Met krimpende atomen kan je de versnelde roodverschuiving verklaren, die de indruk wekken dat de sterrenstelsels versneld uit elkaar accelereren en heb je geen donkere energie meer nodig, die de versnelde uitdijing kan verklaren. Als atomen krimpen dan krimpen ook de elektronenschillen die de frequentie bepalen, wanneer een atoom halveert in diameter, dan halveert ook de elektronenschillen, daarmee halveert ook de golflengte, die dan een dubbele frequentie op levert. Met gehalveerde atomen word ook de interactie tussen de atomen 2 maal zo snel en zal ook de volgende halvering 2 maal zo snel gaan, als je daarmee de ruimte en dus naar het verleden kijkt en je ziet een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, dan kijk je naar atomen met een dubbele diameter, die een 2 maal zo grote golflengte uitstralen en gaat daar de tijd maar half zo snel en zal maar de helft van de energie uitstralen. Een sterrenstelsel met 75% roodverschuiving, heeft dan atomen die een diameter hebben die 4 maal zo groot is en maar een kwart van de frequentie uitstralen, waar het klokje maar een kwart van de snelheid heeft en krimpen de atomen daar maar met de halve snelheid vergeleken met een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving en staat dan ook 3 maal zo ver als een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving. Als onze klok 2 maal zo snel gaat, gaat ook het krimpen 2 maal sneller. Met de Constante van Hubble zou je een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving op bijna 7 miljard lichtjaar schatten en zou de volgende halvering in 3,5 miljard jaar plaats vinden maar gaat ook ons klokje sneller lopen zodat je dan nog denkt dat het bijna 7 miljard jaar geduurd heeft. Maar blijkt ook dat met krimpende atomen de Constante van Hubble niet meer klopt, omdat men er van uit kon gaan dat als je een dubbele roodverschuiving hebt je ook een dubbele afstand zou hebben en zou de Constante van Hubble en van Planck de prullenbak in kunnen. Dan zitten we in een stabiel heelal, met een elektromagnetisch medium en waar je geen relativiteitstheorie meer nodig hebt om de waargenomen roodverschuiving te verklaren.
Je hoort wel eens dat het heelal uit dijt en dat het de ruimte is die uit dijt en de sterrenstelsels gewoon blijven staan, dat zou er op kunnen duiden dat we met krimpende atomen zitten, waar de sterrenstelsels gewoon op hun plaats blijven maar het lijkt alsof we uit elkaar drijven, maar is het de meetlat die krimpt en daardoor een grotere afstand meet. Als een object 13,4 miljard jaar licht uit zend, dan ontstaat er een bolvormige ruimte met een straal van 13,4 miljard lichtjaar, waar dat licht zichtbaar is, wij kunnen de oerknal restanten waarnemen op 13,4 miljard lichtjaar en zijn wij dus in die bolvormige ruimte en omdat wij dat kunnen zien dan moet dit object zich dus niet verplaatst hebben en is de roodverschuiving van 97,5% geen teken dat het zich met 97,5% van de lichtsnelheid van ons verwijderd.
Nu lijkt het er op dat die oerknal aanhangers er van uit gaan dat het elektromagnetisch medium aan onze positie vast zit en en de straling van de oerknal restanten dan gewoon met de lichtsnelheid onze kant op komt. Tot die gedachte ben ik gekomen omdat de oerknal restanten met 97,5% roodverschuiving volgens de Constante van Hubble op 13,4 miljard lichtjaar stonden toen de straling werd uitgezonden, dat zou betekenen dat de straling van de oerknal restanten gewoon met de lichtsnelheid onze kant is opgekomen, waar je eerder zou denken dat als het licht gewoon met de lichtsnelheid naar ons toe komt, dat we in een stabiel heelal zitten en bewijs zou zijn voor een stabiel heelal, maar word er door de oerknal aanhangers beweerd dat het licht van de oerknal restanten met de lichtsnelheid onze kant op komt, als of het elektromagnetisch medium dan stabiel is en aan onze positie vast zit, wat met een uitdijend heelal ongeloofwaardig is, maar past het wel bij een stabiel heelal, dat is net als dat de sterrenstelsels stil staan en de ruimte uitgerekt word, dat past prima bij de krimpende atomen theorie. Nu word de relativiteitstheorie gebruikt om het duidelijk te maken, maar doen ze daar wel geheimzinnig over.normaal gingen de wetenschappers er van uit, dat van uit iedere positie in het heelal het er hetzelfde uit zou zien, maar als die oerknal restanten met 97,5% van de lichtsnelheid zich verwijderen, dan zou de straling met bijna 2 maal de lichtsnelheid worden uitgezonden en zou als wij 13,4 miljard jaar geleden ook straling hadden uitgezonden dat nu bij de oerknal restanten zichtbaar moeten zijn, wat met zo een stellingname onmogelijk is.
Als je bedenkt dat de versnelde roodverschuiving niet te verklaren is met de oerknal theorie, omdat de versnelling van sterrenstelsels in de eerste plaats niet past in het plaatje van de oerknal, waar de zwaartekracht juist vertragend werkt en we ook structuren zien in de ruimte van een sponsachtige structuur, die de aantrekkingskracht naar buiten doet toenemen. Dat men dan donkere energie verzint om niet aan de oerknal te hoeven denken, dat die mogelijk niet klopt, maar klopt de donkere energie ook al niet en vult men gaten met gaten. Dan zou je wel eens kunnen denken dat er krimpende atomen zijn, die beter passen bij de waargenomen feiten.Als atomen krimpen dan krijg je een hogere frequentie en gaat ook de tijd gelijktijdig sneller, als je dan de ruimte in kijkt en je ziet een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, dan kijk je naar atomen met een dubbele diameter en een klok die maar half zo snel is. Volgens de Constante van Hubble en Planck staat zo een stelsel op bijna 7 miljard lichtjaar toen dat licht werd uitgezonden wat we nu waar kunnen nemen en zijn de atomen in 7 miljard jaar gehalveerd in diameter en is het klokje 2 maal zo snel geworden en zal de volgende halvering in 3,5 miljard jaar plaats vinden, alleen kunnen wij dat niet zien, als je klokje 2 maal zo snel gaat lopen en lijkt het ook dan 7 miljard jaar te duren. Je kan het ook terug rekenen dat de vorige halvering 14 miljard jaar duurde, dat een sterrenstelsel met 75% roodverschuiving en een klok die met een kwart van onze snelheid gaat en atomen met een 4 maal zo grote diameter, er 14 miljard jaar over doet en klopt dan de constante van Hubble en Planck dan niet meer als een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving op 7 miljard lichtjaar afstand staat en een stelsel met 75% roodverschuiving dan op 21 miljard lichtjaar staat.Dit sluit ook aardig aan op de rest van het oerknal verhaal, waar het elektromagnetisch medium is verruilt voor fotonen in het vacuüm, dan zouden de fotonen hier gewoon met 90% van de lichtsnelheid aan komen, van sterrenstelsels met 10% roodverschuiving, als je die door laat gaan naar een volgende sterrenstelsel met 10% roodverschuiving, dan zouden de fotonen daar met 80% van de lichtsnelheid aan komen en heb je een dubbele afstand bij een dubbele roodverschuiving, als we dat toepassen op de oerknal restanten die een roodverschuiving hebben van 97,5% en volgens de Constante van Hubble en Planck op 13,4 miljard lichtjaar stonden toen het licht werd uitgezonden dat wij nu kunnen waar nemen, dan zouden de fotonen hier aan komen met 2,5% van de lichtsnelheid, maar zou je wel verwachten dat die fotonen nog onderweg waren met deze snelheid. Dus nu klopt het verhaal met de constante van Hubble en Planck wel, als je niet te ver gaat, maar nu klopt er verder op niks meer van en zorgt de constante van Hubble en Planck alleen maar voor chaos en raken ze het vertrouwen kwijt, waar ze 100 jaar op hebben zitten teren.
De parallax, die we gebruiken om de afstand van sterren te berekenen en we daarbij als basis gebruiken, het rondje van de Aarde om de Zon, van 300 miljoen kilometer lijkt veel maar kom je niet verder als 200 lichtjaar. Ik heb echter bedacht dat we een basis kunnen gebruiken die 2400 keer groter is en daarmee, bijna 500.000 lichtjaar ver de afstand kunnen bepalen, wat 2,5 keer verder is als onze melkweg groot is. Dan moeten we de baan van de Zon gebruiken, die met 840.000 kilometer per uur een rondje om de melkweg centrum maakt en in 1 jaar 7.363.440.000 kilometer af legt wat een 24 maal grotere basis vormt als we met het rondje om de Zon hebben, als je dan bedenkt, dat we oude foto,s hebben van 100 jaar geleden en die kunnen vergelijken met foto,s van nu, zou je dus nog een 100 maal grotere basis hebben. Je hebt dan wel de beperking, dat je alleen richting het melkweg centrum en haaks op de basis goed kan meten en dus over foto,s moet beschikken die daar 100 jaar geleden van gemaakt zijn, om de te kunnen vergelijken met de foto,s van nu om op 500.000 lichtjaar afstand de afstand van objecten te kunnen berekenen. We moeten nu al vast foto,s maken waar we over honderd jaar nog wat aan hebben, zodat we dat kunnen vergelijken.
Er word beweerd dat de Maan door getijden werking zich van de Aarde af beweegt, maar de Maan die door de vloedgolf extra word aangetrokken en ook versneld word, doordat de vloedgolf op Aarde door de rotatie ongeveer een uur voor loopt op de Maan en de piek van de vloedgolf ongeveer 1500 kilometer voor loopt op de Maan, de afstand tot de Maan is ongeveer 385.000 kilometer, dat zorgt er voor dat 99,5% van de vloedgolf kracht de Maan naar de Aarde trekt en met maar met 0,5% de Maan versneld, dan is het niet te aannemelijk dat de Maan door de getijden werking zich van de Aarde af beweegt en dat de Maan ook niet sneller word, er is geen enkele kracht die de Maan naar buiten trekt, dat de Maan dan toch 2 cm per jaar zich van de Aarde verwijderd heeft dan ook een andere oorzaak en wel dezelfde oorzaak die er verantwoordelijk voor is dat het lijkt dat de oerknal nog aan het versnellen is en dat is, dat onze atomen krimpen, het hele heelal evolueert en ook onze atomen, dat krimpen gebeurd volgens de Constante van Hubble, die de afstand aan de roodverschuiving koppelt en zo een schijnbare snelheid veroorzaakt, maar is het geen snelheid, maar het krimpen van de meetlat die een schijnbare snelheid op wekt, het is namelijk zo, dat als onze atomen krimpen de elektronen schillen kleiner worden en de elektronen die verantwoordelijk zijn voor de frequentie dan een kleinere baan beschrijven en sneller een rondje om de kern maken, die verhoogt de frequentie en als we dan de ruimte in kijken, kijken we naar het verleden, waar het krimpen achter loopt en dan een roodverschuiving veroorzaken, omdat de atomen groter zijn en ook de elektronen schillen groter zijn die een lagere frequentie uit zenden. Het lijkt er op dat de getijden werking er voor zorgt dat de Maan zich ongeveer 1 millimeter per jaar naar de Aarde toe beweegt en we met de Constante van Hubble uit kunnen rekenen dat het schijnbaar ongeveer 21 millimeter zich van de Aarde af beweegt en daar de 1 millimeter die de Maan zich richting de Aarde beweegt door de getijden beweging van afgetrokken moet worden om bij 20 millimeter uit te komen, die we met onze gekrompen meetlat waar kunnen nemen. Dan hebben we nog dat de Maan die een lagere baan heeft en dan ook sneller gaat dat niet kunnen waarnemen, omdat ons klokje ook sneller word en wel evenredig aan de toename van de frequentie.
De zwaartekracht, gaat de zwaartekracht met de lichtsnelheid of is het een directe kracht, als we nu naar fotonen en speciaal naar neutrino's kijken, dat zijn deeltjes en die horen eigenlijk niet de lichtsnelheid te kunnen halen, maar toch,als die neutrino's dan zo dwars door de Aarde gaan met de lichtsnelheid en de zwaartekracht zou met de lichtsnelheid gaan, dan kunnen deze deeltjes niet af geremd worden door de zwaartekracht, maar alleen versnelt worden, maar kunnen niet sneller als het licht, dan zouden neutrino's, meer massa horen te krijgen en zou de omgeving als reactie dan in de richting van de neutrino gaan wat mogelijk dan de snelle rotatie van sterrenstelsels mogelijk maakt, omdat de neutrino's die het sterrenstelsel verlaten de materie dan richting het centrum van het sterrenstelsel trekken. Er is ook nog wel een andere mogelijkheid dat sterrenstelsels onmogelijke snelheden hebben. Als we de ruimte in kijken, dan is het zo dat hoe verder een object staat het ook verder in de tijd terug is, wat je ziet, wat wij kunnen zien, is een stofwolk in het verste deel van het zichtbare en wij kunnen ook verder in de tijd terug kijken als 100 jaar geleden, daar door misten ze 100 jaar geleden veel informatie en speciaal de roodverschuiving, die laat zien, dat we aan het versnellen zijn, maar wat versnelt er dan, is het de oerknal, daar is geen verklaring voor te vinden, zijn het dan de krimpende atomen, dat zou best wel eens zo kunnen zijn, omdat als atomen krimpen er een hogere frequentie word uitgezonden en als voorbeeld een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, zou betekenen dat onze atomen ten opzichte van dat stelsel, zijn gehalveerd in diameter, daar door hebben elektronen die de frequentie veroorzaken, nog maar een half zo grootte baan als het sterrenstelsel met 50% roodverschuiving en loopt het klokje dan ook 2 maal zo snel, wat gelijk op gaat met de verhoogde frequentie, daar door gaat ook het krimpen sneller en sneller en lijkt het voor oerknal aanhangers dat de oerknal nog aan het versnellen is, maar is het gewoon het krimpen van atomen die dit veroorzaken en lijkt het dat alles verder weg komt te staan, dat sterrenstelsels verder weg komen te staan zonder dat zij bewegen en lijkt het dat de ruimte zelf aan het uit zetten is. Als we krimpen en de sterrenstelsels met 50% roodverschuiving, hebben een activiteit van 50% ten opzichte van ons stelsel, omdat het klokje daar maar half zo snel gaat en men naar nova's kijkt om te zien hoe ver die stelsels staan, dan geven die nova's maar de helft af van de energie en kan je zo maar denken dat zo een stelsel verder staat als in werkelijkheid, als je dan ziet dat die stelsels een rotatie snelheid hebben die niet pas bij de afstand, omdat je de grootte verkeerd in schat, dan ga je massa missen, omdat stelsel bij elkaar te houden.
Met krimpende atomen kan je de versnelde roodverschuiving verklaren, die de indruk wekken dat de sterrenstelsels versneld uit elkaar accelereren en heb je geen donkere energie meer nodig, die de versnelde uitdijing kan verklaren. Als atomen krimpen dan krimpen ook de elektronenschillen die de frequentie bepalen, wanneer een atoom halveert in diameter, dan halveert ook de elektronenschillen, daarmee halveert ook de golflengte, die dan een dubbele frequentie op levert. Met gehalveerde atomen word ook de interactie tussen de atomen 2 maal zo snel en zal ook de volgende halvering 2 maal zo snel gaan, als je daarmee de ruimte en dus naar het verleden kijkt en je ziet een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, dan kijk je naar atomen met een dubbele diameter, die een 2 maal zo grote golflengte uitstralen en gaat daar de tijd maar half zo snel en zal maar de helft van de energie uitstralen. Een sterrenstelsel met 75% roodverschuiving, heeft dan atomen die een diameter hebben die 4 maal zo groot is en maar een kwart van de frequentie uitstralen, waar het klokje maar een kwart van de snelheid heeft en krimpen de atomen daar maar met de halve snelheid vergeleken met een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving en staat dan ook 3 maal zo ver als een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving. Als onze klok 2 maal zo snel gaat, gaat ook het krimpen 2 maal sneller. Met de Constante van Hubble zou je een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving op bijna 7 miljard lichtjaar schatten en zou de volgende halvering in 3,5 miljard jaar plaats vinden maar gaat ook ons klokje sneller lopen zodat je dan nog denkt dat het bijna 7 miljard jaar geduurd heeft. Maar blijkt ook dat met krimpende atomen de Constante van Hubble niet meer klopt, omdat men er van uit kon gaan dat als je een dubbele roodverschuiving hebt je ook een dubbele afstand zou hebben en zou de Constante van Hubble en van Planck de prullenbak in kunnen. Dan zitten we in een stabiel heelal, met een elektromagnetisch medium en waar je geen relativiteitstheorie meer nodig hebt om de waargenomen roodverschuiving te verklaren.
Je hoort wel eens dat het heelal uit dijt en dat het de ruimte is die uit dijt en de sterrenstelsels gewoon blijven staan, dat zou er op kunnen duiden dat we met krimpende atomen zitten, waar de sterrenstelsels gewoon op hun plaats blijven maar het lijkt alsof we uit elkaar drijven, maar is het de meetlat die krimpt en daardoor een grotere afstand meet. Als een object 13,4 miljard jaar licht uit zend, dan ontstaat er een bolvormige ruimte met een straal van 13,4 miljard lichtjaar, waar dat licht zichtbaar is, wij kunnen de oerknal restanten waarnemen op 13,4 miljard lichtjaar en zijn wij dus in die bolvormige ruimte en omdat wij dat kunnen zien dan moet dit object zich dus niet verplaatst hebben en is de roodverschuiving van 97,5% geen teken dat het zich met 97,5% van de lichtsnelheid van ons verwijderd.
Samenwerking tussen kosmologen,astronomen en theoretisch fysici ?
Nu lijkt het er op dat die oerknal aanhangers er van uit gaan dat het elektromagnetisch medium aan onze positie vast zit en en de straling van de oerknal restanten dan gewoon met de lichtsnelheid onze kant op komt. Tot die gedachte ben ik gekomen omdat de oerknal restanten met 97,5% roodverschuiving volgens de Constante van Hubble op 13,4 miljard lichtjaar stonden toen de straling werd uitgezonden, dat zou betekenen dat de straling van de oerknal restanten gewoon met de lichtsnelheid onze kant is opgekomen, waar je eerder zou denken dat als het licht gewoon met de lichtsnelheid naar ons toe komt, dat we in een stabiel heelal zitten en bewijs zou zijn voor een stabiel heelal, maar word er door de oerknal aanhangers beweerd dat het licht van de oerknal restanten met de lichtsnelheid onze kant op komt, als of het elektromagnetisch medium dan stabiel is en aan onze positie vast zit, wat met een uitdijend heelal ongeloofwaardig is, maar past het wel bij een stabiel heelal, dat is net als dat de sterrenstelsels stil staan en de ruimte uitgerekt word, dat past prima bij de krimpende atomen theorie. Nu word de relativiteitstheorie gebruikt om het duidelijk te maken, maar doen ze daar wel geheimzinnig over.normaal gingen de wetenschappers er van uit, dat van uit iedere positie in het heelal het er hetzelfde uit zou zien, maar als die oerknal restanten met 97,5% van de lichtsnelheid zich verwijderen, dan zou de straling met bijna 2 maal de lichtsnelheid worden uitgezonden en zou als wij 13,4 miljard jaar geleden ook straling hadden uitgezonden dat nu bij de oerknal restanten zichtbaar moeten zijn, wat met zo een stellingname onmogelijk is.
Die witte jas is wat mij betreft overbodig .
De waanzin goed uitgelegd !...,kost wel wat..?
Als je bedenkt dat de versnelde roodverschuiving niet te verklaren is met de oerknal theorie, omdat de versnelling van sterrenstelsels in de eerste plaats niet past in het plaatje van de oerknal, waar de zwaartekracht juist vertragend werkt en we ook structuren zien in de ruimte van een sponsachtige structuur, die de aantrekkingskracht naar buiten doet toenemen. Dat men dan donkere energie verzint om niet aan de oerknal te hoeven denken, dat die mogelijk niet klopt, maar klopt de donkere energie ook al niet en vult men gaten met gaten. Dan zou je wel eens kunnen denken dat er krimpende atomen zijn, die beter passen bij de waargenomen feiten.Als atomen krimpen dan krijg je een hogere frequentie en gaat ook de tijd gelijktijdig sneller, als je dan de ruimte in kijkt en je ziet een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, dan kijk je naar atomen met een dubbele diameter en een klok die maar half zo snel is. Volgens de Constante van Hubble en Planck staat zo een stelsel op bijna 7 miljard lichtjaar toen dat licht werd uitgezonden wat we nu waar kunnen nemen en zijn de atomen in 7 miljard jaar gehalveerd in diameter en is het klokje 2 maal zo snel geworden en zal de volgende halvering in 3,5 miljard jaar plaats vinden, alleen kunnen wij dat niet zien, als je klokje 2 maal zo snel gaat lopen en lijkt het ook dan 7 miljard jaar te duren. Je kan het ook terug rekenen dat de vorige halvering 14 miljard jaar duurde, dat een sterrenstelsel met 75% roodverschuiving en een klok die met een kwart van onze snelheid gaat en atomen met een 4 maal zo grote diameter, er 14 miljard jaar over doet en klopt dan de constante van Hubble en Planck dan niet meer als een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving op 7 miljard lichtjaar afstand staat en een stelsel met 75% roodverschuiving dan op 21 miljard lichtjaar staat.Dit sluit ook aardig aan op de rest van het oerknal verhaal, waar het elektromagnetisch medium is verruilt voor fotonen in het vacuüm, dan zouden de fotonen hier gewoon met 90% van de lichtsnelheid aan komen, van sterrenstelsels met 10% roodverschuiving, als je die door laat gaan naar een volgende sterrenstelsel met 10% roodverschuiving, dan zouden de fotonen daar met 80% van de lichtsnelheid aan komen en heb je een dubbele afstand bij een dubbele roodverschuiving, als we dat toepassen op de oerknal restanten die een roodverschuiving hebben van 97,5% en volgens de Constante van Hubble en Planck op 13,4 miljard lichtjaar stonden toen het licht werd uitgezonden dat wij nu kunnen waar nemen, dan zouden de fotonen hier aan komen met 2,5% van de lichtsnelheid, maar zou je wel verwachten dat die fotonen nog onderweg waren met deze snelheid. Dus nu klopt het verhaal met de constante van Hubble en Planck wel, als je niet te ver gaat, maar nu klopt er verder op niks meer van en zorgt de constante van Hubble en Planck alleen maar voor chaos en raken ze het vertrouwen kwijt, waar ze 100 jaar op hebben zitten teren.
De dichtstbijzijnde ster vanaf de aarde is de zon en niet centauri 😂
De parallax, die we gebruiken om de afstand van sterren te berekenen en we daarbij als basis gebruiken, het rondje van de Aarde om de Zon, van 300 miljoen kilometer lijkt veel maar kom je niet verder als 200 lichtjaar. Ik heb echter bedacht dat we een basis kunnen gebruiken die 2400 keer groter is en daarmee, bijna 500.000 lichtjaar ver de afstand kunnen bepalen, wat 2,5 keer verder is als onze melkweg groot is. Dan moeten we de baan van de Zon gebruiken, die met 840.000 kilometer per uur een rondje om de melkweg centrum maakt en in 1 jaar 7.363.440.000 kilometer af legt wat een 24 maal grotere basis vormt als we met het rondje om de Zon hebben, als je dan bedenkt, dat we oude foto,s hebben van 100 jaar geleden en die kunnen vergelijken met foto,s van nu, zou je dus nog een 100 maal grotere basis hebben. Je hebt dan wel de beperking, dat je alleen richting het melkweg centrum en haaks op de basis goed kan meten en dus over foto,s moet beschikken die daar 100 jaar geleden van gemaakt zijn, om de te kunnen vergelijken met de foto,s van nu om op 500.000 lichtjaar afstand de afstand van objecten te kunnen berekenen. We moeten nu al vast foto,s maken waar we over honderd jaar nog wat aan hebben, zodat we dat kunnen vergelijken.
Jammer dat zijn gitaar stuk was...mooi gesprek dat wel,groetjess
Er word beweerd dat de Maan door getijden werking zich van de Aarde af beweegt, maar de Maan die door de vloedgolf extra word aangetrokken en ook versneld word, doordat de vloedgolf op Aarde door de rotatie ongeveer een uur voor loopt op de Maan en de piek van de vloedgolf ongeveer 1500 kilometer voor loopt op de Maan, de afstand tot de Maan is ongeveer 385.000 kilometer, dat zorgt er voor dat 99,5% van de vloedgolf kracht de Maan naar de Aarde trekt en met maar met 0,5% de Maan versneld, dan is het niet te aannemelijk dat de Maan door de getijden werking zich van de Aarde af beweegt en dat de Maan ook niet sneller word, er is geen enkele kracht die de Maan naar buiten trekt, dat de Maan dan toch 2 cm per jaar zich van de Aarde verwijderd heeft dan ook een andere oorzaak en wel dezelfde oorzaak die er verantwoordelijk voor is dat het lijkt dat de oerknal nog aan het versnellen is en dat is, dat onze atomen krimpen, het hele heelal evolueert en ook onze atomen, dat krimpen gebeurd volgens de Constante van Hubble, die de afstand aan de roodverschuiving koppelt en zo een schijnbare snelheid veroorzaakt, maar is het geen snelheid, maar het krimpen van de meetlat die een schijnbare snelheid op wekt, het is namelijk zo, dat als onze atomen krimpen de elektronen schillen kleiner worden en de elektronen die verantwoordelijk zijn voor de frequentie dan een kleinere baan beschrijven en sneller een rondje om de kern maken, die verhoogt de frequentie en als we dan de ruimte in kijken, kijken we naar het verleden, waar het krimpen achter loopt en dan een roodverschuiving veroorzaken, omdat de atomen groter zijn en ook de elektronen schillen groter zijn die een lagere frequentie uit zenden. Het lijkt er op dat de getijden werking er voor zorgt dat de Maan zich ongeveer 1 millimeter per jaar naar de Aarde toe beweegt en we met de Constante van Hubble uit kunnen rekenen dat het schijnbaar ongeveer 21 millimeter zich van de Aarde af beweegt en daar de 1 millimeter die de Maan zich richting de Aarde beweegt door de getijden beweging van afgetrokken moet worden om bij 20 millimeter uit te komen, die we met onze gekrompen meetlat waar kunnen nemen. Dan hebben we nog dat de Maan die een lagere baan heeft en dan ook sneller gaat dat niet kunnen waarnemen, omdat ons klokje ook sneller word en wel evenredig aan de toename van de frequentie.
die slager met de witte jas zit in de verkeerde winkel
De zwaartekracht, gaat de zwaartekracht met de lichtsnelheid of is het een directe kracht, als we nu naar fotonen en speciaal naar neutrino's kijken, dat zijn deeltjes en die horen eigenlijk niet de lichtsnelheid te kunnen halen, maar toch,als die neutrino's dan zo dwars door de Aarde gaan met de lichtsnelheid en de zwaartekracht zou met de lichtsnelheid gaan, dan kunnen deze deeltjes niet af geremd worden door de zwaartekracht, maar alleen versnelt worden, maar kunnen niet sneller als het licht, dan zouden neutrino's, meer massa horen te krijgen en zou de omgeving als reactie dan in de richting van de neutrino gaan wat mogelijk dan de snelle rotatie van sterrenstelsels mogelijk maakt, omdat de neutrino's die het sterrenstelsel verlaten de materie dan richting het centrum van het sterrenstelsel trekken. Er is ook nog wel een andere mogelijkheid dat sterrenstelsels onmogelijke snelheden hebben. Als we de ruimte in kijken, dan is het zo dat hoe verder een object staat het ook verder in de tijd terug is, wat je ziet, wat wij kunnen zien, is een stofwolk in het verste deel van het zichtbare en wij kunnen ook verder in de tijd terug kijken als 100 jaar geleden, daar door misten ze 100 jaar geleden veel informatie en speciaal de roodverschuiving, die laat zien, dat we aan het versnellen zijn, maar wat versnelt er dan, is het de oerknal, daar is geen verklaring voor te vinden, zijn het dan de krimpende atomen, dat zou best wel eens zo kunnen zijn, omdat als atomen krimpen er een hogere frequentie word uitgezonden en als voorbeeld een sterrenstelsel met 50% roodverschuiving, zou betekenen dat onze atomen ten opzichte van dat stelsel, zijn gehalveerd in diameter, daar door hebben elektronen die de frequentie veroorzaken, nog maar een half zo grootte baan als het sterrenstelsel met 50% roodverschuiving en loopt het klokje dan ook 2 maal zo snel, wat gelijk op gaat met de verhoogde frequentie, daar door gaat ook het krimpen sneller en sneller en lijkt het voor oerknal aanhangers dat de oerknal nog aan het versnellen is, maar is het gewoon het krimpen van atomen die dit veroorzaken en lijkt het dat alles verder weg komt te staan, dat sterrenstelsels verder weg komen te staan zonder dat zij bewegen en lijkt het dat de ruimte zelf aan het uit zetten is. Als we krimpen en de sterrenstelsels met 50% roodverschuiving, hebben een activiteit van 50% ten opzichte van ons stelsel, omdat het klokje daar maar half zo snel gaat en men naar nova's kijkt om te zien hoe ver die stelsels staan, dan geven die nova's maar de helft af van de energie en kan je zo maar denken dat zo een stelsel verder staat als in werkelijkheid, als je dan ziet dat die stelsels een rotatie snelheid hebben die niet pas bij de afstand, omdat je de grootte verkeerd in schat, dan ga je massa missen, omdat stelsel bij elkaar te houden.
als jupiter iets dichterbij had gestaan,zou n appel omhoog vallen.
Lengte contractie van Lorenz betreffende atomen 😮
“Muziek “….
wat is dit slecht zeg : ) , het publiek valt nog mee : )
jij weet het allemaal veel beter natuurlijk
@@Bananenbennie , ja , ik weet genoeg.., waanzin allemaal, maar geloof is vrij ..
🇺🇳1:06:39