redoxreacties tips en voorbeelden

แชร์
ฝัง
  • เผยแพร่เมื่อ 19 ก.ย. 2024
  • Uitleg over notatie van redoxreacties en veel gemaakte fouten. Zie www.scheikunde... voor meer uitleg, oefenopgaven en samenvattingen. Hier staan meer voorbeelden van redoxreacties: • Redoxreacties opstelle... . Hier staan meer voorbeelden van het herkennen van redoxreacties: • Redoxreacties en zuur-...

ความคิดเห็น • 32

  • @Coolieboy
    @Coolieboy ปีที่แล้ว

    1:12 Hoe weet je dat Aluminium wel of niet geladen is? In Binas staat toch +3? Waarom is ie dan niet altijd 3+ geladen?
    Of waarom is ie wel geladen, terwijl dat er niet bij staat in de reactie?

    • @WouterRenkema
      @WouterRenkema  ปีที่แล้ว +2

      Al er staat aluminium zonder iets erachter, dan heb je het metaal aluminium. Dat is niet geladen. De formule is Al. Als aluminium onderdeel is van een zout, zoals bij aluminiumchloride, dan heeft het aluminium een 3+ lading. In de vaste stof AlCl3 of in een oplossing van AlCl3 in water (Al3+ (aq) + 3 Cl-(aq) heeft Al dus een lading van 3+. Dit filmpje gaat over dit soort notatie-dingetjes: th-cam.com/video/R1l6HSFMqF8/w-d-xo.html

  • @hajaresssaidi2626
    @hajaresssaidi2626 ปีที่แล้ว

    dus kan natrium alleen maar als reductor optreden als het reageert als losse, vaste stof?

    • @WouterRenkema
      @WouterRenkema  ปีที่แล้ว

      Alleen het metaal natrium kan optreden als reductor. Als je natrium..... hebt, bijvoorbeeld natriumchloride, dan heb je Na+. Dat is een hele zwakke oxidator en geen reductor.

  • @miriamdahrie5677
    @miriamdahrie5677 8 หลายเดือนก่อน

    Hier zeg je dat we de nitraat niet kunnen gebruiken omdat er H+ in de vergelijking zit en we dat niet hebben als stof. Maar waarom mag je dan bij een reactie van I2 met natruimsulfietoplossing wel de sulfiet gebruiken terwijl er H+ in de vergelijking zit en we geen H+ als stof hebben?

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      Alleen de deeltjes die aanwezig zij kunnen voor de pijl komen te staan. Dus een halfreactie met H+ er in kan alleen in zuur milieu, als er dus bij staat dat het zuur is. Als je joodwater mengt met een natriumsulfietoplossing, dan zijn aanwezig: I2 H2O, Na+, SO32- Dan mag je wel een halfreactie gebruiken met sulfiet voor de pijl. Wordt het zo wat duidelijke of bedoel je iets anders?

    • @miriamdahrie5677
      @miriamdahrie5677 8 หลายเดือนก่อน

      @@scheikundechallenge7762 Bedoelt u dat omdat bij de vergelijking van sulfiet ( SO3 +H2O ----) SO42- + 2H+ + 2e-) de H+ pas na de pijl komt, dat het dan niet erg is dat er een zuur in zit ook al staat er niet in de vraag dat de oplossing aangezuurd is? Want de vraag is, schrijf de redoxreactie van I2 met natriumsulfiet oplossing. En het antwoord is I2 +SO32- + H2O ------) 2I- + SO42- + 2H+.

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      @@miriamdahrie5677 Dat klopt! De deeltjes die voor de pijl staan, die moeten aanwezig zijn. Er kunnen best deeltjes na de pijl komen die niet aanwezig zijn, zoals H+ in het voorbeeld dat je geeft.

    • @miriamdahrie5677
      @miriamdahrie5677 8 หลายเดือนก่อน

      @@scheikundechallenge7762 Heel erg bedankt voor uw uitleg!!

  • @marlinhaddad4861
    @marlinhaddad4861 8 หลายเดือนก่อน

    Ik heb een vraag. Bij een opgave moet ik voorspellen of er een redoxreactie optreedt of niet. En dan hebben ze het over zink en water. Het antwoord is hier dat er geen redoxreactie optreedt omdat H2O een zwakker oxidator is dan Zn2+, maar in de opgave hadden ze de lading niet aangegeven en ook niet gezegd welke de red en welke de ox is. Hier staat lager dan zink. Hoe moet je dan weten welke stof je ten opzichte van de andere als sterke of zwakke oxidator moet bepalen? Want bijvoorbeeld bij een andere opgave krijg je Tin4Bromide oplossing en een overmaat aluminium. En daar zien ze de Sn wel als ox en Al als red. Want ze zeggen hier dat de Ox Sn sterker is dan de Ox Al. Ij begrijp het niet.

    • @marlinhaddad4861
      @marlinhaddad4861 8 หลายเดือนก่อน

      Zegmaar kortom, hoe moet je weten welke stof ten opzichte van die andere de oxidator zwak of sterk is. Want je kan zeggen de oxidator van Zn is sterker dan die van bijvoorbeeld Ca (er vindt een redoxreactieplaats), maar het kan ook andersom ( dan vindt er geen redoxreactie plaats). Hoe moet je de volgorde weten?

    • @marlinhaddad4861
      @marlinhaddad4861 8 หลายเดือนก่อน

      Sorry voor de vele vragen, maar ik heb nog een laatste vraag. Bij de reactie van HCl en Fe mag je de Cl wegdenken in de vergelijking, waarom is dat zo?

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      @@marlinhaddad4861 Zoutzuur is een oplossing, daarin is het niet aanwezig als HCl maar uit elkaar gevallen in H+ en Cl-. H+ reageert als oxidator (zie rechterbladzijde van binas 48 iets boven de helft). Cl- doet niet mee aan deze reactie (Cl- zou wel reductor kunnen zijn, maar Fe is een sterkere reductor dan Cl-, omdat Fe onder Cl- staat bij de reductoren in binas 48 en de sterkste reductor staat onderaan in Binas 48.

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      @@marlinhaddad4861 In binas 48 staan de oxidatoren van sterk naar zwak, de oxidator die het hoogst staat is het sterkst en zal eerder reageren dan een die er onder staat. Bij de reductor staat de sterkste juist onderaan, de reductor die het laagst staat, zal als eerste reageren.

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      Zink is niet geladen als er alleen zink staat, dan gaat het over het metaal Zn (het heeft wel een lading in een zout, dus bv in zinkchloride). De reductor Zn staat onder de oxidator H2O in binas 48. Als de oxidator onder de reductor staat in binas 48, dan kan de reactie niet spontaan plaatsvinden. De oxidator Sn4+ staat boven de reductor Al, dus dan ka Sn4+ wel als reductor reageren met de reductor Al.

  • @Coolieboy
    @Coolieboy ปีที่แล้ว

    2:23 Hoe moet je hier weten dat zwavelzuur (H2SO4) uiteenvalt? En hoezo dan in H+? En niet H2?

    • @WouterRenkema
      @WouterRenkema  ปีที่แล้ว

      Zwavelzuur is een sterk zuur (staat in binas tabel 49 boven H3O+). Dat beteeknt dat het in water uit elkaar valt ionen. Hierdoor heb je H+ ionen (die bij zuren en basen vaan als H3O+) genoteerd worden. Bij redox gebruik je zwavelzuur om aan te zuren, het H+ dat je dan in de oplossing hebt kan dan mee doen in de halfreactie van de oxidator. Als je links boven in tabel 48 kijkt, dan zie je dat H+ mee doet in veel halfreacties van sterke oxidatoren.

    • @Coolieboy
      @Coolieboy ปีที่แล้ว

      @@WouterRenkema Heel erg bedankt voor uw snelle reacie. U heeft een fijn kanaal met goede, overzichtelijke video's. Dank u wel. Ik ga een stuk zelfverzekerder dat examen knallen volgende week dinsdag!

  • @lentevandijk8486
    @lentevandijk8486 ปีที่แล้ว

    Hoe weet je dat S2O3 1 ding blijft en niet ook uit elkaar valt in S2 en O3

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 ปีที่แล้ว

      De halfreactie van S2O32- kun je vinden in binas tabel 48, ongeveer de 10e van boven bij de reductor op de rechterbaldzijde.

  • @mahansadi7073
    @mahansadi7073 6 หลายเดือนก่อน

    2:10 zawelzuur is toch een sterkere red dan methanal maar waarom gebruikt u toch methanal als red maar niet zwavelzuur

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 6 หลายเดือนก่อน

      In een oplossing van zwavelzuur zijn H+, So42- en H2O aanwezig. Als je in binas 48 kijkt, is er geen reductor die onder methanal staat en waar bij de kant van de reductor alleen een of meer van deze deeltjes staan. Wordt het zo wat duidelijker?

    • @mahansadi7073
      @mahansadi7073 6 หลายเดือนก่อน

      Oh ja dat klopt dat had ik niet goed gezien. Hartelijk bedankt meneer

  • @abrahamkaas8590
    @abrahamkaas8590 8 หลายเดือนก่อน

    Hoi, vraagje: hoe moet ik redoxreacties oplossen met stoffen die niet in die tabel staan? Een voorbeeld: in mijn boek moet ik de halfreactie geven met stearinezuur (C18H36O2) als reductor. Er ontstaat CO2. Verder komen de deeltjes H2O en H+ in de reactie voor. Vervolgens is dit het antwoord: C18H36O2 + 34 H2O → 18 CO2 + 104 H+ + 104 e- , maar ik snap echt niet hoe je hier bij komt. Hoe bedenk ik dit wanneer stearinezuur niet in de binas staat bij de standaardelektrodepotentialen?

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน +1

      Deze halreactie staat inderdaad niet in binas. Als een vraag meer dan 1 punt waard is, dan moet je de halfreactie zelf opstellen. Voor het opzoeken van iets in binas krijg je maar 1 punt. Je kunt dit zo aanpakken. Zet eerst de stoffen die gegeven zijn in de vergelijking, dus C18H36O2 voor de pijl en CO2 na de pijl. Maak de C kloppend door 18 voor CO2 te zetten. Dan ga je met H2O (of als het basisch milieu is met OH-, maar dat is hier niet zo) O kloppend maken. Zo kom je aan die 34 H2O voor de pijl. Dan maak je H kloppend met H+ voor de pijl (als het basisch milieu zou zijn met H2O). De laatste stap is om de lading aan beide kanten van de pijl gelijk te maken door het juiste aantal e- erbij te zetten. Hopelijk maakt dit het wat duidelijker.

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 8 หลายเดือนก่อน

      Hier kun je hier nog meer uitleg over vinden: maken.wikiwijs.nl/190626/oefenen_en_uitleg_vwo_scheikunde_stof#!page-7309991

    • @abrahamkaas8590
      @abrahamkaas8590 8 หลายเดือนก่อน

      @@scheikundechallenge7762 heel duidelijk, super bedankt!

  • @iris_6279
    @iris_6279 ปีที่แล้ว

    hoe weet je wanneer er ladingen bij moeten staan?

    • @scheikundechallenge7762
      @scheikundechallenge7762 ปีที่แล้ว +1

      Daar gaat dit filmpje over th-cam.com/video/R1l6HSFMqF8/w-d-xo.html. Het komt er op neer dat als je een opgelost zout hebt, dat je dan ladingen bij de ionen zet. Dus een oplossing van ijzer(II)chloride is Fe2+ + 2 Cl-. Vast ijzer(II)chloride is FeCl2, Ijzer is Fe, (het is een metaal) en chloor is Cl2. Maakt dit het wat duidelijker?