@@muslimaaamuslimaa2209 I'm sorry, I wouldn't know how to help you,, but I can tell studying for the spreekvaardigheid using Huub's videos is the best thing you can do.. short and accurate answers!!
1. Bij wie gaat u wonen in Nederland? Bij (mijn)* partner Who are you going to live with in the Netherlands? With (my)* partner, 2. Hoe bent u hier gekomen? (Met de taxi How did you get here? (By a) taxi 3. Hoe gaat het met u? hell Goed How are you? Very good 4. Hoe gaat u naar uw werk? Met de bus, auto How do you go to work? (By ) bus , car 5. Hoe laat begint u met werken? om acht uur, Zeven uur, tien uur What time do you start working? at eight , Seven o'clock, ten o'clock 6. Hoe laat gaat u 's avonds naar bed? om tien uur, Zeven uur, What time do you go to bed at night? at ten o'clock, seven o'clock 7. Hoe laat is het nu? ik weet het niet , Zeven uur, tien uur What time is it now? I dont know, Seven o'clock, ten o'clock 8. Hoe laat stopt u met werken? Zeven uur, tien uur What time do you stop working? Seven o'clock, ten o'clock 9. Hoe laat wordt u 's ochtends wakker? Om negen uur. Zeven uur, tien uur What time do you stop working? At nine o'clock. Seven o'clock, ten o'clock 10. Hoe vaak bent u al in Nederland geweest? een keer How often have you been to the Netherlands? One time 11. Hoe vaak kijkt u tv? Heel vaak, elke dag, ik kijk geen tv How often do you watch TV? Very often, every day , i don´t watch tv 12. Hoe vaak luistert u naar de radio? elke dag, Heel vaak How often do you listen to the radio? every day , Very often, 13. Hoeveel broers en zussen hebt u? Ik heb een zussen, Twee, vijf, tien, een, ik heb alleen twee zussen, How many brothers and sisters do you have? I have one sister, Two, five, ten , one, I only have two sisters 14. Hoeveel dagen in de week werkt u? Zes dagen, Twee, vijf How many days a week do you work? six days, two, five 15. Hoeveel jaar school hebt u gehad? twintig jaar, Veertien jaar, tien, vijftien How many years of school have you had? 20 years, 14 years, Five, ten, fifteen 16. Hoeveel kinderen hebt u? ik heb geen kinderen , ik heb drie kinderen, Twee, vijf, tien How many children do you have? I dont have children, I have three children , Two, five, ten 17. Hoeveel talen spreekt u? Drie talen, Twee, vijf, tien How many languages do you speak? Three languages, Two, five, ten 18. In wat voor huis gaat u wonen in Nederland? in een appartament, What kind of house are you going to live in in the Netherlands? in an appartment 19. In welk land bent u geboren? In brazilië In which country were you born? In Brazil 20. In welke plaats gaat u wonen in Nederland? In Eindhoven Where are you going to live in the Netherlands? In Eindhoven 21. Met hoeveel mensen werkt u? met drie mensenTwee, vijf, tien How many people do you work with? with three people, Two, five, ten 22. Naar welke muziek luistert u graag? Popmuziek What music do you like to listen to? Pop music 23. Op welke dagen werkt u? van maandag tot zaterdag On which days do you work? from Monday to Saturday 24. Van welke muziek houdt u? Popmuziek What music do you like? Pop music 25. Waar bent u geboren? In Paraná, Brazilië Where were you born? 26. Waar heeft u Nederlands geleerd? met zelfstudie Where did you learn Dutch? By myself 27. Waar woont u? in Ponta Grossa Where do you live? in Ponta grossa 28. Waar woont uw familie? in Amerika Where does your family live? in usa 29. Waarom wilt u naar Nederland? voor mijn partner Why do you want to go to the Netherlands? Because of my partner 30. Wanneer bent u geboren? Op Twintig Januari, Negentien(19) Vijf(5) en Tachtig(80) When were you born? 31. Wanneer wilt u naar Nederland gaan? Dit jaar, in Juni, Morgen, volgende week, over drie maanden When do you want to go to the Netherlands? This year, In June, Tomorrow, next week, in three months 32. Wat doet u graag met uw familie? Eten en praten What do you like to do with your family? Eat and talk 33. Wat doet u graag met uw vrienden? winkelen, Eten, drinken, praten What do you like to do with your friends? shop, Eat, drink, talk 34. Wat doet u in het weekend? winkelen, Eten, drinken, praten What do you do on the weekend? Shop, Eat, drink, talk 35. Wat doet u in uw vrije tijd? winkelen, Eten, drinken, praten What do you do in your spare time? Shop, Eat, drink, talk 36. Wat doet u op een feestdag? drinken en dansen, Eten, drinken, praten What do you do on a holiday? drinking and dancing , Eat, drink, talk 37. Wat drinkt u graag? Koffie, thee, bier, water What do you like to drink? Coffee, tea, beer, water 38. Wat eet u 's avonds? rijst en kip What do you eat in the evening? Rice and chicken 39. Wat eet u 's ochtends? een broodje, Rijst, brood, koffie, banaan What do you eat in the morning? a sandwich , Rice, bread, coffee, banana 40. Wat gaat u morgen doen? werken, What are you going to do tomorrow? Work 41. Wat hebt u geleerd op school? Rechten, rekenenen en taal, Nederlands, veel dingen, What did you learn in school? Law, math and language, Dutch, many things 42. Wat hebt u gisteren gedaan? Veel dingen, werken (gewerkt) What did you do yesterday? Many things, work (worked) 43. Wat hebt u gisteren gegeten? rijst met kip, Patat, rijst, spaghetti What did you eat yesterday? rice with chicken , Fries, rice, spaghetti 44. Wat is uw adres? B.C één één drie acht What is your address? B. C. 1138 45. Wat is uw telefoonnummer? 0645310799 Acht Acht Acht Zeven Twee Twee Acht Één What is your phonenumber? 0645310799 46. Wat kookt u graag? spaghetti, Patat, rijst, What do you like to cook? spaghetti, Fries, rice 47. Wat vindt u van de Nederlandse taal? Moeilijk What do you think of the Dutch language? Difficult 48. Wat vindt u van Nederland? Mooi, leuk, heel nat What do you think of the Netherlands? Beautiful nice, very wet 49. Wat vindt u van Nederlandse mensen? Leuk mensen, Interessant, groot, klein What do you think of Dutch people? nice people, Interesting, big, small 50. Wat voor kleren draagt u vaak? een shirt en een broek, T-shirt, broek, schoenen, jurk What kind of clothes do you often wear? a shirt and pants , T-shirt, pants, shoes, dress 51. Wat voor kleren vindt u mooi? T-shirt, broek, schoenen, ik vind broeken mooi What kind of clothes do you like? T-shirt, pants, shoes, i like pants 52. Wat voor werk wilt u doen? Alles is goed, leraar, schoonmaken, administratie, Advocatuur What kind of work do you want to do? All is well, teacher, cleaning, administration, lawyer 53. Wat wilt u graag leren in Nederland? Nederlandse taal, ik wil nedelands leren What would you like to learn in the Netherlands? Dutch language, I want to learn Dutch 54. Welke dag is het vandaag? Woensdag, Maandag, dinsdag, donderdag What day is today? Wednesday, Monday Tuesday, Thursday 55. Welke dieren vindt u leuk? kittens Which animals do you like? kittens 56. Welke kleur vindt u mooi? Rood, wit, blauw, ik vind oranje mooi Which color do you like? Red White Blue, i like orange 57. Welke maand is het nu? Het is april, Januari, februari, maart What month is it now? It´s April, January February March 58. Welke talen spreekt u? Ik spreek spaans, Portugees, engels en een beetje nederlands, Which languages do you speak? I speak spanich, portuguese, english and a little bit of dutch 59. Wie helpt u met Nederlands leren? Mijn partner Who helps you learn Dutch? My partner 60. Wie wonen bij u in huis? Mijn partner Who lives in your house? My partner
Muchas gracias. Dank u wel. Thanks!
It is very helpful, thanks a million🙏🏼🌷
Dank u wel!🌺🌺🌺
Veel dank u vel👍👍👍
Bedankt😘🌹
thank you very much!!!! with your help I approved the exam! 10 in the spreekvaardigheid.. I just got the results this week!
Can u help us plz
@@muslimaaamuslimaa2209 I'm sorry, I wouldn't know how to help you,, but I can tell studying for the spreekvaardigheid using Huub's videos is the best thing you can do.. short and accurate answers!!
Congratz
I will have my exam in one week what advise do you have for me?
@@huubvergoossen4159 do you have advise for me about the exam I will sit for my exam in one week
Dank u wel
Veel👍👍👍dank u vel
Dank je wel
Dankuwel!
🙏
1. Bij wie gaat u wonen in Nederland? Bij (mijn)* partner
Who are you going to live with in the Netherlands? With (my)* partner,
2. Hoe bent u hier gekomen? (Met de taxi
How did you get here? (By a) taxi
3. Hoe gaat het met u? hell Goed
How are you? Very good
4. Hoe gaat u naar uw werk? Met de bus, auto
How do you go to work? (By ) bus , car
5. Hoe laat begint u met werken? om acht uur, Zeven uur, tien uur
What time do you start working? at eight
, Seven o'clock, ten o'clock
6. Hoe laat gaat u 's avonds naar bed? om tien uur, Zeven uur,
What time do you go to bed at night? at ten o'clock, seven o'clock
7. Hoe laat is het nu? ik weet het niet
, Zeven uur, tien uur
What time is it now? I dont know, Seven o'clock, ten o'clock
8. Hoe laat stopt u met werken? Zeven uur, tien uur
What time do you stop working? Seven o'clock, ten o'clock
9. Hoe laat wordt u 's ochtends wakker? Om negen uur. Zeven uur, tien uur
What time do you stop working? At nine o'clock.
Seven o'clock, ten o'clock
10. Hoe vaak bent u al in Nederland geweest? een keer
How often have you been to the Netherlands? One time
11. Hoe vaak kijkt u tv? Heel vaak, elke dag, ik kijk geen tv
How often do you watch TV? Very often, every day , i don´t watch tv
12. Hoe vaak luistert u naar de radio? elke dag, Heel vaak
How often do you listen to the radio? every day , Very often,
13. Hoeveel broers en zussen hebt u? Ik heb een zussen, Twee, vijf, tien, een, ik heb alleen twee zussen,
How many brothers and sisters do you have? I have one sister, Two, five, ten , one, I only have two sisters
14. Hoeveel dagen in de week werkt u? Zes dagen, Twee, vijf
How many days a week do you work? six days, two, five
15. Hoeveel jaar school hebt u gehad? twintig jaar, Veertien jaar, tien, vijftien
How many years of school have you had? 20 years, 14 years, Five, ten, fifteen
16. Hoeveel kinderen hebt u? ik heb geen kinderen
, ik heb drie kinderen, Twee, vijf, tien
How many children do you have? I dont have children, I have three children
, Two, five, ten
17. Hoeveel talen spreekt u? Drie talen, Twee, vijf, tien
How many languages do you speak? Three languages, Two, five, ten
18. In wat voor huis gaat u wonen in Nederland? in een appartament,
What kind of house are you going to live in in the Netherlands? in an appartment
19. In welk land bent u geboren? In brazilië
In which country were you born? In Brazil
20. In welke plaats gaat u wonen in Nederland? In Eindhoven
Where are you going to live in the Netherlands? In Eindhoven
21. Met hoeveel mensen werkt u? met drie mensenTwee, vijf, tien
How many people do you work with? with three people, Two, five, ten
22. Naar welke muziek luistert u graag? Popmuziek
What music do you like to listen to? Pop music
23. Op welke dagen werkt u? van maandag tot zaterdag
On which days do you work? from Monday to Saturday
24. Van welke muziek houdt u? Popmuziek
What music do you like? Pop music
25. Waar bent u geboren? In Paraná, Brazilië
Where were you born?
26. Waar heeft u Nederlands geleerd? met zelfstudie
Where did you learn Dutch? By myself
27. Waar woont u? in Ponta Grossa
Where do you live? in Ponta grossa
28. Waar woont uw familie? in Amerika
Where does your family live? in usa
29. Waarom wilt u naar Nederland? voor mijn partner
Why do you want to go to the Netherlands? Because of my partner
30. Wanneer bent u geboren? Op Twintig Januari, Negentien(19) Vijf(5) en Tachtig(80)
When were you born?
31. Wanneer wilt u naar Nederland gaan? Dit jaar, in Juni, Morgen, volgende week, over drie maanden
When do you want to go to the Netherlands? This year, In June, Tomorrow, next week, in three months
32. Wat doet u graag met uw familie? Eten en praten
What do you like to do with your family? Eat and talk
33. Wat doet u graag met uw vrienden? winkelen, Eten, drinken, praten
What do you like to do with your friends? shop, Eat, drink, talk
34. Wat doet u in het weekend? winkelen, Eten, drinken, praten
What do you do on the weekend? Shop, Eat, drink, talk
35. Wat doet u in uw vrije tijd? winkelen, Eten, drinken, praten
What do you do in your spare time? Shop, Eat, drink, talk
36. Wat doet u op een feestdag? drinken en dansen, Eten, drinken, praten
What do you do on a holiday? drinking and dancing
, Eat, drink, talk
37. Wat drinkt u graag? Koffie, thee, bier, water
What do you like to drink? Coffee, tea, beer, water
38. Wat eet u 's avonds? rijst en kip
What do you eat in the evening? Rice and chicken
39. Wat eet u 's ochtends? een broodje, Rijst, brood, koffie, banaan
What do you eat in the morning? a sandwich
, Rice, bread, coffee, banana
40. Wat gaat u morgen doen? werken,
What are you going to do tomorrow? Work
41. Wat hebt u geleerd op school? Rechten, rekenenen en taal, Nederlands, veel dingen,
What did you learn in school? Law, math and language, Dutch, many things
42. Wat hebt u gisteren gedaan? Veel dingen, werken (gewerkt)
What did you do yesterday? Many things, work (worked)
43. Wat hebt u gisteren gegeten? rijst met kip, Patat, rijst, spaghetti
What did you eat yesterday? rice with chicken , Fries, rice, spaghetti
44. Wat is uw adres? B.C één één drie acht
What is your address? B. C. 1138
45. Wat is uw telefoonnummer? 0645310799 Acht Acht Acht Zeven Twee Twee Acht Één
What is your phonenumber? 0645310799
46. Wat kookt u graag? spaghetti, Patat, rijst,
What do you like to cook? spaghetti, Fries, rice
47. Wat vindt u van de Nederlandse taal? Moeilijk
What do you think of the Dutch language? Difficult
48. Wat vindt u van Nederland? Mooi, leuk, heel nat
What do you think of the Netherlands? Beautiful nice, very wet
49. Wat vindt u van Nederlandse mensen? Leuk mensen, Interessant, groot, klein
What do you think of Dutch people? nice people, Interesting, big, small
50. Wat voor kleren draagt u vaak? een shirt en een broek, T-shirt, broek, schoenen, jurk
What kind of clothes do you often wear? a shirt and pants , T-shirt, pants, shoes, dress
51. Wat voor kleren vindt u mooi? T-shirt, broek, schoenen, ik vind broeken mooi
What kind of clothes do you like? T-shirt, pants, shoes, i like pants
52. Wat voor werk wilt u doen? Alles is goed, leraar, schoonmaken, administratie, Advocatuur
What kind of work do you want to do? All is well, teacher, cleaning, administration, lawyer
53. Wat wilt u graag leren in Nederland? Nederlandse taal, ik wil nedelands leren
What would you like to learn in the Netherlands? Dutch language, I want to learn Dutch
54. Welke dag is het vandaag? Woensdag, Maandag, dinsdag, donderdag
What day is today? Wednesday, Monday Tuesday, Thursday
55. Welke dieren vindt u leuk? kittens
Which animals do you like? kittens
56. Welke kleur vindt u mooi? Rood, wit, blauw, ik vind oranje mooi
Which color do you like? Red White Blue, i like orange
57. Welke maand is het nu? Het is april, Januari, februari, maart
What month is it now? It´s April, January February March
58. Welke talen spreekt u? Ik spreek spaans, Portugees, engels en een beetje nederlands,
Which languages do you speak? I speak spanich, portuguese, english and a little bit of dutch
59. Wie helpt u met Nederlands leren? Mijn partner
Who helps you learn Dutch? My partner
60. Wie wonen bij u in huis? Mijn partner
Who lives in your house? My partner
Es posible tener las preguntas escritas ''? tengo que hacer el examen A1
Thanks
Bedankt
mooi
Goed
Dank je wel
Goed
Goed