Het maakt niet uit hoe je die assen noemt. De ontbinding van krachten is zo dat de projectie van de kracht op de as waartussen de hoek gedefinieerd is altijd de cos is. In dit geval zal de normaalkracht (loodrecht op het glijvlak, wat je hier als y as kunt zien) gelijk zijn aan Fg * cos(alpha) omdat de hoek alpha gedefinieerd is tussen de zwaartekracht en de normaal op het glijvlak (de y-as dus). Als de ene de cos is, dan is de andere natuurlijk de sin.
Beste, waarom zeggen we dat punt B de grafiek naar boven volgt. Punt b volgt toch de grafiek van de golf en gegeven is de grafiek van een harmonische trilling die een ander punt op die golf aflegt. Ik begrijp niet zo goed waarom we dan mogen zeggen dat B deze grafiek volgt
Ja, je hebt gelijk, ik had een extra grafiek moeten tekenen die de golf weergeeft. Maar dat zal dezelfde grafiek opleveren (ook een sinus) en de ganse redenering blijft hetzelfde. Ik geef toe dat het verwarrend is dat ik de gegeven grafiek gebruik. Soms ga ik een beetje te snel over dingen.
Vraagje bij oefening 3: Als ze vragen wat is de stroom door de Ampère meter, moet je dan altijd kijken naar alles wat er onder die Ampère meter staat? Want bv bij A2 moet je dan de parallelschakeling eronder er ook nog bij tellen. Of hoe werkt dit juist?
De amperemeter meet gewoon de stroom van de tak waar hij in staat. En een tak is wat er tussen 2 knooppunten (of verbindingen) zit. In het geval van A2 meet die dus de stroom tussen het meest rechtse bolletje (knooppunt) op de bovenste lijn en het bolletje net onder de weerstand waar de meter boven staat (dus waar de parallelschakeling begint). Je moet de stroom in die tak berekenen (of beredeneren) als je wilt weten wat die amperemeter gaat aangeven. Uiteraard moet je rekening houden met de rest van de schakeling daarvoor. In dit geval staat bij A2 de 10V verdeeld tussen de ene weerstand, en de parrallelschakeling van die twee eronder. Dus over de weerstand waar A2 bij staat, staat minder dan 10V, en aangezien I = U/R, moet de stroom kleiner zijn dan in A4, want bij A4 staat de volle 10V over de ene weerstand in die tak, terwijl dat niet het geval is voor de weerstand bij A2 (en aangezien alle weerstanden hier dezelfde waarde hebben, natuurlijk).
Dag meneer, als ik de derde rechterhandregel gebruik, maar dan i.p.v mijn rechterhand mijn linkerhand gebruik, kom ik bij vraag 4 hetzelfde uit. Ik heb het opgezocht, maar de "derde linkerhandregel" bestaat blijkbaar niet. Is dit louter toeval of is dit ook een goede manier om de veldlijnen van de Lorentzkracht te vinden?
Ik heb geen idee. Er zijn zoveel van die verschillende regels die allemaal 't zelfde doen, een mens ziet door de bomen het bos niet meer. Gebruik de regels waar je 't meest vertrouwd mee bent, dat is zowat het enige advies dat ik je kan geven hier. Je kunt ook eens naar mijn ander antwoord over dezelfde vraag kijken in de commentaren op deze video.
Ja, dat is een verwarrende toestand, al die regels. Er zijn er een pak, en je kunt zowel je linker- als je rechterhand gebruiken (al is het natuurlijk anders per hand). Het hangt ervan af wat je geleerd hebt. Dit gaat over de bepaling van de lorentzkracht. Je kunt hier op wikipedia zien dat je zowel je linker- als je rechterhand kunt gebruiken hiervoor: nl.wikipedia.org/wiki/Linker-_en_rechterhandregels#De_bepaling_van_de_richting_van_de_lorentzkracht Dus pas toe wat je kent en geleerd hebt en negeer de rest, anders ga je alleen maar in de war geraken.
Moest je daar nog niets over geleerd hebben kun je misschien deze videos eens bekijken: th-cam.com/video/W0aj2J6LNpA/w-d-xo.html en th-cam.com/video/Df1BlQQqOw4/w-d-xo.html. Die gaan respectievelijk over de rechter- en linkerhandregel. Die mens zegt ook dat je er best gewoon 1 leert en de andere negeert, anders ga je in de war geraken. Er zijn ook oefeningen bij, dus 't kan wel interessant zijn om het eens te bezien.
Bij vraag 8 begrijp ik niet waarom ze lambda gebruiken voor een y(t) grafiek sinds een y(t) grafiek een periode gebruikt en een y(x) grafiek lambda gebruikt
Ik neem aan dat je 't over vraag 9 hebt. Je hebt gelijk, en iemand anders heeft ook al een dergelijke opmerking gemaakt. Het antwoord is dat ik een extra tekening had moeten maken, y(x), maar die zou er precies hetzelfde uitgezien hebben als de gegeven tekening. Dus heb ik gewoon de gegeven tekening gebruikt, zonder daar veel bij na te denken. Soms ga ik te snel over de dingen :-)
@@DenIngenieur ah oké maar stel in toekomstige gelijkaardige oefeningen waar de y(x) grafiek anders zou zijn hoe zou je van een y(t) naar een y(x) kunnen gaan?
Tja... dat is heel moeilijk om hier met woorden uit te leggen. Het komt er op neer dat je goed moet snappen wat beide grafieken voorstellen en dan terug redeneren. Misschien dat deze videos kunnen helpen: th-cam.com/video/dnt2KNZmSqo/w-d-xo.html th-cam.com/video/EtX2z3FcgBY/w-d-xo.html
Vraag bij oefening 8: Waarom moeten we juist de sinus nemen en niet de cosinus (want de kracht die we zoeken bevindt zich toch op de x-as)?
Het maakt niet uit hoe je die assen noemt. De ontbinding van krachten is zo dat de projectie van de kracht op de as waartussen de hoek gedefinieerd is altijd de cos is. In dit geval zal de normaalkracht (loodrecht op het glijvlak, wat je hier als y as kunt zien) gelijk zijn aan Fg * cos(alpha) omdat de hoek alpha gedefinieerd is tussen de zwaartekracht en de normaal op het glijvlak (de y-as dus). Als de ene de cos is, dan is de andere natuurlijk de sin.
Beste, waarom zeggen we dat punt B de grafiek naar boven volgt. Punt b volgt toch de grafiek van de golf en gegeven is de grafiek van een harmonische trilling die een ander punt op die golf aflegt. Ik begrijp niet zo goed waarom we dan mogen zeggen dat B deze grafiek volgt
Ja, je hebt gelijk, ik had een extra grafiek moeten tekenen die de golf weergeeft. Maar dat zal dezelfde grafiek opleveren (ook een sinus) en de ganse redenering blijft hetzelfde. Ik geef toe dat het verwarrend is dat ik de gegeven grafiek gebruik. Soms ga ik een beetje te snel over dingen.
Vraagje bij oefening 3: Als ze vragen wat is de stroom door de Ampère meter, moet je dan altijd kijken naar alles wat er onder die Ampère meter staat? Want bv bij A2 moet je dan de parallelschakeling eronder er ook nog bij tellen. Of hoe werkt dit juist?
De amperemeter meet gewoon de stroom van de tak waar hij in staat. En een tak is wat er tussen 2 knooppunten (of verbindingen) zit. In het geval van A2 meet die dus de stroom tussen het meest rechtse bolletje (knooppunt) op de bovenste lijn en het bolletje net onder de weerstand waar de meter boven staat (dus waar de parallelschakeling begint).
Je moet de stroom in die tak berekenen (of beredeneren) als je wilt weten wat die amperemeter gaat aangeven. Uiteraard moet je rekening houden met de rest van de schakeling daarvoor.
In dit geval staat bij A2 de 10V verdeeld tussen de ene weerstand, en de parrallelschakeling van die twee eronder. Dus over de weerstand waar A2 bij staat, staat minder dan 10V, en aangezien I = U/R, moet de stroom kleiner zijn dan in A4, want bij A4 staat de volle 10V over de ene weerstand in die tak, terwijl dat niet het geval is voor de weerstand bij A2 (en aangezien alle weerstanden hier dezelfde waarde hebben, natuurlijk).
@@DenIngenieur Bedankt!!
Dag meneer,
als ik de derde rechterhandregel gebruik, maar dan i.p.v mijn rechterhand mijn linkerhand gebruik, kom ik bij vraag 4 hetzelfde uit. Ik heb het opgezocht, maar de "derde linkerhandregel" bestaat blijkbaar niet. Is dit louter toeval of is dit ook een goede manier om de veldlijnen van de Lorentzkracht te vinden?
Ik heb geen idee. Er zijn zoveel van die verschillende regels die allemaal 't zelfde doen, een mens ziet door de bomen het bos niet meer. Gebruik de regels waar je 't meest vertrouwd mee bent, dat is zowat het enige advies dat ik je kan geven hier.
Je kunt ook eens naar mijn ander antwoord over dezelfde vraag kijken in de commentaren op deze video.
@@DenIngenieur Snap ik 😅, bedankt voor de moeite!
Graag gedaan.
Bij vraag 4: waarom gebruikt u de linkerhand regel? En wanneer pas je dit toe?
Ja, dat is een verwarrende toestand, al die regels. Er zijn er een pak, en je kunt zowel je linker- als je rechterhand gebruiken (al is het natuurlijk anders per hand). Het hangt ervan af wat je geleerd hebt. Dit gaat over de bepaling van de lorentzkracht.
Je kunt hier op wikipedia zien dat je zowel je linker- als je rechterhand kunt gebruiken hiervoor: nl.wikipedia.org/wiki/Linker-_en_rechterhandregels#De_bepaling_van_de_richting_van_de_lorentzkracht
Dus pas toe wat je kent en geleerd hebt en negeer de rest, anders ga je alleen maar in de war geraken.
Moest je daar nog niets over geleerd hebben kun je misschien deze videos eens bekijken: th-cam.com/video/W0aj2J6LNpA/w-d-xo.html en th-cam.com/video/Df1BlQQqOw4/w-d-xo.html. Die gaan respectievelijk over de rechter- en linkerhandregel. Die mens zegt ook dat je er best gewoon 1 leert en de andere negeert, anders ga je in de war geraken. Er zijn ook oefeningen bij, dus 't kan wel interessant zijn om het eens te bezien.
Bij vraag 8 begrijp ik niet waarom ze lambda gebruiken voor een y(t) grafiek sinds een y(t) grafiek een periode gebruikt en een y(x) grafiek lambda gebruikt
Ik neem aan dat je 't over vraag 9 hebt. Je hebt gelijk, en iemand anders heeft ook al een dergelijke opmerking gemaakt. Het antwoord is dat ik een extra tekening had moeten maken, y(x), maar die zou er precies hetzelfde uitgezien hebben als de gegeven tekening. Dus heb ik gewoon de gegeven tekening gebruikt, zonder daar veel bij na te denken. Soms ga ik te snel over de dingen :-)
@@DenIngenieur ah oké maar stel in toekomstige gelijkaardige oefeningen waar de y(x) grafiek anders zou zijn hoe zou je van een y(t) naar een y(x) kunnen gaan?
Tja... dat is heel moeilijk om hier met woorden uit te leggen. Het komt er op neer dat je goed moet snappen wat beide grafieken voorstellen en dan terug redeneren.
Misschien dat deze videos kunnen helpen:
th-cam.com/video/dnt2KNZmSqo/w-d-xo.html
th-cam.com/video/EtX2z3FcgBY/w-d-xo.html
@@DenIngenieur heel erg bedankt