วีดีโอ

Nou ja, altijd is wel erg sterk uitgedrukt. Maar normaal gesproken zal de vraagstelling zijn: bereken de solvabiliteit door het EV als percentage van het TV uit te drukken. Of: bereken de solvabiliteit als verhoudingsgetal tussen EV en VV. Het is dus zaak de vraag goed te lezen. Wordt er een verhoudingsgetal gevraagd, of een percentage? En moet je uitgaan van EV ten opzichte van VV of TV? Als er niets gegeven staat en er wordt alleen gevraagd de solvabiliteit te berekenen dan ga je normaalgesproken uit van EV/TV * 100%.

Dit antwoord geldt overigens alleen voor vwo. Voor havo staat de formule die gebruikt moet worden op het formuleblad.

@@its_the_economy bedoel je dat je uit moet gaan van EV/VV*100%?

@@jonaslucke6825 Nee, ik bedoel dat je in eerste instantie goed moet lezen wat er gevraagd wordt. Volgens het formuleblad kan op vwo elk verhoudingsgetal tussen EV/VV/TV gevraagd worden. Pas als daar niet duidelijk uit blijkt wat je moet doen, dan zou ik uitgaan van EV/VV * 100%. Dat is een 'veilige oplossing', omdat deze bij havo als standaard formule staat gegeven. Maar als je liever uitgaat van VV/TV * 100% of EV/TV * 100%, dan kan dat op vwo ook niet fout worden gerekend. Als oud bankier heb ik zelf altijd een voorkeur voor EV/TV * 100%, maar dat is persoonlijk.

Bedankt voor je enthousiaste reactie. Succes met je examen!

Graag gedaan!

Helaas, net zoals bij andere vakken horen ook bij Bedrijfseconomie de nodige begrippen. Maar je kan het ook positief bekijken: je weet nu precies wat het is!

Fijn dat je er wat aan hebt, graag gedaan!

Je krijgt aan het einde van de looptijd altijd 100% van de nominale waarde terug. Dus als je meer dan de nominale waarde hebt betaald, krijg je alleen de nominale waarde terug. Maar nooit minder dan de nominale waarde. Omdat iedereen weet dat je aan het einde van de looptijd de nominale waarde terugkrijgt, 'kruipt' de koers richting het einde van de looptijd altijd naar de 100% van de nominale waarde. In de periode tussen de uitgifte (emissie) en afloopdatum kan de koers van de obligatie wel fluctueren.

De liquide middelen horen bij de vlottende activa, vandaar dat ik dat niet apart heb vermeld. Dus beide noteringen kloppen. Vaak worden liquide middelen apart vermeld op de balans, maar dat hoeft niet. Vaste activa: alles wat langer dan één jaar of meer dan één productieproces meegaat. Vlottende activa: korter dan één jaar/ gaat één productieproces mee.

Daarom had ik de video 3 maanden geleden al gepubliceerd, vwo’ers kunnen toch plannen? Grapje, veel succes morgen!

Thnx!

gaat nooit lukken.

​@@Rocco._2004 veel weet je wel zonder te leren en wat je niet goed weet en wat je wel terugziet in vorige examens moet je nog ff leren

@Timothe Prima tip!

@@Sluipnutters ja maar als je niks begrijpt van de examens. Wij hebben een docent gehad van niks....

@@Sluipnutters heb de hele samenvatting en alle formules vandaag in me kop gezet met alle begrippen etcetera morgen examen proberen.

gaat onmogelijk worden

Bij 1 wel de andere niet

Dat is verwarrend want in het boek staat bij beide vlottende activa + liquide middelen. En alleen bij quick ratio zonder de goederenvoorraad.

@@davidhartman8451 oh ja klopt het is voor current ratio: Vla + LM / KVv en bij Quick ratio: Vla + LM -voorraad/kvv

Liquide middelen horen bij de vlottende activa. We vermelden liquide middelen vaak apart op de balans, maar in feite maakt het gewoon deel uit van de vlottende activa. Dus om je vraag te beantwoorden: ja, liquide middelen horen bij de vlottende activa.

Graag gedaan, veel succes 17 mei!

Mijn ervaring is dat ongeveer 50-70% binnen 3 uren klaar is. De overigen hebben meestal wel alle opgaven kunnen maken, maar gebruiken de resterende tijd om te controleren of ze alles juist en volledig hebben ingevuld. Een enkeling komt tijd tekort, maar dat komt vaak doordat ze niet voldoende hebben geoefend.

Je berekent de verschuldigde Box 3 belasting in verschillende stappen: - Eerst bereken je de grondslag sparen en beleggen (belastbaar vermogen min vrijstellingen); - Daarna bereken je het fictief rendement met behulp van de genoemde waarden (percentage gemiddeld rendement); Dit fictief rendement is het 'inkomen uit vermogen' waar je 30% belasting over verschuldigd bent. - Dus als laatste bereken je 30% over het fictief rendement (=voordeel sparen en beleggen).

Een belangrijk verschil tussen een Turbo en een optie is dat een optie een vaste looptijd heeft, maar geen stop-loss niveau. Een optie loopt dus altijd door tot het einde van de looptijd. Een Turbo heeft juist een stop-loss niveau maar géén vaste looptijd, de Turbo loopt in principe oneindig door, tenzij de stop-loss wordt geraakt. Dus in theorie kan een Turbo Long oneindig doorlopen bij een stijgende koers van de onderliggende waarde. Uiteraard is het de vraag hoe lang het zinvol is in een Turbo te blijven beleggen wanneer deze deep in the money is, want dan is er vrijwel geen hefboomeffect meer. Voor meer informatie over stop-loss niveaus van Turbo's: www.bnpparibasmarkets.nl/faq/?tags=Stop%20loss-niveau

Helemaal correct Harry! Sterker nog: de meeste aanbieders van Turbo-achtige producten dekken alle risico's zelf volledig af en pakken alleen een marge met de kosten (+ een rentemarge over het deel dat is geleend). Het is dus niet zo dat jouw verlies de winst van de aanbieder is, of andersom. De aanbieder loopt over het algemeen (vrijwel) geen risico en pakt toch een marge. Mooie business dus!

Goed om te horen, bedankt voor je reactie!

Goed om te horen, bedankt voor je compliment!

Bedankt voor je reactie!

Graag gedaan!

Ja, bank- en spaartegoeden (dus ook betaalrekeningen) tellen ook mee voor de grondslag sparen en beleggen: www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/vermogen_en_aanmerkelijk_belang/vermogen/wat_zijn_uw_bezittingen_en_schulden/uw_bezittingen/wat_zijn_uw_bezittingen

Top! Goed om te horen.

Als het goed is, is er een overeenkomst opgesteld waarin e.e.a. is vastgelegd. In deze overeenkomst is ook terug te vinden of het vruchtgebruik wel of niet eindigt bij overlijden van de bloot-eigenaar. Daar kan ik dus niets over zeggen omdat ik niet bekend ben met de inhoud van de overeenkomst. Dit soort overeenkomsten dienen bij voorkeur via een notaris te worden vastgelegd, zodat de notaris ook kan adviseren over de situatie bij overlijden.

Graag gedaan!

Graag gedaan, goed om te horen!

U kunt de check uitvoeren via de website van het UWV:www.svb.nl/nl/aow/woonsituaties/check-uw-situatie In principe geldt getrouwd = getrouwd. Of de partner wel of geen AOW ontvangt, maakt hiervoor niet uit. Neem bij twijfel contact op met het UWV. In sommige landen krijgt u een lagere AOW en vervalt de inkomensondersteuning AOW. Zie ook www.svb.nl/nl/aow/aow-buiten-nederland/u-gaat-buiten-nederland-wonen

Kan alles nu ook nog?

@@harm-jansiemerink6205 zolang je jezelf ertoe zet en erin gelooft kan alles bro😘😘

@@senne6825 bedankt bro❤️ succes

​@@harm-jansiemerink6205 we gaan halen bro

Nee, het is wellicht niet zo goed zichtbaar, maar er staat min één-driehonderdste (keer) Q kwadraat. Dit heb ik opgeschreven als -1/300Q^2. De afgeleide is dan -2/300Q en dat kan worden vereenvoudigd tot -1/150Q.