Heel erg bedankt voor het maken van deze video's!! Super fijn gestructureerd en ontzettend behulpzaam om de stof op het laatste moment nog even na te lopen :))
Stel ik wil de veerconstante berekenen, dan staan er twee formules hiervoor 3:30 Welke van die twee moet ik dan gebruiken? En wanneer weet je dat een voorwerp zich als een massa-veersysteem gedraagt?
Beste Maram, Dat ligt eraan wat er gegeven is: 1) Stel je weet van een veer dat deze 3 cm uitrekt als je er een gewicht van 100 gram aan hangt. Dan weet je dus u (=0,03 m) en je weet Fveer (= Fz = m*g = 0,100*9,81 = 0,981 N). Dan gebruik je de formule Fv = -C*u. De min laat je weg, omdat het om de grootte van de kracht gaat. 2) Maar het kan ook bijvoorbeeld dat gegeven is dat de veer gaat trillen met een frequentie van 10 Hz als je er een gewichtje van 100 gram aan hangt. Dan weet je T (=1/f = 0,10 s) en m (=100 g = 0,100 kg). Dan gebruik je dus de tweede formule voor de periode van een massa-veersysteem. Je ziet dat het dus helpt eerst op te schrijven wat gegeven is, met de juiste letters voor grootheden (uitrekking, periode, massa, etc). Dan herken je beter welke formule je moet gebruiken. Ik hoop dat het zo duidelijk is. Heel veel succes!
@@Melissa-jq2pz Als het je alleen gaat om de grootte van de kracht, dan kun je de min weglaten. Als je ook rekening moet houden met de richting van de kracht, dan neem je de min mee. Bijvoorbeeld: als de kracht positief is (wijst b.v. naar rechts), dan zal de uitrekking negatief zijn (wijst dus naar links). Dat komt omdat de kracht van de veer die je uitrekt altijd tegengesteld is aan de richting waarin je de veer uitrekt. Succes!
Dank u wel voor deze video! Ik had wel nog een vraag over de eerst examenopgaven. Waarom is de totale kracht op de veer Fz+ Fv? Want de veerkracht en zwaartekracht zijn toch tegengesteld aan richting?
Ik denk dat je bedoelt op 16:40. Goede vraag, want dit is inderdaad verwarrend. Eerst hangt er 2,8 kg aan. De veer rekt dan zover uit tot de veerkracht op dat moment gelijk is aan de zwaartekracht op die 2,8 kg. Dat is dus de 2,8*9,81. Dan wordt de veer vervolgens nog eens 9,0 cm extra uitgerekt. Daar is een extra kracht voor nodig. De veerkracht van de veer wordt dan ook groter. Dus je telt de twee krachten bij elkaar op. Ik hoop dat het zo duidelijk is!
Hoi Maxime, Op 19:10 leg ik uit dat uit de frequentie hetzelfde blijkt te zijn als in vraag 2. Wat je dus ziet is dat de op-en-neer gaande beweging eenzelfde frequentie heeft als de draaiende beweging. Jouw waarom-vraag kan twee dingen betekenen! 1) Stel je begint met een op-en-neer gaande beweging en de slinger draait niet. Bij het uitrekken van de veer gaat deze ook een heel klein beetje draaien. Stel je dat maar voor. Bij elke op-en-neer gaande beweging krijgt het gewicht dus ook een klein zetje in de richting waarin deze kan draaien. En omdat die frequentie waarbij dat gebeurt mooi gelijk is aan de frequentie waarbij het gewicht kan draaien, wordt die draaiende beweging versterkt. 2) Dat de frequenties zo mooi gelijk zijn heeft te maken met de eigenschappen van de veer (veerconstante b.v.) en de massa die eraan hangt. Die moeten goed afgestemd zijn op elkaar. Dus hun eigenfrequenties moeten gelijk zijn. Zo niet: dan krijg je geen resonantie en gaat de ene trilling niet over in de ander. Succes!
Je leest langs de horizontale as in figuur 4 de frequenties af. Met wat moeite: 210 Hz, 420 Hz, 640 Hz, 850 Hz. Dus je ziet dat ten opzichte van de laagste frequentie, de verhouding van de frequenties (afgerond) is: 1, 2, 3, 4. Ik hoop dat het helpt!
Hallo meneer, stel dat je van een golf een u,t-diagram krijgt. Is de periode/trillingstijd dan gelijk aan hoelang het duurt voordat één golf wordt afgelegd of gaat het over de trillingen die de golf veroorzaken?
Als je een (u,t)-diagram krijgt, bedenk dan dat je kijkt naar één punt van de golft. Dus je ziet de uitwijking als functie van de tijd van één punt in de ruimte. In zo'n diagram is de periode/trillingstijd één volledige op en neer gaande beweging die zich vervolgens herhaalt. Als je nu kijkt naar hoe die trilling vanuit dat ene punt zich voortplant, dan heb je het over de golf. En inderdaad: als je precies een periode wacht, dan is er ook precies één golflengte verschenen in de ruimte. Het laatste stukje van je vraag snap ik niet helemaal: "of gaat het over de trillingen die de golf veroorzaken?" Want die trilling is wel wat de golf veroorzaakt. Ik hoop dat het zo duidelijk is! Anders: gewoon weer vragen ;-)
@@scalaphysics4218 Dankuwel! Als ik het goed begrijp laat een u,t-diagram één trillend punt zien, zo heb je meerdere trillingen die de golf veroorzaken. En je hebt dus geen "golftijd".
Hoi Stan, Bedankt voor je vraag. Het gaat om het fragment bij 18:55. Het is handig de theorie over resonantie nog even op te zoeken. In het kort: resonantie treedt op als iets met een bepaalde frequentie kan trillen (de eigenfrequentie) en wordt aangedreven door iets anders met (ongeveer) diezelfde frequentie. De slinger van wilberforce bestaat eigenlijk uit twee systemen: hij kan op en neer gaan en hij kan draaien. Als je het gewicht naar beneden trekt, dan gaat de massa trillen (op en neer) met een frequentie van 0,67 Hz. Dat is vrijwel precies dezelfde frequentie als waarmee de massa aan de veer kan draaien om de verticale as. Die laatste trilling wordt dus versterkt. Kijk maar eens naar dit filmpje over slingers: th-cam.com/video/Tlcsym0dC9Y/w-d-xo.html. Alleen de slinger die eenzelfde slingertijd (periode) heeft als de eerste slinger gaat meetrillen. Succes!
20:56 Goede vraag, want dit gaat vaak mis! Het gaat om een radiosignaal, dus dat zijn elektromagnetische golven die zich met de lichtsnelheid voortplanten. Het is dus geen geluid en je moet ook niet de geluidssnelheid gebruiken. Overigens over taal: de geluidssnelheid is de golfsnelheid van een geluidsgolf. Dus golfsnelheid is meer algemeen, het kan dan nog over geluid gaan (door lucht, steen, etc.) of elektromagnetische golven (licht, radiogolven, etc.)...
jammer dat je zo lang moet zoeken naar goede videos... gelukkig heb ik wel deze gevonden :)
Super helder en overzichtelijk, bedankt!
Dat is mooi, graag gedaan!
Heel erg bedankt voor het maken van deze video's!! Super fijn gestructureerd en ontzettend behulpzaam om de stof op het laatste moment nog even na te lopen :))
u bent geweldig!!!!!
bedankt voor de video's! Deze was erg handig, en de video over modelleren ook
Dankuwel voor deze uitleg. Gaat u niet meer filmpjes plaatsen over de rest van de domeinen? Zouden veel mensen erg waarderen.
Ik wil ook voor de andere domeinen een filmpje maken. Komt binnenkort!
Stel ik wil de veerconstante berekenen, dan staan er twee formules hiervoor 3:30
Welke van die twee moet ik dan gebruiken? En wanneer weet je dat een voorwerp zich als een massa-veersysteem gedraagt?
Beste Maram,
Dat ligt eraan wat er gegeven is:
1) Stel je weet van een veer dat deze 3 cm uitrekt als je er een gewicht van 100 gram aan hangt. Dan weet je dus u (=0,03 m) en je weet Fveer (= Fz = m*g = 0,100*9,81 = 0,981 N). Dan gebruik je de formule Fv = -C*u. De min laat je weg, omdat het om de grootte van de kracht gaat.
2) Maar het kan ook bijvoorbeeld dat gegeven is dat de veer gaat trillen met een frequentie van 10 Hz als je er een gewichtje van 100 gram aan hangt. Dan weet je T (=1/f = 0,10 s) en m (=100 g = 0,100 kg). Dan gebruik je dus de tweede formule voor de periode van een massa-veersysteem.
Je ziet dat het dus helpt eerst op te schrijven wat gegeven is, met de juiste letters voor grootheden (uitrekking, periode, massa, etc). Dan herken je beter welke formule je moet gebruiken.
Ik hoop dat het zo duidelijk is. Heel veel succes!
@@scalaphysics4218 wanneer moet je bij de formule Fc = -C*u wel de min gebruiken en wanneer mag je hem weglaten?
@@Melissa-jq2pz Als het je alleen gaat om de grootte van de kracht, dan kun je de min weglaten. Als je ook rekening moet houden met de richting van de kracht, dan neem je de min mee. Bijvoorbeeld: als de kracht positief is (wijst b.v. naar rechts), dan zal de uitrekking negatief zijn (wijst dus naar links). Dat komt omdat de kracht van de veer die je uitrekt altijd tegengesteld is aan de richting waarin je de veer uitrekt. Succes!
@@scalaphysics4218 Bedankt!
Dank u wel voor deze video! Ik had wel nog een vraag over de eerst examenopgaven. Waarom is de totale kracht op de veer Fz+ Fv? Want de veerkracht en zwaartekracht zijn toch tegengesteld aan richting?
Ik denk dat je bedoelt op 16:40. Goede vraag, want dit is inderdaad verwarrend. Eerst hangt er 2,8 kg aan. De veer rekt dan zover uit tot de veerkracht op dat moment gelijk is aan de zwaartekracht op die 2,8 kg. Dat is dus de 2,8*9,81. Dan wordt de veer vervolgens nog eens 9,0 cm extra uitgerekt. Daar is een extra kracht voor nodig. De veerkracht van de veer wordt dan ook groter. Dus je telt de twee krachten bij elkaar op. Ik hoop dat het zo duidelijk is!
hey, een vraagje! Waarom is bij opgave 4 van "Slinger van Wilberforce" de frequentie hetzelfde als vraag 2?
Hoi Maxime,
Op 19:10 leg ik uit dat uit de frequentie hetzelfde blijkt te zijn als in vraag 2. Wat je dus ziet is dat de op-en-neer gaande beweging eenzelfde frequentie heeft als de draaiende beweging. Jouw waarom-vraag kan twee dingen betekenen!
1) Stel je begint met een op-en-neer gaande beweging en de slinger draait niet. Bij het uitrekken van de veer gaat deze ook een heel klein beetje draaien. Stel je dat maar voor. Bij elke op-en-neer gaande beweging krijgt het gewicht dus ook een klein zetje in de richting waarin deze kan draaien. En omdat die frequentie waarbij dat gebeurt mooi gelijk is aan de frequentie waarbij het gewicht kan draaien, wordt die draaiende beweging versterkt.
2) Dat de frequenties zo mooi gelijk zijn heeft te maken met de eigenschappen van de veer (veerconstante b.v.) en de massa die eraan hangt. Die moeten goed afgestemd zijn op elkaar. Dus hun eigenfrequenties moeten gelijk zijn. Zo niet: dan krijg je geen resonantie en gaat de ene trilling niet over in de ander.
Succes!
@@scalaphysics4218 Ik snap hem, dankuwel!! :)
ik snap niet hoe u aan de verhoudingen komt bij minuut 25:00
Je leest langs de horizontale as in figuur 4 de frequenties af. Met wat moeite: 210 Hz, 420 Hz, 640 Hz, 850 Hz. Dus je ziet dat ten opzichte van de laagste frequentie, de verhouding van de frequenties (afgerond) is: 1, 2, 3, 4. Ik hoop dat het helpt!
@@scalaphysics4218 yes bedankt
Hallo meneer,
stel dat je van een golf een u,t-diagram krijgt. Is de periode/trillingstijd dan gelijk aan hoelang het duurt voordat één golf wordt afgelegd of gaat het over de trillingen die de golf veroorzaken?
Als je een (u,t)-diagram krijgt, bedenk dan dat je kijkt naar één punt van de golft. Dus je ziet de uitwijking als functie van de tijd van één punt in de ruimte. In zo'n diagram is de periode/trillingstijd één volledige op en neer gaande beweging die zich vervolgens herhaalt.
Als je nu kijkt naar hoe die trilling vanuit dat ene punt zich voortplant, dan heb je het over de golf. En inderdaad: als je precies een periode wacht, dan is er ook precies één golflengte verschenen in de ruimte.
Het laatste stukje van je vraag snap ik niet helemaal: "of gaat het over de trillingen die de golf veroorzaken?" Want die trilling is wel wat de golf veroorzaakt.
Ik hoop dat het zo duidelijk is! Anders: gewoon weer vragen ;-)
@@scalaphysics4218 Dankuwel! Als ik het goed begrijp laat een u,t-diagram één trillend punt zien, zo heb je meerdere trillingen die de golf veroorzaken. En je hebt dus geen "golftijd".
hoe weet je bij de vraag "slinger van wilberforce" en dan vraag 4 dat er resonantie plaatsvindt?
Hoi Stan,
Bedankt voor je vraag.
Het gaat om het fragment bij 18:55. Het is handig de theorie over resonantie nog even op te zoeken. In het kort: resonantie treedt op als iets met een bepaalde frequentie kan trillen (de eigenfrequentie) en wordt aangedreven door iets anders met (ongeveer) diezelfde frequentie.
De slinger van wilberforce bestaat eigenlijk uit twee systemen: hij kan op en neer gaan en hij kan draaien. Als je het gewicht naar beneden trekt, dan gaat de massa trillen (op en neer) met een frequentie van 0,67 Hz. Dat is vrijwel precies dezelfde frequentie als waarmee de massa aan de veer kan draaien om de verticale as. Die laatste trilling wordt dus versterkt.
Kijk maar eens naar dit filmpje over slingers: th-cam.com/video/Tlcsym0dC9Y/w-d-xo.html. Alleen de slinger die eenzelfde slingertijd (periode) heeft als de eerste slinger gaat meetrillen.
Succes!
hey nog een vraagje😅, bij opgave 1 van LOFAR telescoop, waarom gebruikt u daar de golfsnelheid i.p.v geluidssnelheid?
20:56
Goede vraag, want dit gaat vaak mis! Het gaat om een radiosignaal, dus dat zijn elektromagnetische golven die zich met de lichtsnelheid voortplanten. Het is dus geen geluid en je moet ook niet de geluidssnelheid gebruiken.
Overigens over taal: de geluidssnelheid is de golfsnelheid van een geluidsgolf. Dus golfsnelheid is meer algemeen, het kan dan nog over geluid gaan (door lucht, steen, etc.) of elektromagnetische golven (licht, radiogolven, etc.)...
@@scalaphysics4218 aha, topp, dankuwel!!
😍😍😍😍😍😍😍💯💯💯🙏🙏🙏
top
Hoi is f =1/T alleen te gebruiken bij trillingen en niet bij golven? Welke formule moet er dan worden gebruikt bij golven
Bij een golf trillen meerdere punten en voor elk punt geldt dan ook f = 1/T. Succes vanmiddag!