Ja, dat klopt. pO2 is de partiële gasdruk van zuurstof, oftewel het deel van de luchtdruk dat veroorzaakt wordt door de zuurstofmoleculen. Hoe groter die partiële gasdruk van O2, hoe groter de O2-concentratie in de lucht.
In Binas (83E) wordt er ook gesproken van een reactie van CO2 met Hb(O2)NH2. Die daaronder weer met een H+ bindt. Uit die reactie komt vervolgens weer een O2 vrij. Is er nog iets van belang bij deze reactie waar ik op zou moeten letten als ik er een vraag over krijg op een toets?
Wat in 83 E wordt getoond is dat CO2 kan binden aan HbO2, waarbij O2 vrijkomt van hemoglobine. Het combineert de 1e en 3e evenwichtsreactie die ik in de video toon. Het laat zien dat CO2 op twee manieren de binding van O2 aan hemaglobine beïnvloedt. Ten eerste zorgt meer CO2 voor een lagere pH, dus meer H+. Meer H+ verschuift de 1e evenwichtreactie naar links: O2 komt vrij van hemoglobine. CO2 bindt ook aan hemoglobine, waarbij carbaminohemoglobine ontstaat (HbNHCOOH). De affiniteit van Hb voor O2 wordt hierdoor verlaagt. Dit zorgt voor een rechtsverschuiving van de zuurstofdissociatiecurve. Deze relatie tussen een lage pH, een hoge pCO2 en de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof wordt ook wel het Bohr-effect genoemd.
Ik snap het begrip pO2 niet zo goed. Als de druk van zuurstof hoger is, betekent dat dan ook dat er zich meer zuurstof bevindt?
Ja, dat klopt. pO2 is de partiële gasdruk van zuurstof, oftewel het deel van de luchtdruk dat veroorzaakt wordt door de zuurstofmoleculen. Hoe groter die partiële gasdruk van O2, hoe groter de O2-concentratie in de lucht.
Oké super bedankt!
In Binas (83E) wordt er ook gesproken van een reactie van CO2 met Hb(O2)NH2. Die daaronder weer met een H+ bindt. Uit die reactie komt vervolgens weer een O2 vrij. Is er nog iets van belang bij deze reactie waar ik op zou moeten letten als ik er een vraag over krijg op een toets?
Wat in 83 E wordt getoond is dat CO2 kan binden aan HbO2, waarbij O2 vrijkomt van hemoglobine. Het combineert de 1e en 3e evenwichtsreactie die ik in de video toon. Het laat zien dat CO2 op twee manieren de binding van O2 aan hemaglobine beïnvloedt. Ten eerste zorgt meer CO2 voor een lagere pH, dus meer H+. Meer H+ verschuift de 1e evenwichtreactie naar links: O2 komt vrij van hemoglobine. CO2 bindt ook aan hemoglobine, waarbij carbaminohemoglobine ontstaat (HbNHCOOH). De affiniteit van Hb voor O2 wordt hierdoor verlaagt. Dit zorgt voor een rechtsverschuiving van de zuurstofdissociatiecurve. Deze relatie tussen een lage pH, een hoge pCO2 en de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof wordt ook wel het Bohr-effect genoemd.