3:05 Els: Hey, Peter, kijk. Man gezocht. Hier zoeken ze een man. 4:09 Paolo: Manager gezocht. Maar dat is interessant. 4:25 Bert: Man gezocht? Ah, manager gezocht. 4:44 Paolo: Wat voor een manager zoekt u eingelijk. Elly: Gaat u zitten. Paolo: Ik zag dat briefje hangen en ik dacht... Elly: Bent u die Italiaan? Paolo: Ja. Een tijd geleden heb ik bij u een fles sherry gokocht. Ah, zo. U herinnert zich mij. Oh ja, dat was grappig. Dezelfde dag hebben twee andere mensen bij u ook zo'n fles sherry gekocht. Weet u nog? Droog sherry. Ook als cadeau. Herinnert u zich dat niet? Dat was voor dezelfde persoon. Wij waren op dezelfde feestje en wij kwamen met dezelfde cadeau. Begrijpt u? In dezelfde winkel gekocht. Bij u. Dat was heel grappig. Maar goed. Wat voor een manager heeft u eingelijk nodig? Elly: De manager die deze firma zoekt moet de relatie met de bank verzorgen. En alle financieele transacties regelen. Daarom moet hij heel precies zijn. Hij moet ook voor mij kunnen zijn. Ik weet niet of deze firma iemand als u voor deze functie kan gebruiken. En zeker geen buitenlander, het moet... het moet een Belg zijn. Hij moet de Belgiche markt heel goed kennen. U moet het begrijpen. Paolo: Maar, mevrouw. Ik solliciteer niet. Elly: Hoezo, u solliciteert niet. Paolo: Ik, ik zoek geen werk als manager van de kruidenier. Nee, nee. Elly: Wat komt u dan doen? Paolo: Ik ben hier om informatie te vragen want ik denk dat ik iemand ken die wel geinteressert zou zijn in deze baan. En iemand die goed is, een Belg. Elly: Ah ja? een Belg? Wie? Paolo: Iemand die heel goed is. Pas op, Hé. Ik weer wat ik zeg. Heel goed. En precies. Hij komt altijd op tijd. En hij maakt nooit fouten. Elly: Ah ja. Wie? Paolo: Ja ja. Hij is heel intelligent en interessant, en formeel, maar niet te formeel want hij is ook gezelig. En sympathiek, en vriendlijk, en spontaan, en hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager nodig heeft. Hij is zelfs charmant. Elly: Wie? Paolo: Bert Sels. Marketing manager, ex-marketing manager eingelijk. Elly: Bert Sels. Zou u aan deze persoon willen vragen, en zou u aan hem willen vertellen dat ik, dat deze firma een open plaats heeft voor een manager. Zou u hem dat willen zeggen? Paolo: Ik zal dat doen, mevrouw. Ik zal het hem zeggen. Ik zal het aan meneer Sels zeggen. Elly: Hij is toch niet te... Paolo: Nee. Wees gerust. Te is hij niet. 8:00 Bert: Dus vanmorgen was is aan het wandelen, ik kwam voorbij een, een..., wat moet ik zeggen, een supermarkt. En daar zag ik een vacature voor manager. Els: Echt waar? Een supermarkt. Geweldig. En wat heb je gedaan? Bert: Eerst wilde ik binnengaan om informatie te vragen, maar toen dacht ik... Els: Wat dacht je? Bert: Toen dacht ik dat een supermarkt leiden misschien niet zo interessant is. En daarom ben ik niet binnengegaan en ben ik weer naar huis gegaan. Els: Dus je bent niet binnengegaan. Bert: Nee. Els: Maar, Bert. Als een supermarkt een manager zoekt, dan moet je toch solliciteren. Een grote supermarkt. Bert: Die supermarkt was wel niet zo groot. Het was eingelijk een nogal kleine supermarkt. Els: Je moet toch proberen, Bert. Ga eens kijken. Je weet nooit. Bert: Ja? Denk je? Els: Natuurlijk. Doen. Dan heb je misschien werk. Als het geen interessant baan is, dan kan jij later weer iets anders zoeken aan de universiteit of bij een ander firma. Peter heeft ook bij drie verschillende firma's gewerkt. Hè, Peter? Peter: Ja. 9:34 Elly: En toen ik als stewardess op de lijn Brussel en Bangkok werkte, toen moest ik om vijf uur 's morgens opstaan. Weet je wat dat is? Opstaan om vijf uur 's morgens. Ja. Ik stond toen altijd om vijf uur 's morgens op. Paolo: Umm... Elly: Ah, ja. Dat vliegtuig vertrok in Brussel om acht uur 's morgens. Om acht uur. Om halfacht kwam de passagiers op het vliegtuig. En op dat moment, moesten wij helemaal klaar zijn, natuurlijk. Op dat moment, waren wij al een uur op dat vliegtuig aan het werken. Paolo: Umm... een uur. Elly: En dan, om halfacht dus, stapten de passagiers op. Goedemorgen, welkom aan boord. Honderd keer moesten wij dat zeggen op een ochtend. Paolo: Umm.... Elly: Wat zeg ik? Twee honderd keer. Paolo: Dat is veel. Elly: En nog een ander eet helemaal geen vlees. Paolo: Ja. Dat was zeker een moeilijke tijd voor u. Maar ik geloof dat het nu beter gaat, of niet. Zo, ik moet... Elly: Inderdaad. Een moeilijke tijd was het zeker. Drie keer per week ging ik naar Bangkok. Paolo: Maar nu gaat het beter, geloof ik. Elly: Maar de laatste jaren niet meer, hè. Pas op. De laatste jaren werkte ik op de lijn Brussel- Roma. Elke dag naar Italië. Vijf dagen per week. Dat was veel beter. U komt uit Italië, of niet. Paolo: Umm... Elly: Uit welke stad? Paolo: Uit Roma. Elly: Echt waar? Uit Roma. Fantastisch. Hoe is Roma? Paolo: Maar u zal Roma zelf goed kennen. Als stewardess, bent u wel jarenlang elke dag geweest. Elly: Ja. Maar ik ken alleen de luchthaven. In het centrum van de stad ben ik nooit geweest. Wij hadden elke dag in Roma wel vier à vijf uur pauze, maar meestal bleef ik in de ?? van de stewardess zitten. Kijk. Normaal kwamen wij om elf uur 's morgens aan. Als het vliegtuig op tijd was, natuurlijk. En dan. Paolo: Het is niet waar. Is het zo laat? Ik moet nu weg. Ik heb een afspraak. Neemt me niet kwalijk. Elly: Nee, toch. Nu al? Wat jammer. Paolo: Ja. Het spijt me. Ik moet echt weg. Tot ziens. Elly: Daag. Komt snel even langs. En vergeet niet die meneer Sels te waarschuwen. Paolo: Eindelijk. 13:02 Bert: Goedemiddag. Elly: Goeiemiddag. Bert: Ik geloof dat men hier op zoek is naar een manager. Elly: Dat klopt, meneer. Bent u kandidaat? Bert: Ik geloof van wel. Elly: Komt u binnen. Gaat u zitten. Bert: Dank u wel. Elly: U bent... Bert: Bert Sels. Elly: Bert Sels. Laat eens horen, meneer Sels. Waarom vindt u dat u de ideale manager voor deze supermarkt bent. Bert: Wel, ik denk dat... Elly: U denkt het? Bent u niet zeker? Denkt u dat een manager die niet zeker is de ideale manager kan zijn? Denkt u niet dat zo manager slecht zal zijn voor het imago van het bedrijf? Bert: Maakt u zeggen zorgen mevrouw? Ik weet hoe belangrijk het imago van het bedrijf is. En hoeft u mij ook niet vertellen hoe beranglijk de manager voor dat imago is. Zonder manager, geen imago. Zonder imago, geen succes. Ik geloof dat dat duidelijk is. De centrale vraag is nu wat voor een imago heeft uw bedrijf nodig. Ik geloof dat we moeten vertrekken van twee verschillende vragen. In de eerste plaats: hoe sterk zijn wij? Wat hebben wij dat de andere niet hebben. En in de tweede plaats: hoe sterk is de concurrentie? Wat heeft de conccurantie...
14:47 Peter: (in het Italiaans) Paolo: Dag, Peter. Peter: Paolo. Alles goed? Paolo: Ja. Het gaat wel. Peter: Ben jij wel genezen? Paolo: Ja, gelukkig. En jij? Hoe gaat het met je hoofd? Pete: Ja, mijn hoofd. Beter. Beter dan vorige keer, maak je geen zorgen. Els: Zijn hoofd is weer helemaal in orde. En Peter heeft iets belangrijks besloten. He, Peter? Peter: Ah, ja? Paolo: Ahzo? Wat? Els: Peter heeft besloten dat hij ook Italiaans gaat beginnen (te) studeren. Paolo: Ah, heb je besloten dat je met Italiaans gaat beginnen? Dan komen jullie binnenkort misschien samen bij me op bezoek? Els: Wie weet? 15:36 Bert: En deze rekening, wat staat er op deze rekening? Elly: Umm... Even kijken. Op deze rekening, komt het geld van het fruit. Bert: Van het fruit? Elly: Nee... wacht. Van het fruit en van de groenten. Bert: Dus als ik het goed begrijp, zet u op deze rekening het geld van de groenten en het fruit. Zou je niet beter zijn om al het geld dat u krijgt op één rekening te zetten? En dan kan u.... Elly: Nee. Ik heb me vergist. Tot vorige week, was dat zo. Bert: Tot vorige week? Elly: Ja. Tot vorige week zet ik al het geld van de groenten en het fruit op deze rekening. En op die rekening daar kwam het geld van de andere dingen. De blikjes, de melk... snoep...en zo voort. Maar vorige week ben ik naar de bank gegaan en heb ik dat veranderd. Bert: Ah..., vorige week hebt u dat veranderd. Elly: Ja, dat klopt. Vorige week heb ik dat veranderd. En nu, komt het geld van de groenten en het fruit op die rekening daar. En het geld van de rest komt op deze rekening hier. Bert: Ah, zo. Zou ik u mogen vragen? Waarom u vorige week plots hebt besloten om... Elly: Zou ik u mogen vragen,meneer Sels? Welke oplossing u voor dit probleem zou zoeken? 17:14 Paolo: Maar eingelijk kwam ik langs om jullie iets te vragen. Els: Ja, wat? Paolo: Ik heb gezien dat ze hier in de buurt een manager zoeken. Els: Een manager. Echt waar? Dan moet je Bert waarschuwen. Paolo: Ja? Maar ik kwam aan jullie vragen of dat een goed idee zou zijn. Ik weet niet wat voor een baan Bert nu wil zoeken. Die kruidenier die een manager zoekt is helemaal niet groot of belangrijk of zo. Peter: Een kruidenier? Welke? Paolo: Wel, vanochtend kwam ik hier voorbij de kruidenier. Els: Welke kruidenier? Paolo: Die kruidenier die hier vlak bij is. Van die stewardess. Die ex-stewardess, eigenlijk. Els: Ah, ja, die stewardess die op ons vliegtuig was. Paolo: Ja. Goed. Ik kwam voorbij die winkel en aan het raam hing er een briefje. En op dat briefje stond MAN. gezocht. Peter: Maar natuurlijk, dat hebben we gezien ,Els, vanochtend. Herinner je je dat niet? Els: Maar daar stond MAN gezocht. Paolo: Manager gezocht. Hebben jullie de rest van die texte niet gelezen? Ze zoeket een manager voor haar winkel. Els: Die stewardess? Een manager? Nee toch. Paolo: Jawel. Echt waar. En ik dacht meteen aan Bert. Peter: Een manager voor die winkel? Je hebt gelijk. Een echt groot en belangrijk firma is dat niet. Ik weet niet of dat hem zou interessert. Els: Maar hij heeft mij vandaag nog gebeld. En ik zei hem dat hij het moest doen. Paolo: Dat hij wat moest doen? Els: Ik zei hem dat hij het moest proberen. Dat hij moest solliciteren bij die supermarkt. Paolo: Hij zei supermarkt? Wat voor een supermarkt? Els: Het was wel een nogal kleine supermarkt. 19:29 Bert: En dit formulier? Elly: Wat voor een formulier is dat? Bert: Dit formulier is heel belangrijk. Hebt u dit niet ingevuld? Elly: Is dat echt nodig? Moet dat? Bert: Natuurlijk moet dat. U kan geen winkel beginnen als u dit formulier niet hebt ingevuld. Elly: Echt niet? Maar ik heb toch een winkel. Bert: Maar uw winkel is niet legaal, mevrouw. Uw papieren zijn niet in orde. Voor de staat bestaat deze winkel niet. Elly: Inderdaad. Officieel bestaat deze winkel niet. Dat heeft u goed gezien. Zeer goed. Als manager doet u niet slecht. Deze winkel legaal maken zal uw belangrijkste taak worden. Bert: Hoe bedoelt u? Mijn belangrijkste taak. Elly: Uw belangrijkste taak. U sollicitert voor deze baan en ik geloof dat u de ideale persoon bent. Bert: Maar ik heb tijd nodig. Ik weet niet of... Elly: Ik zie dat u ook die andere belangrijke kwaliteiten hebt. Bert: Andere belangrijke kwaliteiten? Elly: U bent intelligent en interessant... Bert: Ja, maar toch... Elly: formeel maar niet te formeel want u bent ook gezelig. En sympatiek en vriendelijk en spontaan, ja. U hebt al de kwaliteiten die de ideale manager moet hebben, zelfs charmant. 21:11 Paolo: Wat heb ik haar over hem verteld. Peter: Wie, wat? Paolo: Ik heb Elly over Bert verteld. Peter: Ah, ja? Wat heb je haar verteld? Paolo: Ik heb zijn karakter beschreven. Dat hij precies is, dat hij altijd op tijd komt, dat hij heel intelligent is, dat hij interessant is. Peter: Echt waar? Wat nog? Paolo: Formeel maar niet te formeel want hij is ook gezelig en symapiek en vriendelijk en spontaan. Hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager moet hebben. Hij is zelfs charmant, ja? Charmant. Els: Paolo toch. Heb je dat echt zo gezegd? Bert: Hallo. Dat is toevalig. Els: En? Bert: Wat en? Els: Wel en? Bert: Nee, nee... Ik heb hier, ik ben hier net binnen gekomen. En ik heb hier een...een snoepje gekocht. Peter: Ah zo, een snoepje gekocht.
3:05 Els: Hey, Peter, kijk. Man gezocht. Hier zoeken ze een man. 4:09 Paolo: Manager gezocht. Maar dat is interessant. 4:25 Bert: Man gezocht? Ah, manager gezocht. 4:44 Paolo: Wat voor een manager zoekt u eingelijk. Elly: Gaat u zitten. Paolo: Ik zag dat briefje hangen en ik dacht... Elly: Bent u die Italiaan? Paolo: Ja. Een tijd geleden heb ik bij u een fles sherry gokocht. Ah, zo. U herinnert zich mij. Oh ja, dat was grappig. Dezelfde dag hebben twee andere mensen bij u ook zo'n fles sherry gekocht. Weet u nog? Droog sherry. Ook als cadeau. Herinnert u zich dat niet? Dat was voor dezelfde persoon. Wij waren op dezelfde feestje en wij kwamen met dezelfde cadeau. Begrijpt u? In dezelfde winkel gekocht. Bij u. Dat was heel grappig. Maar goed. Wat voor een manager heeft u eingelijk nodig? Elly: De manager die deze firma zoekt moet de relatie met de bank verzorgen. En alle financieele transacties regelen. Daarom moet hij heel precies zijn. Hij moet ook voor mij kunnen zijn. Ik weet niet of deze firma iemand als u voor deze functie kan gebruiken. En zeker geen buitenlander, het moet... het moet een Belg zijn. Hij moet de Belgiche markt heel goed kennen. U moet het begrijpen. Paolo: Maar, mevrouw. Ik solliciteer niet. Elly: Hoezo, u solliciteert niet. Paolo: Ik, ik zoek geen werk als manager van de kruidenier. Nee, nee. Elly: Wat komt u dan doen? Paolo: Ik ben hier om informatie te vragen want ik denk dat ik iemand ken die wel geinteressert zou zijn in deze baan. En iemand die goed is, een Belg. Elly: Ah ja? een Belg? Wie? Paolo: Iemand die heel goed is. Pas op, Hé. Ik weer wat ik zeg. Heel goed. En precies. Hij komt altijd op tijd. En hij maakt nooit fouten. Elly: Ah ja. Wie? Paolo: Ja ja. Hij is heel intelligent en interessant, en formeel, maar niet te formeel want hij is ook gezelig. En sympathiek, en vriendlijk, en spontaan, en hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager nodig heeft. Hij is zelfs charmant. Elly: Wie? Paolo: Bert Sels. Marketing manager, ex-marketing manager eingelijk. Elly: Bert Sels. Zou u aan deze persoon willen vragen, en zou u aan hem willen vertellen dat ik, dat deze firma een open plaats heeft voor een manager. Zou u hem dat willen zeggen? Paolo: Ik zal dat doen, mevrouw. Ik zal het hem zeggen. Ik zal het aan meneer Sels zeggen. Elly: Hij is toch niet te... Paolo: Nee. Wees gerust. Te is hij niet. 8:00 Bert: Dus vanmorgen was is aan het wandelen, ik kwam voorbij een, een..., wat moet ik zeggen, een supermarkt. En daar zag ik een vacature voor manager. Els: Echt waar? Een supermarkt. Geweldig. En wat heb je gedaan? Bert: Eerst wilde ik binnengaan om informatie te vragen, maar toen dacht ik... Els: Wat dacht je? Bert: Toen dacht ik dat een supermarkt leiden misschien niet zo interessant is. En daarom ben ik niet binnengegaan en ben ik weer naar huis gegaan. Els: Dus je bent niet binnengegaan. Bert: Nee. Els: Maar, Bert. Als een supermarkt een manager zoekt, dan moet je toch solliciteren. Een grote supermarkt. Bert: Die supermarkt was wel niet zo groot. Het was eingelijk een nogal kleine supermarkt. Els: Je moet toch proberen, Bert. Ga eens kijken. Je weet nooit. Bert: Ja? Denk je? Els: Natuurlijk. Doen. Dan heb je misschien werk. Als het geen interessant baan is, dan kan jij later weer iets anders zoeken aan de universiteit of bij een ander firma. Peter heeft ook bij drie verschillende firma's gewerkt. Hè, Peter? Peter: Ja. 9:34 Elly: En toen ik als stewardess op de lijn Brussel en Bangkok werkte, toen moest ik om vijf uur 's morgens opstaan. Weet je wat dat is? Opstaan om vijf uur 's morgens. Ja. Ik stond toen altijd om vijf uur 's morgens op. Paolo: Umm... Elly: Ah, ja. Dat vliegtuig vertrok in Brussel om acht uur 's morgens. Om acht uur. Om halfacht kwam de passagiers op het vliegtuig. En op dat moment, moesten wij helemaal klaar zijn, natuurlijk. Op dat moment, waren wij al een uur op dat vliegtuig aan het werken. Paolo: Umm... een uur. Elly: En dan, om halfacht dus, stapten de passagiers op. Goedemorgen, welkom aan boord. Honderd keer moesten wij dat zeggen op een ochtend. Paolo: Umm.... Elly: Wat zeg ik? Twee honderd keer. Paolo: Dat is veel. Elly: En nog een ander eet helemaal geen vlees. Paolo: Ja. Dat was zeker een moeilijke tijd voor u. Maar ik geloof dat het nu beter gaat, of niet. Zo, ik moet... Elly: Inderdaad. Een moeilijke tijd was het zeker. Drie keer per week ging ik naar Bangkok. Paolo: Maar nu gaat het beter, geloof ik. Elly: Maar de laatste jaren niet meer, hè. Pas op. De laatste jaren werkte ik op de lijn Brussel- Roma. Elke dag naar Italië. Vijf dagen per week. Dat was veel beter. U komt uit Italië, of niet. Paolo: Umm... Elly: Uit welke stad? Paolo: Uit Roma. Elly: Echt waar? Uit Roma. Fantastisch. Hoe is Roma? Paolo: Maar u zal Roma zelf goed kennen. Als stewardess, bent u wel jarenlang elke dag geweest. Elly: Ja. Maar ik ken alleen de luchthaven. In het centrum van de stad ben ik nooit geweest. Wij hadden elke dag in Roma wel vier à vijf uur pauze, maar meestal bleef ik in de ?? van de stewardess zitten. Kijk. Normaal kwamen wij om elf uur 's morgens aan. Als het vliegtuig op tijd was, natuurlijk. En dan. Paolo: Het is niet waar. Is het zo laat? Ik moet nu weg. Ik heb een afspraak. Neemt me niet kwalijk. Elly: Nee, toch. Nu al? Wat jammer. Paolo: Ja. Het spijt me. Ik moet echt weg. Tot ziens. Elly: Daag. Komt snel even langs. En vergeet niet die meneer Sels te waarschuwen. Paolo: Eindelijk. 13:02 Bert: Goedemiddag. Elly: Goeiemiddag. Bert: Ik geloof dat men hier op zoek is naar een manager. Elly: Dat klopt, meneer. Bent u kandidaat? Bert: Ik geloof van wel. Elly: Komt u binnen. Gaat u zitten. Bert: Dank u wel. Elly: U bent... Bert: Bert Sels. Elly: Bert Sels. Laat eens horen, meneer Sels. Waarom vindt u dat u de ideale manager voor deze supermarkt bent. Bert: Wel, ik denk dat... Elly: U denkt het? Bent u niet zeker? Denkt u dat een manager die niet zeker is de ideale manager kan zijn? Denkt u niet dat zo manager slecht zal zijn voor het imago van het bedrijf? Bert: Maakt u zeggen zorgen mevrouw? Ik weet hoe belangrijk het imago van het bedrijf is. En hoeft u mij ook niet vertellen hoe beranglijk de manager voor dat imago is. Zonder manager, geen imago. Zonder imago, geen succes. Ik geloof dat dat duidelijk is. De centrale vraag is nu wat voor een imago heeft uw bedrijf nodig. Ik geloof dat we moeten vertrekken van twee verschillende vragen. In de eerste plaats: hoe sterk zijn wij? Wat hebben wij dat de andere niet hebben. En in de tweede plaats: hoe sterk is de concurrentie? Wat heeft de conccurantie... 14:47 Peter: (in het Italiaans) Paolo: Dag, Peter. Peter: Paolo. Alles goed? Paolo: Ja. Het gaat wel. Peter: Ben jij wel genezen? Paolo: Ja, gelukkig. En jij? Hoe gaat het met je hoofd? Pete: Ja, mijn hoofd. Beter. Beter dan vorige keer, maak je geen zorgen. Els: Zijn hoofd is weer helemaal in orde. En Peter heeft iets belangrijks besloten. He, Peter? Peter: Ah, ja? Paolo: Ahzo? Wat? Els: Peter heeft besloten dat hij ook Italiaans gaat beginnen (te) studeren. Paolo: Ah, heb je besloten dat je met Italiaans gaat beginnen? Dan komen jullie binnenkort misschien samen bij me op bezoek? Els: Wie weet? 15:36 Bert: En deze rekening, wat staat er op deze rekening? Elly: Umm... Even kijken. Op deze rekening, komt het geld van het fruit. Bert: Van het fruit? Elly: Nee... wacht. Van het fruit en van de groenten. Bert: Dus als ik het goed begrijp, zet u op deze rekening het geld van de groenten en het fruit. Zou je niet beter zijn om al het geld dat u krijgt op één rekening te zetten? En dan kan u.... Elly: Nee. Ik heb me vergist. Tot vorige week, was dat zo. Bert: Tot vorige week? Elly: Ja. Tot vorige week zet ik al het geld van de groenten en het fruit op deze rekening. En op die rekening daar kwam het geld van de andere dingen. De blikjes, de melk... snoep...en zo voort. Maar vorige week ben ik naar de bank gegaan en heb ik dat veranderd. Bert: Ah..., vorige week hebt u dat veranderd. Elly: Ja, dat klopt. Vorige week heb ik dat veranderd. En nu, komt het geld van de groenten en het fruit op die rekening daar. En het geld van de rest komt op deze rekening hier. Bert: Ah, zo. Zou ik u mogen vragen? Waarom u vorige week plots hebt besloten om... Elly: Zou ik u mogen vragen,meneer Sels? Welke oplossing u voor dit probleem zou zoeken?
ik ben blij voor bert dat hij een werk heeft gevonden
3:05
Els: Hey, Peter, kijk. Man gezocht. Hier zoeken ze een man.
4:09
Paolo: Manager gezocht. Maar dat is interessant.
4:25
Bert: Man gezocht? Ah, manager gezocht.
4:44
Paolo: Wat voor een manager zoekt u eingelijk.
Elly: Gaat u zitten.
Paolo: Ik zag dat briefje hangen en ik dacht...
Elly: Bent u die Italiaan?
Paolo: Ja. Een tijd geleden heb ik bij u een fles sherry gokocht. Ah, zo. U herinnert zich mij. Oh ja, dat was grappig. Dezelfde dag hebben twee andere mensen bij u ook zo'n fles sherry gekocht. Weet u nog? Droog sherry. Ook als cadeau. Herinnert u zich dat niet? Dat was voor dezelfde persoon. Wij waren op dezelfde feestje en wij kwamen met dezelfde cadeau. Begrijpt u? In dezelfde winkel gekocht. Bij u. Dat was heel grappig. Maar goed. Wat voor een manager heeft u eingelijk nodig?
Elly: De manager die deze firma zoekt moet de relatie met de bank verzorgen. En alle financieele transacties regelen. Daarom moet hij heel precies zijn. Hij moet ook voor mij kunnen zijn. Ik weet niet of deze firma iemand als u voor deze functie kan gebruiken. En zeker geen buitenlander, het moet... het moet een Belg zijn. Hij moet de Belgiche markt heel goed kennen. U moet het begrijpen.
Paolo: Maar, mevrouw. Ik solliciteer niet.
Elly: Hoezo, u solliciteert niet.
Paolo: Ik, ik zoek geen werk als manager van de kruidenier. Nee, nee.
Elly: Wat komt u dan doen?
Paolo: Ik ben hier om informatie te vragen want ik denk dat ik iemand ken die wel geinteressert zou zijn in deze baan. En iemand die goed is, een Belg.
Elly: Ah ja? een Belg? Wie?
Paolo: Iemand die heel goed is. Pas op, Hé. Ik weer wat ik zeg. Heel goed. En precies. Hij komt altijd op tijd. En hij maakt nooit fouten.
Elly: Ah ja. Wie?
Paolo: Ja ja. Hij is heel intelligent en interessant, en formeel, maar niet te formeel want hij is ook gezelig. En sympathiek, en vriendlijk, en spontaan, en hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager nodig heeft. Hij is zelfs charmant.
Elly: Wie?
Paolo: Bert Sels. Marketing manager, ex-marketing manager eingelijk.
Elly: Bert Sels. Zou u aan deze persoon willen vragen, en zou u aan hem willen vertellen dat ik, dat deze firma een open plaats heeft voor een manager. Zou u hem dat willen zeggen?
Paolo: Ik zal dat doen, mevrouw. Ik zal het hem zeggen. Ik zal het aan meneer Sels zeggen.
Elly: Hij is toch niet te...
Paolo: Nee. Wees gerust. Te is hij niet.
8:00
Bert: Dus vanmorgen was is aan het wandelen, ik kwam voorbij een, een..., wat moet ik zeggen, een supermarkt. En daar zag ik een vacature voor manager.
Els: Echt waar? Een supermarkt. Geweldig. En wat heb je gedaan?
Bert: Eerst wilde ik binnengaan om informatie te vragen, maar toen dacht ik...
Els: Wat dacht je?
Bert: Toen dacht ik dat een supermarkt leiden misschien niet zo interessant is. En daarom ben ik niet binnengegaan en ben ik weer naar huis gegaan.
Els: Dus je bent niet binnengegaan.
Bert: Nee.
Els: Maar, Bert. Als een supermarkt een manager zoekt, dan moet je toch solliciteren. Een grote supermarkt.
Bert: Die supermarkt was wel niet zo groot. Het was eingelijk een nogal kleine supermarkt.
Els: Je moet toch proberen, Bert. Ga eens kijken. Je weet nooit.
Bert: Ja? Denk je?
Els: Natuurlijk. Doen. Dan heb je misschien werk. Als het geen interessant baan is, dan kan jij later weer iets anders zoeken aan de universiteit of bij een ander firma. Peter heeft ook bij drie verschillende firma's gewerkt. Hè, Peter?
Peter: Ja.
9:34
Elly: En toen ik als stewardess op de lijn Brussel en Bangkok werkte, toen moest ik om vijf uur 's morgens opstaan. Weet je wat dat is? Opstaan om vijf uur 's morgens. Ja. Ik stond toen altijd om vijf uur 's morgens op.
Paolo: Umm...
Elly: Ah, ja. Dat vliegtuig vertrok in Brussel om acht uur 's morgens. Om acht uur. Om halfacht kwam de passagiers op het vliegtuig. En op dat moment, moesten wij helemaal klaar zijn, natuurlijk. Op dat moment, waren wij al een uur op dat vliegtuig aan het werken.
Paolo: Umm... een uur.
Elly: En dan, om halfacht dus, stapten de passagiers op. Goedemorgen, welkom aan boord. Honderd keer moesten wij dat zeggen op een ochtend.
Paolo: Umm....
Elly: Wat zeg ik? Twee honderd keer.
Paolo: Dat is veel.
Elly: En nog een ander eet helemaal geen vlees.
Paolo: Ja. Dat was zeker een moeilijke tijd voor u. Maar ik geloof dat het nu beter gaat, of niet. Zo, ik moet...
Elly: Inderdaad. Een moeilijke tijd was het zeker. Drie keer per week ging ik naar Bangkok.
Paolo: Maar nu gaat het beter, geloof ik.
Elly: Maar de laatste jaren niet meer, hè. Pas op. De laatste jaren werkte ik op de lijn Brussel- Roma. Elke dag naar Italië. Vijf dagen per week. Dat was veel beter. U komt uit Italië, of niet.
Paolo: Umm...
Elly: Uit welke stad?
Paolo: Uit Roma.
Elly: Echt waar? Uit Roma. Fantastisch. Hoe is Roma?
Paolo: Maar u zal Roma zelf goed kennen. Als stewardess, bent u wel jarenlang elke dag geweest.
Elly: Ja. Maar ik ken alleen de luchthaven. In het centrum van de stad ben ik nooit geweest. Wij hadden elke dag in Roma wel vier à vijf uur pauze, maar meestal bleef ik in de ?? van de stewardess zitten. Kijk. Normaal kwamen wij om elf uur 's morgens aan. Als het vliegtuig op tijd was, natuurlijk. En dan.
Paolo: Het is niet waar. Is het zo laat? Ik moet nu weg. Ik heb een afspraak. Neemt me niet kwalijk.
Elly: Nee, toch. Nu al? Wat jammer.
Paolo: Ja. Het spijt me. Ik moet echt weg. Tot ziens.
Elly: Daag. Komt snel even langs. En vergeet niet die meneer Sels te waarschuwen.
Paolo: Eindelijk.
13:02
Bert: Goedemiddag.
Elly: Goeiemiddag.
Bert: Ik geloof dat men hier op zoek is naar een manager.
Elly: Dat klopt, meneer. Bent u kandidaat?
Bert: Ik geloof van wel.
Elly: Komt u binnen. Gaat u zitten.
Bert: Dank u wel.
Elly: U bent...
Bert: Bert Sels.
Elly: Bert Sels. Laat eens horen, meneer Sels. Waarom vindt u dat u de ideale manager voor deze supermarkt bent.
Bert: Wel, ik denk dat...
Elly: U denkt het? Bent u niet zeker? Denkt u dat een manager die niet zeker is de ideale manager kan zijn? Denkt u niet dat zo manager slecht zal zijn voor het imago van het bedrijf?
Bert: Maakt u zeggen zorgen mevrouw? Ik weet hoe belangrijk het imago van het bedrijf is. En hoeft u mij ook niet vertellen hoe beranglijk de manager voor dat imago is. Zonder manager, geen imago. Zonder imago, geen succes. Ik geloof dat dat duidelijk is. De centrale vraag is nu wat voor een imago heeft uw bedrijf nodig. Ik geloof dat we moeten vertrekken van twee verschillende vragen. In de eerste plaats: hoe sterk zijn wij? Wat hebben wij dat de andere niet hebben. En in de tweede plaats: hoe sterk is de concurrentie? Wat heeft de conccurantie...
Heel goed met jou deze filim
Bedankt
14:47
Peter: (in het Italiaans)
Paolo: Dag, Peter.
Peter: Paolo. Alles goed?
Paolo: Ja. Het gaat wel.
Peter: Ben jij wel genezen?
Paolo: Ja, gelukkig. En jij? Hoe gaat het met je hoofd?
Pete: Ja, mijn hoofd. Beter. Beter dan vorige keer, maak je geen zorgen.
Els: Zijn hoofd is weer helemaal in orde. En Peter heeft iets belangrijks besloten. He, Peter?
Peter: Ah, ja?
Paolo: Ahzo? Wat?
Els: Peter heeft besloten dat hij ook Italiaans gaat beginnen (te) studeren.
Paolo: Ah, heb je besloten dat je met Italiaans gaat beginnen? Dan komen jullie binnenkort misschien samen bij me op bezoek?
Els: Wie weet?
15:36
Bert: En deze rekening, wat staat er op deze rekening?
Elly: Umm... Even kijken. Op deze rekening, komt het geld van het fruit.
Bert: Van het fruit?
Elly: Nee... wacht. Van het fruit en van de groenten.
Bert: Dus als ik het goed begrijp, zet u op deze rekening het geld van de groenten en het fruit. Zou je niet beter zijn om al het geld dat u krijgt op één rekening te zetten? En dan kan u....
Elly: Nee. Ik heb me vergist. Tot vorige week, was dat zo.
Bert: Tot vorige week?
Elly: Ja. Tot vorige week zet ik al het geld van de groenten en het fruit op deze rekening. En op die rekening daar kwam het geld van de andere dingen. De blikjes, de melk... snoep...en zo voort. Maar vorige week ben ik naar de bank gegaan en heb ik dat veranderd.
Bert: Ah..., vorige week hebt u dat veranderd.
Elly: Ja, dat klopt. Vorige week heb ik dat veranderd. En nu, komt het geld van de groenten en het fruit op die rekening daar. En het geld van de rest komt op deze rekening hier.
Bert: Ah, zo. Zou ik u mogen vragen? Waarom u vorige week plots hebt besloten om...
Elly: Zou ik u mogen vragen,meneer Sels? Welke oplossing u voor dit probleem zou zoeken?
17:14
Paolo: Maar eingelijk kwam ik langs om jullie iets te vragen.
Els: Ja, wat?
Paolo: Ik heb gezien dat ze hier in de buurt een manager zoeken.
Els: Een manager. Echt waar? Dan moet je Bert waarschuwen.
Paolo: Ja? Maar ik kwam aan jullie vragen of dat een goed idee zou zijn. Ik weet niet wat voor een baan Bert nu wil zoeken. Die kruidenier die een manager zoekt is helemaal niet groot of belangrijk of zo.
Peter: Een kruidenier? Welke?
Paolo: Wel, vanochtend kwam ik hier voorbij de kruidenier.
Els: Welke kruidenier?
Paolo: Die kruidenier die hier vlak bij is. Van die stewardess. Die ex-stewardess, eigenlijk.
Els: Ah, ja, die stewardess die op ons vliegtuig was.
Paolo: Ja. Goed. Ik kwam voorbij die winkel en aan het raam hing er een briefje. En op dat briefje stond MAN. gezocht.
Peter: Maar natuurlijk, dat hebben we gezien ,Els, vanochtend. Herinner je je dat niet?
Els: Maar daar stond MAN gezocht.
Paolo: Manager gezocht. Hebben jullie de rest van die texte niet gelezen? Ze zoeket een manager voor haar winkel.
Els: Die stewardess? Een manager? Nee toch.
Paolo: Jawel. Echt waar. En ik dacht meteen aan Bert.
Peter: Een manager voor die winkel? Je hebt gelijk. Een echt groot en belangrijk firma is dat niet. Ik weet niet of dat hem zou interessert.
Els: Maar hij heeft mij vandaag nog gebeld. En ik zei hem dat hij het moest doen.
Paolo: Dat hij wat moest doen?
Els: Ik zei hem dat hij het moest proberen. Dat hij moest solliciteren bij die supermarkt.
Paolo: Hij zei supermarkt? Wat voor een supermarkt?
Els: Het was wel een nogal kleine supermarkt.
19:29
Bert: En dit formulier?
Elly: Wat voor een formulier is dat?
Bert: Dit formulier is heel belangrijk. Hebt u dit niet ingevuld?
Elly: Is dat echt nodig? Moet dat?
Bert: Natuurlijk moet dat. U kan geen winkel beginnen als u dit formulier niet hebt ingevuld.
Elly: Echt niet? Maar ik heb toch een winkel.
Bert: Maar uw winkel is niet legaal, mevrouw. Uw papieren zijn niet in orde. Voor de staat bestaat deze winkel niet.
Elly: Inderdaad. Officieel bestaat deze winkel niet. Dat heeft u goed gezien. Zeer goed. Als manager doet u niet slecht. Deze winkel legaal maken zal uw belangrijkste taak worden.
Bert: Hoe bedoelt u? Mijn belangrijkste taak.
Elly: Uw belangrijkste taak. U sollicitert voor deze baan en ik geloof dat u de ideale persoon bent.
Bert: Maar ik heb tijd nodig. Ik weet niet of...
Elly: Ik zie dat u ook die andere belangrijke kwaliteiten hebt.
Bert: Andere belangrijke kwaliteiten?
Elly: U bent intelligent en interessant...
Bert: Ja, maar toch...
Elly: formeel maar niet te formeel want u bent ook gezelig. En sympatiek en vriendelijk en spontaan, ja. U hebt al de kwaliteiten die de ideale manager moet hebben, zelfs charmant.
21:11
Paolo: Wat heb ik haar over hem verteld.
Peter: Wie, wat?
Paolo: Ik heb Elly over Bert verteld.
Peter: Ah, ja? Wat heb je haar verteld?
Paolo: Ik heb zijn karakter beschreven. Dat hij precies is, dat hij altijd op tijd komt, dat hij heel intelligent is, dat hij interessant is.
Peter: Echt waar? Wat nog?
Paolo: Formeel maar niet te formeel want hij is ook gezelig en symapiek en vriendelijk en spontaan. Hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager moet hebben. Hij is zelfs charmant, ja? Charmant.
Els: Paolo toch. Heb je dat echt zo gezegd?
Bert: Hallo. Dat is toevalig.
Els: En?
Bert: Wat en?
Els: Wel en?
Bert: Nee, nee... Ik heb hier, ik ben hier net binnen gekomen. En ik heb hier een...een snoepje gekocht.
Peter: Ah zo, een snoepje gekocht.
Dankuwel❤
3:05
Els: Hey, Peter, kijk. Man gezocht. Hier zoeken ze een man.
4:09
Paolo: Manager gezocht. Maar dat is interessant.
4:25
Bert: Man gezocht? Ah, manager gezocht.
4:44
Paolo: Wat voor een manager zoekt u eingelijk.
Elly: Gaat u zitten.
Paolo: Ik zag dat briefje hangen en ik dacht...
Elly: Bent u die Italiaan?
Paolo: Ja. Een tijd geleden heb ik bij u een fles sherry gokocht. Ah, zo. U herinnert zich mij. Oh ja, dat was grappig. Dezelfde dag hebben twee andere mensen bij u ook zo'n fles sherry gekocht. Weet u nog? Droog sherry. Ook als cadeau. Herinnert u zich dat niet? Dat was voor dezelfde persoon. Wij waren op dezelfde feestje en wij kwamen met dezelfde cadeau. Begrijpt u? In dezelfde winkel gekocht. Bij u. Dat was heel grappig. Maar goed. Wat voor een manager heeft u eingelijk nodig?
Elly: De manager die deze firma zoekt moet de relatie met de bank verzorgen. En alle financieele transacties regelen. Daarom moet hij heel precies zijn. Hij moet ook voor mij kunnen zijn. Ik weet niet of deze firma iemand als u voor deze functie kan gebruiken. En zeker geen buitenlander, het moet... het moet een Belg zijn. Hij moet de Belgiche markt heel goed kennen. U moet het begrijpen.
Paolo: Maar, mevrouw. Ik solliciteer niet.
Elly: Hoezo, u solliciteert niet.
Paolo: Ik, ik zoek geen werk als manager van de kruidenier. Nee, nee.
Elly: Wat komt u dan doen?
Paolo: Ik ben hier om informatie te vragen want ik denk dat ik iemand ken die wel geinteressert zou zijn in deze baan. En iemand die goed is, een Belg.
Elly: Ah ja? een Belg? Wie?
Paolo: Iemand die heel goed is. Pas op, Hé. Ik weer wat ik zeg. Heel goed. En precies. Hij komt altijd op tijd. En hij maakt nooit fouten.
Elly: Ah ja. Wie?
Paolo: Ja ja. Hij is heel intelligent en interessant, en formeel, maar niet te formeel want hij is ook gezelig. En sympathiek, en vriendlijk, en spontaan, en hij heeft al de kwaliteiten die de ideale manager nodig heeft. Hij is zelfs charmant.
Elly: Wie?
Paolo: Bert Sels. Marketing manager, ex-marketing manager eingelijk.
Elly: Bert Sels. Zou u aan deze persoon willen vragen, en zou u aan hem willen vertellen dat ik, dat deze firma een open plaats heeft voor een manager. Zou u hem dat willen zeggen?
Paolo: Ik zal dat doen, mevrouw. Ik zal het hem zeggen. Ik zal het aan meneer Sels zeggen.
Elly: Hij is toch niet te...
Paolo: Nee. Wees gerust. Te is hij niet.
8:00
Bert: Dus vanmorgen was is aan het wandelen, ik kwam voorbij een, een..., wat moet ik zeggen, een supermarkt. En daar zag ik een vacature voor manager.
Els: Echt waar? Een supermarkt. Geweldig. En wat heb je gedaan?
Bert: Eerst wilde ik binnengaan om informatie te vragen, maar toen dacht ik...
Els: Wat dacht je?
Bert: Toen dacht ik dat een supermarkt leiden misschien niet zo interessant is. En daarom ben ik niet binnengegaan en ben ik weer naar huis gegaan.
Els: Dus je bent niet binnengegaan.
Bert: Nee.
Els: Maar, Bert. Als een supermarkt een manager zoekt, dan moet je toch solliciteren. Een grote supermarkt.
Bert: Die supermarkt was wel niet zo groot. Het was eingelijk een nogal kleine supermarkt.
Els: Je moet toch proberen, Bert. Ga eens kijken. Je weet nooit.
Bert: Ja? Denk je?
Els: Natuurlijk. Doen. Dan heb je misschien werk. Als het geen interessant baan is, dan kan jij later weer iets anders zoeken aan de universiteit of bij een ander firma. Peter heeft ook bij drie verschillende firma's gewerkt. Hè, Peter?
Peter: Ja.
9:34
Elly: En toen ik als stewardess op de lijn Brussel en Bangkok werkte, toen moest ik om vijf uur 's morgens opstaan. Weet je wat dat is? Opstaan om vijf uur 's morgens. Ja. Ik stond toen altijd om vijf uur 's morgens op.
Paolo: Umm...
Elly: Ah, ja. Dat vliegtuig vertrok in Brussel om acht uur 's morgens. Om acht uur. Om halfacht kwam de passagiers op het vliegtuig. En op dat moment, moesten wij helemaal klaar zijn, natuurlijk. Op dat moment, waren wij al een uur op dat vliegtuig aan het werken.
Paolo: Umm... een uur.
Elly: En dan, om halfacht dus, stapten de passagiers op. Goedemorgen, welkom aan boord. Honderd keer moesten wij dat zeggen op een ochtend.
Paolo: Umm....
Elly: Wat zeg ik? Twee honderd keer.
Paolo: Dat is veel.
Elly: En nog een ander eet helemaal geen vlees.
Paolo: Ja. Dat was zeker een moeilijke tijd voor u. Maar ik geloof dat het nu beter gaat, of niet. Zo, ik moet...
Elly: Inderdaad. Een moeilijke tijd was het zeker. Drie keer per week ging ik naar Bangkok.
Paolo: Maar nu gaat het beter, geloof ik.
Elly: Maar de laatste jaren niet meer, hè. Pas op. De laatste jaren werkte ik op de lijn Brussel- Roma. Elke dag naar Italië. Vijf dagen per week. Dat was veel beter. U komt uit Italië, of niet.
Paolo: Umm...
Elly: Uit welke stad?
Paolo: Uit Roma.
Elly: Echt waar? Uit Roma. Fantastisch. Hoe is Roma?
Paolo: Maar u zal Roma zelf goed kennen. Als stewardess, bent u wel jarenlang elke dag geweest.
Elly: Ja. Maar ik ken alleen de luchthaven. In het centrum van de stad ben ik nooit geweest. Wij hadden elke dag in Roma wel vier à vijf uur pauze, maar meestal bleef ik in de ?? van de stewardess zitten. Kijk. Normaal kwamen wij om elf uur 's morgens aan. Als het vliegtuig op tijd was, natuurlijk. En dan.
Paolo: Het is niet waar. Is het zo laat? Ik moet nu weg. Ik heb een afspraak. Neemt me niet kwalijk.
Elly: Nee, toch. Nu al? Wat jammer.
Paolo: Ja. Het spijt me. Ik moet echt weg. Tot ziens.
Elly: Daag. Komt snel even langs. En vergeet niet die meneer Sels te waarschuwen.
Paolo: Eindelijk.
13:02
Bert: Goedemiddag.
Elly: Goeiemiddag.
Bert: Ik geloof dat men hier op zoek is naar een manager.
Elly: Dat klopt, meneer. Bent u kandidaat?
Bert: Ik geloof van wel.
Elly: Komt u binnen. Gaat u zitten.
Bert: Dank u wel.
Elly: U bent...
Bert: Bert Sels.
Elly: Bert Sels. Laat eens horen, meneer Sels. Waarom vindt u dat u de ideale manager voor deze supermarkt bent.
Bert: Wel, ik denk dat...
Elly: U denkt het? Bent u niet zeker? Denkt u dat een manager die niet zeker is de ideale manager kan zijn? Denkt u niet dat zo manager slecht zal zijn voor het imago van het bedrijf?
Bert: Maakt u zeggen zorgen mevrouw? Ik weet hoe belangrijk het imago van het bedrijf is. En hoeft u mij ook niet vertellen hoe beranglijk de manager voor dat imago is. Zonder manager, geen imago. Zonder imago, geen succes. Ik geloof dat dat duidelijk is. De centrale vraag is nu wat voor een imago heeft uw bedrijf nodig. Ik geloof dat we moeten vertrekken van twee verschillende vragen. In de eerste plaats: hoe sterk zijn wij? Wat hebben wij dat de andere niet hebben. En in de tweede plaats: hoe sterk is de concurrentie? Wat heeft de conccurantie...
14:47
Peter: (in het Italiaans)
Paolo: Dag, Peter.
Peter: Paolo. Alles goed?
Paolo: Ja. Het gaat wel.
Peter: Ben jij wel genezen?
Paolo: Ja, gelukkig. En jij? Hoe gaat het met je hoofd?
Pete: Ja, mijn hoofd. Beter. Beter dan vorige keer, maak je geen zorgen.
Els: Zijn hoofd is weer helemaal in orde. En Peter heeft iets belangrijks besloten. He, Peter?
Peter: Ah, ja?
Paolo: Ahzo? Wat?
Els: Peter heeft besloten dat hij ook Italiaans gaat beginnen (te) studeren.
Paolo: Ah, heb je besloten dat je met Italiaans gaat beginnen? Dan komen jullie binnenkort misschien samen bij me op bezoek?
Els: Wie weet?
15:36
Bert: En deze rekening, wat staat er op deze rekening?
Elly: Umm... Even kijken. Op deze rekening, komt het geld van het fruit.
Bert: Van het fruit?
Elly: Nee... wacht. Van het fruit en van de groenten.
Bert: Dus als ik het goed begrijp, zet u op deze rekening het geld van de groenten en het fruit. Zou je niet beter zijn om al het geld dat u krijgt op één rekening te zetten? En dan kan u....
Elly: Nee. Ik heb me vergist. Tot vorige week, was dat zo.
Bert: Tot vorige week?
Elly: Ja. Tot vorige week zet ik al het geld van de groenten en het fruit op deze rekening. En op die rekening daar kwam het geld van de andere dingen. De blikjes, de melk... snoep...en zo voort. Maar vorige week ben ik naar de bank gegaan en heb ik dat veranderd.
Bert: Ah..., vorige week hebt u dat veranderd.
Elly: Ja, dat klopt. Vorige week heb ik dat veranderd. En nu, komt het geld van de groenten en het fruit op die rekening daar. En het geld van de rest komt op deze rekening hier.
Bert: Ah, zo. Zou ik u mogen vragen? Waarom u vorige week plots hebt besloten om...
Elly: Zou ik u mogen vragen,meneer Sels? Welke oplossing u voor dit probleem zou zoeken?
Uitstekend
🌷🌷
Nevrotebenno