Conjuncties met gewone hoofdzin : EN (plus) Ik kom naar school en ik studeer veel. Ik kom graag naar LBC en ik leer Nederlands. MAAR (contradictie) Ik slaap veel, maar ik ben altijd moe. Ik studeer veel, maar ik moet Nederlands leren. OF (keuze) Ik lees een boek of ik kijk naar TV. In het weekend bezoek ik vrienden of mijn vrienden mij bezoeken. WANT (reden) Ik werk hard, want ik wil rijk worden. Ik heb geen een vriendelijke buurman/buurvrouw, want helaas mijn buurman heel lawaai maken. Ook jullie kunnen extra zinnen maken - gebruik je fantasie!
Aandoen Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik doe aan jij doet aan hij doet aan wij doen aan jullie doen aan zij doen aan Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik deed aan jij deed aan hij deed aan wij deden aan jullie deden aan zij deden aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb aangedaan jij hebt aangedaan hij heeft aangedaan wij hebben aangedaan jullie hebben aangedaan zij hebben aangedaan Ankomen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik kom aan jij komt aan hij komt aan wij komen aan jullie komen aan zij komen aan
Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik kwam aan jij kwam aan hij kwam aan wij kwamen aan jullie kwamen aan zij kwamen aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik ben aangekomen jij bent aangekomen hij is aangekomen wij zijn aangekomen jullie zijn aangekomen zij zijn aangekomen
Aflopen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik loop af jij loopt af hij loopt af wij lopen af jullie lopen af zij lopen af Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik loopte af jij loopte af hij loopte af wij loopten af jullie loopten af zij loopten af Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb afgeloopt jij hebt afgeloopt hij heeft afgeloopt wij hebben afgeloopt jullie hebben afgeloopt zij hebben afgeloopt Aanvragen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik vraag aan jij vraagt aan hij vraagt aan wij vragen aan jullie vragen aan zij vragen aan Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik vroeg aan; vraagde aan jij vroeg aan; vraagde aan hij vroeg aan; vraagde aan wij vroegen aan; vraagden aan jullie vroegen aan; vraagden aan zij vroegen aan; vraagden aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb aangevraagd jij hebt aangevraagd hij heeft aangevraagd wij hebben aangevraagd jullie hebben aangevraagd zij hebben aangevraagd Afwassen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik was af jij wast af hij wast af wij wassen af jullie wassen af zij wassen af Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik waste af jij waste af hij waste af wij wasten af jullie wasten af zij wasten af Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb afgewast jij hebt afgewast hij heeft afgewast wij hebben afgewast jullie hebben afgewast zij hebben afgewast bakken Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik bak jij bakt hij bakt wij bakken jullie bakken zij bakken Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik bakte jij bakte hij bakte wij bakten jullie bakten zij bakten Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb gebakken jij hebt gebakken hij heeft gebakken wij hebben gebakken jullie hebben gebakken zij hebben gebakken Beginnen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik begin jij begint hij begint wij beginnen jullie beginnen zij beginnen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik begon jij begon hij begon wij begonnen jullie begonnen zij begonnen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik ben begonnen jij bent begonnen hij is begonnen wij zijn begonnen jullie zijn begonnen zij zijn begonnen Begrijpen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik begrijp jij begrijpt hij begrijpt wij begrijpen jullie begrijpen zij begrijpen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik begreep jij begreep hij begreep wij begrepen jullie begrepen zij begrepen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb begrepen jij hebt begrepen hij heeft begrepen wij hebben begrepen jullie hebben begrepen zij hebben begrepen Behangen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik behang jij behangt hij behangt wij behangen jullie behangen zij behangen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik behangde jij behangde hij behangde wij behangden jullie behangden zij behangden Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb behangd jij hebt behangd hij heeft behangd wij hebben behangd jullie hebben behangd zij hebben behangd Bewegen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik beweeg jij beweegt hij beweegt wij bewegen jullie bewegen zij bewegen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik bewoog jij bewoog hij bewoog wij bewogen jullie bewogen zij bewogen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb bewogen jij hebt bewogen hij heeft bewogen wij hebben bewogen jullie hebben bewogen zij hebben bewogen Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik doe aan jij doet aan hij doet aan wij doen aan jullie doen aan zij doen aan Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik deed aan jij deed aan hij deed aan wij deden aan jullie deden aan zij deden aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb aangedaan jij hebt aangedaan hij heeft aangedaan wij hebben aangedaan jullie hebben aangedaan zij hebben aangedaan Ankomen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik kom aan jij komt aan hij komt aan wij komen aan jullie komen aan zij komen aan
Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik kwam aan jij kwam aan hij kwam aan wij kwamen aan jullie kwamen aan zij kwamen aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik ben aangekomen jij bent aangekomen hij is aangekomen wij zijn aangekomen jullie zijn aangekomen zij zijn aangekomen
Aflopen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik loop af jij loopt af hij loopt af wij lopen af jullie lopen af zij lopen af Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik loopte af jij loopte af hij loopte af wij loopten af jullie loopten af zij loopten af Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb afgeloopt jij hebt afgeloopt hij heeft afgeloopt wij hebben afgeloopt jullie hebben afgeloopt zij hebben afgeloopt Aanvragen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik vraag aan jij vraagt aan hij vraagt aan wij vragen aan jullie vragen aan zij vragen aan Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik vroeg aan; vraagde aan jij vroeg aan; vraagde aan hij vroeg aan; vraagde aan wij vroegen aan; vraagden aan jullie vroegen aan; vraagden aan zij vroegen aan; vraagden aan Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb aangevraagd jij hebt aangevraagd hij heeft aangevraagd wij hebben aangevraagd jullie hebben aangevraagd zij hebben aangevraagd Afwassen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik was af jij wast af hij wast af wij wassen af jullie wassen af zij wassen af Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik waste af jij waste af hij waste af wij wasten af jullie wasten af zij wasten af Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb afgewast jij hebt afgewast hij heeft afgewast wij hebben afgewast jullie hebben afgewast zij hebben afgewast bakken Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik bak jij bakt hij bakt wij bakken jullie bakken zij bakken Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik bakte jij bakte hij bakte wij bakten jullie bakten zij bakten Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb gebakken jij hebt gebakken hij heeft gebakken wij hebben gebakken jullie hebben gebakken zij hebben gebakken Beginnen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik begin jij begint hij begint wij beginnen jullie beginnen zij beginnen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik begon jij begon hij begon wij begonnen jullie begonnen zij begonnen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik ben begonnen jij bent begonnen hij is begonnen wij zijn begonnen jullie zijn begonnen zij zijn begonnen Begrijpen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik begrijp jij begrijpt hij begrijpt wij begrijpen jullie begrijpen zij begrijpen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik begreep jij begreep hij begreep wij begrepen jullie begrepen zij begrepen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb begrepen jij hebt begrepen hij heeft begrepen wij hebben begrepen jullie hebben begrepen zij hebben begrepen Behangen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik behang jij behangt hij behangt wij behangen jullie behangen zij behangen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik behangde jij behangde hij behangde wij behangden jullie behangden zij behangden Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb behangd jij hebt behangd hij heeft behangd wij hebben behangd jullie hebben behangd zij hebben behangd Bewegen Present Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t] ik beweeg jij beweegt hij beweegt wij bewegen jullie bewegen zij bewegen Past Onvoltooid verleden tijd [o v t] ik bewoog jij bewoog hij bewoog wij bewogen jullie bewogen zij bewogen Present Perfect Voltooid tegenwoordige tijd [v t t] ik heb bewogen jij hebt bewogen hij heeft bewogen wij hebben bewogen jullie hebben bewogen zij hebben bewogen
Heel erg bedankt Seydo, Jij weet niet hoeveel mensen je helpt met deze videos.
Dank je wel ❤
Thanky
Dank u wel 👍
@@Best-cd3wy graag gedaan en veel success!
Dank je wel.Ik vind dat heel belangrijk om Nederlands te begrijpen!
Ik ben gék op die video's!
Dit zijn echt nuttig om nederlands te leren!
Bedankt Saydo❤
Graag gedaan
Wooww dit is belangrijk voor mij want volgende maand ik begin 2.1.
Thanky arht respects
Ik vind dat Super
Dank u well 🙏
Conjuncties met gewone hoofdzin :
EN (plus)
Ik kom naar school en ik studeer veel.
Ik kom graag naar LBC en ik leer Nederlands.
MAAR (contradictie)
Ik slaap veel, maar ik ben altijd moe.
Ik studeer veel, maar ik moet Nederlands leren.
OF (keuze)
Ik lees een boek of ik kijk naar TV.
In het weekend bezoek ik vrienden of mijn vrienden mij bezoeken.
WANT (reden)
Ik werk hard, want ik wil rijk worden.
Ik heb geen een vriendelijke buurman/buurvrouw, want helaas mijn buurman heel lawaai maken.
Ook jullie kunnen extra zinnen maken - gebruik je fantasie!
Tankjewel heel veel moj bedanket 👌
Dank u wel meneer voor uw hulp , heel interessant . Volgende maandag ga jk 2.3 beginnen .🤗🌹🌹💐💐🇲🇦🇧🇪
Fatia Bentam veel succes!
Veel succes!
Dank u wel
Dank u wel
Dankje wel
Dank u, mijnheer. Gelieve meer stadia van de Nederlandse taal te publiceren, maar er is een notitie, toon de alineanummers.
Bedankt👍
Graag gedaan
شكرا
Graag gedaan en veel succes!
❤❤❤❤
That is good fore prata nederlend
heel goed
✌🏻
Bedankt!
veel succes
Heel goed bedankt
Graag gedaan
mooi
💚💛🌹
Ujjjuuuuuuu
Aandoen
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik doe aan
jij doet aan
hij doet aan
wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik deed aan
jij deed aan
hij deed aan
wij deden aan
jullie deden aan
zij deden aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb aangedaan
jij hebt aangedaan
hij heeft aangedaan
wij hebben aangedaan
jullie hebben aangedaan
zij hebben aangedaan
Ankomen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik kom aan
jij komt aan
hij komt aan
wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik kwam aan
jij kwam aan
hij kwam aan
wij kwamen aan
jullie kwamen aan
zij kwamen aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik ben aangekomen
jij bent aangekomen
hij is aangekomen
wij zijn aangekomen
jullie zijn aangekomen
zij zijn aangekomen
Aflopen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik loop af
jij loopt af
hij loopt af
wij lopen af
jullie lopen af
zij lopen af
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik loopte af
jij loopte af
hij loopte af
wij loopten af
jullie loopten af
zij loopten af
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb afgeloopt
jij hebt afgeloopt
hij heeft afgeloopt
wij hebben afgeloopt
jullie hebben afgeloopt
zij hebben afgeloopt
Aanvragen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik vraag aan
jij vraagt aan
hij vraagt aan
wij vragen aan
jullie vragen aan
zij vragen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik vroeg aan; vraagde aan
jij vroeg aan; vraagde aan
hij vroeg aan; vraagde aan
wij vroegen aan; vraagden aan
jullie vroegen aan; vraagden aan
zij vroegen aan; vraagden aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb aangevraagd
jij hebt aangevraagd
hij heeft aangevraagd
wij hebben aangevraagd
jullie hebben aangevraagd
zij hebben aangevraagd
Afwassen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik was af
jij wast af
hij wast af
wij wassen af
jullie wassen af
zij wassen af
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik waste af
jij waste af
hij waste af
wij wasten af
jullie wasten af
zij wasten af
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb afgewast
jij hebt afgewast
hij heeft afgewast
wij hebben afgewast
jullie hebben afgewast
zij hebben afgewast
bakken
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik bak
jij bakt
hij bakt
wij bakken
jullie bakken
zij bakken
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik bakte
jij bakte
hij bakte
wij bakten
jullie bakten
zij bakten
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb gebakken
jij hebt gebakken
hij heeft gebakken
wij hebben gebakken
jullie hebben gebakken
zij hebben gebakken
Beginnen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik begin
jij begint
hij begint
wij beginnen
jullie beginnen
zij beginnen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik begon
jij begon
hij begon
wij begonnen
jullie begonnen
zij begonnen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik ben begonnen
jij bent begonnen
hij is begonnen
wij zijn begonnen
jullie zijn begonnen
zij zijn begonnen
Begrijpen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik begrijp
jij begrijpt
hij begrijpt
wij begrijpen
jullie begrijpen
zij begrijpen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik begreep
jij begreep
hij begreep
wij begrepen
jullie begrepen
zij begrepen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb begrepen
jij hebt begrepen
hij heeft begrepen
wij hebben begrepen
jullie hebben begrepen
zij hebben begrepen
Behangen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik behang
jij behangt
hij behangt
wij behangen
jullie behangen
zij behangen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik behangde
jij behangde
hij behangde
wij behangden
jullie behangden
zij behangden
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb behangd
jij hebt behangd
hij heeft behangd
wij hebben behangd
jullie hebben behangd
zij hebben behangd
Bewegen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik beweeg
jij beweegt
hij beweegt
wij bewegen
jullie bewegen
zij bewegen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik bewoog
jij bewoog
hij bewoog
wij bewogen
jullie bewogen
zij bewogen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb bewogen
jij hebt bewogen
hij heeft bewogen
wij hebben bewogen
jullie hebben bewogen
zij hebben bewogen
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik doe aan
jij doet aan
hij doet aan
wij doen aan
jullie doen aan
zij doen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik deed aan
jij deed aan
hij deed aan
wij deden aan
jullie deden aan
zij deden aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb aangedaan
jij hebt aangedaan
hij heeft aangedaan
wij hebben aangedaan
jullie hebben aangedaan
zij hebben aangedaan
Ankomen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik kom aan
jij komt aan
hij komt aan
wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik kwam aan
jij kwam aan
hij kwam aan
wij kwamen aan
jullie kwamen aan
zij kwamen aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik ben aangekomen
jij bent aangekomen
hij is aangekomen
wij zijn aangekomen
jullie zijn aangekomen
zij zijn aangekomen
Aflopen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik loop af
jij loopt af
hij loopt af
wij lopen af
jullie lopen af
zij lopen af
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik loopte af
jij loopte af
hij loopte af
wij loopten af
jullie loopten af
zij loopten af
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb afgeloopt
jij hebt afgeloopt
hij heeft afgeloopt
wij hebben afgeloopt
jullie hebben afgeloopt
zij hebben afgeloopt
Aanvragen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik vraag aan
jij vraagt aan
hij vraagt aan
wij vragen aan
jullie vragen aan
zij vragen aan
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik vroeg aan; vraagde aan
jij vroeg aan; vraagde aan
hij vroeg aan; vraagde aan
wij vroegen aan; vraagden aan
jullie vroegen aan; vraagden aan
zij vroegen aan; vraagden aan
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb aangevraagd
jij hebt aangevraagd
hij heeft aangevraagd
wij hebben aangevraagd
jullie hebben aangevraagd
zij hebben aangevraagd
Afwassen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik was af
jij wast af
hij wast af
wij wassen af
jullie wassen af
zij wassen af
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik waste af
jij waste af
hij waste af
wij wasten af
jullie wasten af
zij wasten af
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb afgewast
jij hebt afgewast
hij heeft afgewast
wij hebben afgewast
jullie hebben afgewast
zij hebben afgewast
bakken
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik bak
jij bakt
hij bakt
wij bakken
jullie bakken
zij bakken
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik bakte
jij bakte
hij bakte
wij bakten
jullie bakten
zij bakten
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb gebakken
jij hebt gebakken
hij heeft gebakken
wij hebben gebakken
jullie hebben gebakken
zij hebben gebakken
Beginnen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik begin
jij begint
hij begint
wij beginnen
jullie beginnen
zij beginnen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik begon
jij begon
hij begon
wij begonnen
jullie begonnen
zij begonnen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik ben begonnen
jij bent begonnen
hij is begonnen
wij zijn begonnen
jullie zijn begonnen
zij zijn begonnen
Begrijpen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik begrijp
jij begrijpt
hij begrijpt
wij begrijpen
jullie begrijpen
zij begrijpen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik begreep
jij begreep
hij begreep
wij begrepen
jullie begrepen
zij begrepen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb begrepen
jij hebt begrepen
hij heeft begrepen
wij hebben begrepen
jullie hebben begrepen
zij hebben begrepen
Behangen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik behang
jij behangt
hij behangt
wij behangen
jullie behangen
zij behangen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik behangde
jij behangde
hij behangde
wij behangden
jullie behangden
zij behangden
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb behangd
jij hebt behangd
hij heeft behangd
wij hebben behangd
jullie hebben behangd
zij hebben behangd
Bewegen
Present
Onvoltooid tegenwoordige tijd [o t t]
ik beweeg
jij beweegt
hij beweegt
wij bewegen
jullie bewegen
zij bewegen
Past
Onvoltooid verleden tijd [o v t]
ik bewoog
jij bewoog
hij bewoog
wij bewogen
jullie bewogen
zij bewogen
Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd [v t t]
ik heb bewogen
jij hebt bewogen
hij heeft bewogen
wij hebben bewogen
jullie hebben bewogen
zij hebben bewogen
Eurt respects that is good fore prata nederlend
Ik confiance belhoucine amina take fore me this shore fore see politikue need good fore my lyfe ney like this ik respect alas
heb je 2.4 video?
th-cam.com/video/1vhscz0d5Ow/w-d-xo.html
Druttdruruft7rfyuyrfruf4fiofototjfotjfftiififtiftiftitftfiiftiftftiftiififuitfuitfuitfuivthivtivhtvhtiivhtivhtihvtitvhitfivtivtivttfiiuftc7y7txxer6erx6xeex66ex7rcy7rcy7rcy77cryyrc7cty7cyt7tfy7ftytfitfi7ftrc77frrc7ucrycury7ctrtr7ctrtc7ex7t65xezw4syzyexeuxeuxexueuuxeurxddxurcugrcugrucgrcgurcgurucgrcugcruycrgucruyucryucryrcuyrcuyrcuxruuxetexterz6erz6wrz6wzr6wrzsx6uuurcurcuxruxd6etxsr6$'€7xrcr7d7rxr77xr7xrtex7te6zte6zr6zet6etuetutcufctfyrcuycrue7tetrudxudxgdudxgudxudrudxudxgduxguxdt7xrxr7xr7t7xrtuxrurxyuxryurxt7txeezr6wr6z6wrz6wr6jfjgfgufccfyufguycrugucryudcdyucufycudyrdy7r7dy7dty7yrdyrd7y7dr7dyrrd7yrd7y7ydruydryruduydrgurcurydrtud7rtdtrdurtdudrtuxdgudxgudryucryucryruycucryuryddry
heb je niveau 3 video?
Ik confiance
Ik confiance that is belhoucine amina take fore me Alas shore
Ik confiance that is need good belhoucine amina take fore me shore fore see image need good fore politikue that is need good ik respects alas thanky
Ik confiance belhoucine amina take fore me big shore
Lütfen ❤
Uujjkkkk
Edffhjjhbvggjkkkkkkjhhhj
Ttttyjiokijhgghhhhhhggggghhhhhhhhghhhhhhhhuui99
Hjjjjjjjjtyyhhhhhujjuuuuiiio
Jjjgguugfffy77ugggijj jiiiuuyiiugy78yt
Abi devam devam
Nj
Joiilliihuu
Yojyoyoogyfyotfoftidti7dtxrudr7xfiitdtdirid7drdr77rsidrgru4y7suxgrix8dyrsiryrdyd8dy9duodut9duttho9utfft9uftutu9f9fticixryiyrxydr88ydrrdyiryditdu8tfoftu9fthohoftithihrcdyr7xgr7rgxrixgcirychticthoochticyttchiictyidr8dyr7st4est7te7s7ets7estste77tse7tes7rxtrxigdryirxyirxiy7tesest77texrxyiiyryrxirxyrdiydryirdy8iyrdiyrs7geu7teutez7ste7ate7eat7efafeuefuuefsueesuuzexjdjdgdxgdjxgdixgdxjgdxgdgxidixgdizgigzefeuzuzfeuzg,jyy,jt.yjterxcrhictiuccry77rtxdguxdgux7cffcyifch8cfy8ctutu8f8uftut8ftyichfichcfihifchimv yljguljyfojyhfo,ntdt,hdt,ndt,dnrd8r7dr7ddd4idtitditidtdihtididtodttdoodhtitdhotdhtduotochdoutodtuhodthohtdtiigrsursturtsrxigfyouftiiuttfutfutfuotfuouotftuooutttfuotfuotchthfotochothtchothotchotfuothoftofutofhtidy5d8tidichtihtciyufeugdxxyrtchiihcyxirtyditucotcuoutcoucttuocoutctchoctuotchochtoftuhctofuotuftotfuotfuuft9tcyiycfiidtytdyitdhiidty
Iyt8fivgvgg8vgbog9ygivhvgovby99bh9by9gy9vguivghighvifhfihc7fcfcufhcufchicfucfhucfucficficgivghighcicghigchicghifth8rdg7ruudxudguegsuesyaeyaefusduxdxdugugxfgxfuxfgjxgffxghcfij vbhicfgfjxjgfxifgxifhdicfhdhtiidhtugrsugdudgsrsg7igfdhfidfdhidhifyidrgidfhdfichfochogocghofthodthihdthditohdtoh8y7srtustegusrixfgfghofgojghfohdtichfkogfjihdt8yrdute66yfyfsugzdjxfbjbcffchknkcgcgnlcgknkcgnigugdsgdusigsdxgdihdfidhfiohcfhcgohfgoohdfjggirigrigrsigsrjxdgsgriugsrigsrugrsigdsgisrigsrgirsgusdgrisgsrigsrigsrigsriigrdifdfidhfdhjihdfhfiddhfihifdhdifhitdigifxhifdhifhifdfhkdhfckhkcfhfkc
Kitap kaynaklarina ulasamayan turkiyedekiler icin cok guzel olmus.devam ederseniz seviniriz.
woordenlijst.org/#/
This belhoucine amina is dangereux take fore me big shour
Aup help belhoucine amina take fore me shore help me
Thanky
Thanky arht respects
Thanky
Thanky
Thanky
Thanky
Thanky