Mattheüs

Tekst: Mattheüs 26:17-19 en 26
Schriftlezing: Mattheüs 26:17-30
Thema: Brood
Van deze dienst is alleen de verkondiging met de gezongen Psalm ervoor en erna opgenomen.
Liturgie
Zingen: Ps. 113:1, Ps. 114:1, {Ps. 115:7, Ps. 136:11, 25}, {BDHA Ps. 22:13, Ps. 116:1,2,3,4}, Gez. 4:1
Brood, beker en meer vertellen de boodschap van Jezus’ lijden.
1 Pascha voor U (Mt.26:17)
De discipelen willen het Pascha klaarmaken. Voor Jezus...! Hun voorbereidingen zijn voor Hem bestemd. Het gaat aan de tafel om Jezus: we gedenken Zijn dood.
Pascha betekent ‘overslaan’. Het oordeel van de HEERE gaat je deur voorbij... vrijheid blijft over. De HEERE stelt het Pascha in om dat te blijven gedenken.
2 Pascha bij u (Mt. 26:18-19)
Jezus vertelt cryptisch (de verrader is erbij) waar Hij het Pascha wil houden: bij iemand die Hem als dé Meester kent. Pascha wordt daar gevierd waar Hij het voor het zeggen heeft.
Jezus vertelt dat het ook iemand is die weet waarom Hij gekomen is: Mijn tijd is nabij. De beslissende tijd is aangebroken. Jezus is gekomen om Zijn ziel tot losprijs te geven.
3 Dit is Mijn lichaam (Mt.26:26)
Jezus neemt het brood en zegent het, want het is een gave van God. Het kraakt aan tafel als Hij het brood breekt en Zichzelf uitdeelt: om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld.
De discipelen moeten nemen en eten. Want... dit is Zijn lichaam. Hij wil het: doet dat... Het brood dat wij breken is de gemeenschap met Zijn lichaam. Zo is het: Hij voor ons...