[A2 - B1] Ders 25. Hollandacada 'Er' Kullanımı-2. Het Gebruik van 'Er' in het Nederlands-2

Er komt regen. Er kwam iemand binnen. Er gaat/ging iets mis
Er spelen kinderen in de tuin. Er zwemmen vissen in de rivier
Plotseling klonk er muziek uit de luidsprekers. Er groeien bloemen in de tuin
Er vliegen vogels in de lucht. Er brandt licht in de kamer
Op deze afdeling lopen er regelmatig stagiairs mee
Er fluiten vogels in de boom. Er rijdt een trein over het spoor
Er fietst een groep vrienden langs de rivier. Er vallen druppels op het raam
Heb je zin in een kopje thee? Ja, ik heb er/daar zin in. Ja, daar heb ik zin in
Nee, ik heb er/daar geen zin in. Nee, daar heb ik geen zin in
Heb je hem over het plan gesproken? Ja, ik heb hem er/daar over gesproken
Nee, ik heb hem er/daar nog niet over gesproken
Nee, daar heb ik hem nog niet over gesproken
Besteed je veel tijd aan het gamen? Ja, ik besteed er/daar veel tijd aan
Ja, daar besteed ik veel tijd aan. Nee, ik besteed er/daar niet veel tijd aan
Nee, daar besteed ik niet veel tijd aan
Wil je doorgaan met spelen? Ja, ik wil ermee/daarmee doorgaan
Ja, daar wil ik mee doorgaan. Nee, ik wil er/daar niet mee doorgaan

[@amatdesmotes]

Bedankt

[@hishamhisham2924]

Bedankt