Oefeningen met het opstellen van zuur base reacties
ฝัง
- เผยแพร่เมื่อ 19 ก.ย. 2024
- Samenvatting scheikunde vwo: • Samenvatting Scheikund...
Samenvatting scheikunde havo: • Samenvatting Scheikund...
oefeningen in het opstellen van zuur base reacties havo wo scheikunde
Ik vind deze filmpjes beter dan scheikundelessen
Dank voor je compliment. Onbekend maakt onbemind. Maar we blijven ons best doen.
dankjewel!!!!!!!!!
U bent echt een held
Dankuwellll u bent een held
dank, op weg naar een voldoende!
Ik heb een vraag over opdracht d: waarom verloopt deze reactie? CuO is toch een slecht oplosbaar zout? Dan zouden de oxide-ionen helemaal niet kunnen reageren met H+.
CuO is inderdaad een slecht oplosbaar zout. Slecht oplosbaar in water. Maar hier heb je niet met water te maken maar met zoutzuur. In zoutzuur zijn H+ ionen aanwezig. En die H+ ionen worden opgenomen door de oxideionen van CuO. Als je een brokstukje CuO in zoutzuur gooit, botsen H+ ionen tegen het oppervlak van het CuO. Op het oppervlak zitten O2- ionen. Deze O2- ionen nemen de H+ op en verlaten het rooster om te gaan ronddobberen in de vloeistof. Het naastgelegen Cu2+ ion komt los te zitten en verlaat ook het rooster. Het volgende O2- ion neemt weer 2H+ op en gaat als water de oplossing in etc. Het rooster wordt afgebroken; daar blijft niets van over. Ik hoop dat je een beetje verder bent geholpen. Met vriendelijke groet P. Soeteman
@@Scheikundehulp duidelijke uitleg!! Dankuwel
Goede uitleg, ik had alleen een vraagje over de reactie van zoutzuur met CuO.
Hoe moet je weten hoeveel H+ een ion kan opnemen? Is dit leerwerk of kun je het aan de lading aflezen. En hoe kun je weten dat er dan genoeg H+ zijn? Want je zegt dat er een overmaat is maar dat was toch niet gegeven? Alvast bedankt!
Bij dit soort vragen mag je ervan uitgaan dat er een overmaat H+ is. Zo werkt het althans in de schoolboeken. Op toetsen en zeker op examens wordt duidelijk aangegeven wanneer er sprake is van een overmaat of niet. Het oxide-ion is 2- geladen en kan daardoor maximaal 2H+ opnemen. Met vriendelijke groet P. Soeteman
Is het niet verplicht nu om H3O+ te gebruiken ipv H+?
Het gebruik van H3O+ is niet verplicht tenzij dat in de vraag staat vermeld. Het kan zijn dat je docent het verplicht stelt. Informeer bij haar/hem. hartelijke groet P. Soeteman
Scheikundehulp Havo Vwo Uitleg Oefenen Examens Bedankt! Ik hoorde van een medeleerling dat ik geen H+ meer mocht gebruiken, en dat vond ik al apart. Ik vraag het nog een keer na aan mijn docent of het wel zo is op mijn toets a.s week
dus wanneer het een vaste stof is, moet je de stof in zijn geheel overnemen bij aanwezige deeltjes.
Ja. Daar komt het op neer.
waarom wordt de Na+ bij vraag c aq? want de natriumcarbonaat was toch geen oplossing?
Je begint inderdaad met de vaste stof natriumcarbonaat. Dat is een zout en bestaat uit ionen. De ionen worden bijeengehouden met ionbindingen. Maar als door reactie 1 van de ionen weg reageert (in dit gevat het carbonaat ion) bestaat de ionbinding niet meer en komen de natrium-ionen los . Ik hoop dat je zo een stapje verder bent. Met vriendelijke groet P. Soeteman
wat een super cool video!!
:)
Hoe kan ik weten met het toevoegen van de H+ dat het product instabiel wordt?
Dat is een weetje dat ergens in je boek moet staan.
Hoe weet je welke ionen deelnemen na de reactie dus de tribune ionen?
De tribuneionen zijn de ionen die niet deelnemen aan de reactie. (Dat zijn de ionen die "op de tribune" zitten en "toekijken" wat er gebeurt. De ionen die deelnemen aan de reactie zijn de zuren en/of de basen.
maar hoe weet je welke ionen, tribune ionen zijn? en dus meedoen met de reactie, en welke je niet moet gebruiken in de reactie?
hoe weet je dat H2C03 op moet splitsen in CO2 en H20. Nu klinkt het nog wel logisch, maar had het bij een andere opdracht niet geweten.
Alvast bedankt
Dag Joebin, Het molecuul is instabiel en splitst in CO2 en H2O. Dat CO2 lost op in het oplosmiddel. Als het een heel klein beetje zou zijn zie je daar niets van. Maar de oplosbaarheid van CO2 is snel bereikt en vers gevormd CO2 verlaat het water en gaat letterlijk de lucht in. Dat het H2CO3 instabiel is en splitst in CO2 en H2O moet je gewoon leren. Dat klinkt misschien wat onbevredigend maar het is niet anders. Ik hoop dat je weer een stapje verder bent, met vriendelijke groet P. Soeteman
Hoi Joebin, dit staat toevallig vermeld in Binas tabel 49. Hier staat het volgende: CO2 + H2O (H2CO3). Zo staat het er ook voor H2SO3: "SO2 + H2O (H2SO3). Ik hoop dat je hier wat aan hebt.
Hoe weet je (6:33) dat de H+ een overmaat is, dus dat er 2H+ komt te staan?
Dat had ik aangegeven op 0.09 Maar dat gegeven had inderdaad nog wel eens herhaald mogen worden. Hartelijke groet P. Soeteman
Hoe weet je wat de zuur en base is
Dag Adam. Het antwoord op je vraag vind je in het uitlegfilmpje: th-cam.com/video/Ca4bdKttLdE/w-d-xo.html
Met vriendelijke groet P. Soeteman
Hoe weet je wat de base is?
Dag Elise, Er is een aantal basen dat je, volgens de examencommissie, uit je hoofd moet kennen: O2-, OH-, NH3, CO32- en HCO3-. Daarnaast kan je natuurlijk altijd kijken in je Binastabel 49, want daar staan alle basen waar je mee om moet kunnen gaan. Ik hoop dat je zo een stapje verder bent. Met vriendelijke groet, P. Soeteman
U bent mijn reddende engel
‘Jon’ 2Jonnen’
Als je bijvoorbeeld hebt H2SO4 (overmaat) en CuO (s) waarom gebruik je dan H2SO4 niet als zuur maar die H+ zeg maar? Want bijvoorbeeld bij een som als je gewoon H2SO4 hebt + NaOH pak je wel gewoon H2SO4 als zuur dat snap ik niet? Kunt u mij helpen
Beste L,
Zuiver zwavelzuur is H2SO4 .
Maar als je te maken hebt met een zwavelzuuroplossing,
dan is het H2SO4 gesplitst in losse H+ ionen
en losse SO42- ionen. Wanneer je een zwavelzuuroplossing
in contact brengt met CuO dan komen dus die losse H+ ionen in
contact met CuO en krijg je:2H+ + CuO àCu2+ + H2O
In je tweede deel van je vraag spreek je van “gewoon H2SO4
“ en NaOH.
Als je echt H2SO4 + 2 NaOH à Na2SO4 + 2 H2O bedoelt, dan bedoel je dat je zuiver zwavelzuur (dus geen
zwavelzuuroplossing) toevoegt aan NaOH (s).
Als je bedoelt: Geef de reactievergelijking van de reactie
tussen een zwavelzuur-oplossing en natronloog, dan krijg je: H+ + OH- à H2O want je hebt weer losse H+ ionen
en losse OH- ionen. (Natronloog is immers een oplossing van NaOH in
water. Dus dan heb je geen vast NaOH meer maar losse Na+ en losse OH-)
Zuiver zwavelzuur is H2SO4
Zwavelzuur-oplossing is (2)H+ + SO42-
Natriumhydroxide is NaOH (s)
Natronloog is Na+ + OH-
Ik weet niet of je bij me in de klas zit, maar als dat zo
is, praten we er morgen nog wel even over voor de SO begint.
Ik hoop dat ik je een beetje op weg heb geholpen
Met een hartelijke groet,P. Soeteman
Bedankt voor uw antwoord! Nee ik ik zit niet bij u in de klas. Maar als je bijvoorbeeld een HBr oplossing hebt of een HCIO3 oplossing gaan dan ook de h+ reageren of is dit alleen bij zwavelzuur? Bij mij in het boek stond namelijk dat bij een HIO3 oplossing gewoon het met water reageert en niet de h+ zeg maar
HBr en HClO3 zijn net als H2SO4 zogenaamde sterke zuren dus in oplossing zijn dan losse H+ ionen aanwezig (en losse Br- en losse ClO3- ionen) Met "HBr reageert met water" wordt bedoeld: HBr + H2O --> H3O+ + Br-" Er ontstaan dus losse H3O+ maar die zijn vergelijkbaar met losse H+. Met de reactie HBr --> H+ + Br- en de reactie HBr + H2O --> H3O+ + Br- wordt hetzelfde bedoeld. Het vrijgekomen H+ ion hecht een tijdje aan H2O en springt dan over naar een ander H2O molecuul. Het hopt van het ene watermolecuul naar het andere watermolecuul.
Njeeeewww