ฝัง
- เผยแพร่เมื่อ 30 ก.ย. 2024
- Reactiewarmte berekenen
Een aflevering waarin een onderwerp wordt behandeld dat momenteel vaak gevraagd wordt in toetsen en examens. Hoe bereken je reactiewarmte m.b.v. vormingswarmten uit Binastabellen 57A en 57B? In deze video leer je het.
Website met oefenopgave en uitleg:
www.kemia.nl
Alweer een fraai filmpje. Dank je wel. Ik heb nog een vraag over zuurstof ontleden (2:55). In tabel 58 staat O2 onder de bindingsenergieen. Ik snap dat ze hier tegen elkaar wegvallen, maar moeten we ze als Pietje Precies eigenlijk niet gewoon meerekenen aan beide kanten? Trouwens, is binden niet hetzelfde als vormen?
Als je ze aan beide kanten rekent, vakken ze toch weg en doe je onnodig werk. Ook meer kans op fouten.
Het is ook niet juist, omdat we vormingswarmtes gebruiken. Dat gaat uit van O2 moleculen en niet losse atomen.
Dus: bindingsenergieën niet gebruiken.
Succes met scheikunde!!
LL, Living Legend
Tnx
Meneer Kemia heeft me weer gered, door alleen maar uw video’s te kijken en alles mee te schrijven (niet eens opdrachten gemaakt) een 8,3 gehaald. Bedankt voor al uw video’s en u redt hier super veel leerlingen mee!! 🫶🏻🤩
Een 8,3!!
Lekker hoor👍🏼
En we gaan er stilzwijgend vanuit dat we alle reacties uitvoeren in open bekers en dus bij een constante luchtdruk.
Middelbare school niveau, hè 😉 Niet te moeilijk maken
@@kemia Je merkt wel, ik heb geen scheikunde in mijn eindexamen-pakket gehad. De liefde voor schei- en natuurkunde kwam pas later.
U bent een held!
Hele fijne uitleg, maar in mijn boek (NOVA scheikunde HAVO4) staat deze opdracht als voorbeeld en daar komen ze op iets anders uit. Weet u misschien hoe dit kan?
Hoi Sara
Kijk even goed naar de reactievergelijking die in het voorbeeld van het boek wordt gebruikt. Let op de fase-aanduidingen. Kun je zelf ontdekken waar het verschil zit?
Succes met scheikunde!
hoe kom je op -11,25
Hoi
Door de waarden, die onder elkaar staan, op te tellen
@@kemia srry ik begrijp het nog steeds niet hoe heb je ze geteld want als ik onder elkaar doe krijg ik 11,06
+0,412 - 5,94 - 5,72 = -11,25
Waarom zou je bij die rekensom eerst alles keer 2 doen als je aan het einde het toch weer deelt door 2?
Hoi Siebe
Ik begrijp dat het in dit geval waar overbodig lijkt. Maar in de meeste gevallen zijn de coëfficiënten natuurlijk niet allemaal gelijk. Dus let de rekenmethode aan die werkt voor álle gevallen.
Succes met scheikunde!