logo-audio/cursus-chemie.pdf
hele fijne uitleg! als ik morgen mijn tentamen chemie haal dan is deze video waarom :D
Ik hoop het heel erg voor je. Veel succes!
@@SciencebyStars danku wel! ik zal het nodig hebben😁
Monke Aprove 😁😁