Geert Hofstede, Het belang van verschillende landenculturen 4

แชร์
ฝัง
  • เผยแพร่เมื่อ 9 ม.ค. 2025
  • Mogen we terugkeren naar de relatie België-Nederland? Ik wou het met u nog hebben over beider individualisme. Uit de cijfers van uw onderzoek blijkt dat beide kanten ongeveer even individualistisch ingesteld zijn: het gaat veruit in de eerste plaats om mij en mijn naasten. Maar wat ik niet bij u terugvindt, is dat het individualisme aan de twee kanten van de grens toch wel heel verschillend ingekleurd wordt. De Nederlander is geneigd eigen verantwoordelijkheid te nemen, eventueel ook voor de ander: een vorm van ‘outgoing’ en soms zelfs bemoeizuchtig individualisme; de Belg zegt “als je mij met rust laat, laat ik ook jou met rust”, een soort eilandindividualisme. Hij zit op dat eiland natuurlijk wel samen met zijn naasten. Herkent u dat?
    Ja, dat herken ik. Ik kan het ook benoemen, maar het is niet uit de dimensies af te leiden. De werkelijkheid is heel divers, terwijl de dimensies slechts concepten zijn, handige concepten om in de veelvormige werkelijkheid wat structuur aan te brengen.
    U weet dat de meeste mensen geen behoefte hebben aan ingewikkelde verhalen. Mij wordt vaak gevraagd wat ik nou beschouw als het ene belangrijkste verschil tussen Belgen en Nederlanders. Wat zou ú daarop antwoorden?
    [Ik had eerlijk gezegd verwacht dat mijn gesprekspartner weigerachtig zou zijn om deze vraag te beantwoorden. Maar nee, hij dacht een hele tijd na en ik stoorde hem daarbij niet. Na ongeveer een halve minuut kwam zijn antwoord: “De Belgen eten lekkerder.” Dat was een komisch moment in het interview. Toen we uitgelachen waren, vroeg ik Hofstede een beetje plagerig waar ik dat in zijn dimensies kon terugvinden.] Wat ik al zei, ze hechten meer belang aan plezier. Na mijn hoogleraarschap in Maastricht was ik nog een tijdje als Fellow verbonden aan de universiteit van Tilburg. Ik had toen ook veel contacten met Belgische collega’s en als ze op bezoek kwamen, nodigde ik ze uit voor de lunch. We hadden in Tilburg een restaurant waar ik hen tussen de middag een prima warme maaltijd kon aanbieden. Tot grote verrassing van de Belgen, die thuis gemeld hadden dat ze die dag niet al in Nederland gegeten zouden hebben.
    De kwaliteit van het eten is in Nederland de afgelopen dertig jaar wel enorm verbeterd.
    Dat is waar en dat is vooral onder invloed van de vele buitenlanders gebeurd, evenals in Duitsland trouwens. Nederlanders maken kennis met tal van buitenlandse keukens.
    Als we kijken naar andere culturen in Europa, dan zie je een tegenstrijdige beweging. Enerzijds gaan we steeds meer op elkaar lijken, maar anderzijds gaan aparte regio’s zich hoe langer hoe meer manifesteren. Hoe kijkt u daar naar?
    Er is geen algemene uitspraak over te doen. In het ene geval zus, in het andere geval zo. Het is net als bij mensen, die zijn toch ook niet over één kam te scheren? Je ziet een enorme diversiteit en grote tegenstellingen, en je hoopt dat het goed blijft gaan.
    Dit is een reactie die u typeert, mijns inziens: u bent erg op uw hoede voor stereotypen.
    Dat is juist. De dimensies in mijn onderzoek bestaan als zodanig niet, het zijn theoretische hulpmiddelen. Mensen mag je nooit identificeren met algemene kenmerken van hun land of cultuur. Dat is wat me zo stoort bij Amerikanen: zij hebben soms zo veel moeite om het verschil goed te zien tussen landen en individuen. Alleen al omdat ze zo verbazingwekkend weinig weten van de rest van de wereld.
    Zou je kunnen zeggen dat aandacht voor cultuurverschillen tussen mensen juist een middel is om er doorheen te kunnen kijken en de mens achter de nationale cultuur te zien?
    Helemaal eens: als je weet uit welke achtergrond iemand komt en hoe die als kind is opgevoed, helpt je dat om de persoon te begrijpen. Uiteindelijk zijn mensen belangrijk, niet cultuurverschillen.
    Dat is een mooie conclusie van dit gesprek. Ik wil je daar heel hartelijk voor bedanken.
    Ik vond het zelf wel een plezierig vervolg op ons contact in de aula van de universiteit van Gent, waar ik onlangs een lezing hield. Een kleinzoon van mij zat daar op de eerste rij. Hij noemt zichzelf driekwart Vlaming en voor de rest Nederlander. In deze periode oriënteert hij zich op hogere studies en het was een mooie gelegenheid om hem in contact te brengen met de Gentse universiteit.
    Van huis uit was ik al erg op België georiënteerd, voor mijn ouders het meest favoriete vakantieland en ik had later veel contact met Belgische collega’s. Mijn zoon Gert Jan woont met zijn gezin al lange tijd in Gent.
    En gaat die kleinzoon voor de machines kiezen of voor de mensen?
    We gaan het zien.

ความคิดเห็น •