Dat wil ik zeker, maar ik weet niet of het op korte termijn lukt. Wat voor nu wellicht al helpt, is om eens te kijken naar (delen van) de playlist "Economisch Beleid". Het berekenen van het inkomensevenwicht, het principe van de multiplier en inverdien- en uitverdieneffecten zijn voorbeelden van onderwerpen die daar te vinden zijn.
Baten is een ander woord voor opbrengsten. Bij een kosten-batenanalyse vergelijk je alle positieve effecten (van bijvoorbeeld een project) met alle negatieve effecten. Zo kun je het (per saldo) effect op de welvaart inschatten.
Stel dat een consument bereid is om maximaal € 100 voor een product te betalen, terwijl de verkoopprijs € 80 bedraagt. Als hij het product koopt, zijn de kosten € 80. Toch wordt de consument er beter van, want de baten (opbrengsten) zijn € 100 (hij heeft nu een product dat hem € 100 waard is). Daarom ontstaat een consumentensurplus van 100 - 80 = € 20.
Op de website van examenblad staan alle oude examens met de antwoorden. Misschien nog handiger is om in Google de zoektermen "Leiden" "economie" "vwo" en "examen" in te voeren. Het eerste zoekresultaat is een bestand van meer dan duizend pagina's (met de naam "Economie vwo examenbundel") met daarin alle oude eindexamens economie van meer dan twintig jaar. De onderwerpen van Marktresultaat en Overheidsinvloed zijn getoetst vanaf het examen van 2014. Ook zitten de onderwerpen al in de pilot examens vanaf 2010. Het is dan wel even zoeken, maar je vindt behoorlijk wat opgaven zoals "Eieren voor je geld" (2016, tijdvak 2), "Faalt de markt of faalt de overheid?" (2014, tijdvak 1), "Groen of grijs?" (2014, tijdvak 2) of "Vrije huren?" (2011 pilot, tijdvak 1). Hopelijk heb je hier iets aan. Veel succes!
Je moet vier zaken goed kunnen onderscheiden: enerzijds maximale winst bij volkomen concurrentie en bij monopolie, anderzijds surplus bij volkomen concurrentie en bij monopolie. Over elk van die vier onderwerpen heb ik een aparte video gemaakt. Bij een markt van volkomen concurrentie is de aanbieder een hoeveelheidsaanpasser die de prijs niet zelf kan bepalen (hij is geen prijszetter). Als je in zo'n geval de maximale winst gaat berekenen, moet je eerst de evenwichtsprijs bepalen. Dat is de prijs die hoort bij het snijpunt van de vraaglijn en aanbodlijn. Daarna kun je de gevonden evenwichtsprijs P invullen in TO = P•Q en die dan differentiëren om MO te vinden. Dan kun je verder om uiteindelijk de maximale winst te berekenen. Dat is echter niet wat ik in deze video uitleg, want hier gaat het over surplus. Daarom heb ik het verder ook niet over die vervolgstappen en over het differentiëren. In het stukje waar je naar verwijst, leg ik alleen even kort het verschil tussen winst en surplus uit. Hopelijk is die uitleg duidelijk!
![Visual Calculations in Power BI - DAX Made Easy! [Full Course]](http://i.ytimg.com/vi/JITM2iW2uLQ/mqdefault.jpg)
Geweldige video's, duidelijke stem en een zeer goede uitleg. Top, door jou zal ik een voldoende halen maat! Mooi dat je dit doet.
Ah Sep, wat goed om te horen. Heel erg bedankt voor je leuke reactie!
jezus wat een duidelijke uitleg! echt geweldig helder dit, dank u! dit gaat me zeker helpen met beide toetsweek en examen, dank u zeer :)
Van zo'n enthousiaste reactie word ik nou vrolijk! Veel succes met alle toetsen.
Hoi gijs, zou je het boekje economische modellen ook uit willen leggen, dat zou heel erg helpen!!
Dat wil ik zeker, maar ik weet niet of het op korte termijn lukt. Wat voor nu wellicht al helpt, is om eens te kijken naar (delen van) de playlist "Economisch Beleid". Het berekenen van het inkomensevenwicht, het principe van de multiplier en inverdien- en uitverdieneffecten zijn voorbeelden van onderwerpen die daar te vinden zijn.
wat zijn baten? je hebt de baten-kosten analyse maar wat is dat?
Baten is een ander woord voor opbrengsten. Bij een kosten-batenanalyse vergelijk je alle positieve effecten (van bijvoorbeeld een project) met alle negatieve effecten. Zo kun je het (per saldo) effect op de welvaart inschatten.
Wat zijn kosten en baten?
Stel dat een consument bereid is om maximaal € 100 voor een product te betalen, terwijl de verkoopprijs € 80 bedraagt. Als hij het product koopt, zijn de kosten € 80. Toch wordt de consument er beter van, want de baten (opbrengsten) zijn € 100 (hij heeft nu een product dat hem € 100 waard is). Daarom ontstaat een consumentensurplus van 100 - 80 = € 20.
Kent u goede websites met oefenvragen/examenvragen met antwoorden voor marktresultaat en overheidsinvloed?
Op de website van examenblad staan alle oude examens met de antwoorden. Misschien nog handiger is om in Google de zoektermen "Leiden" "economie" "vwo" en "examen" in te voeren. Het eerste zoekresultaat is een bestand van meer dan duizend pagina's (met de naam "Economie vwo examenbundel") met daarin alle oude eindexamens economie van meer dan twintig jaar.
De onderwerpen van Marktresultaat en Overheidsinvloed zijn getoetst vanaf het examen van 2014. Ook zitten de onderwerpen al in de pilot examens vanaf 2010. Het is dan wel even zoeken, maar je vindt behoorlijk wat opgaven zoals "Eieren voor je geld" (2016, tijdvak 2), "Faalt de markt of faalt de overheid?" (2014, tijdvak 1), "Groen of grijs?" (2014, tijdvak 2) of "Vrije huren?" (2011 pilot, tijdvak 1). Hopelijk heb je hier iets aan. Veel succes!
hii, waarom is het op minuut 7:09 niet zo dat je pxq kunt doen en die dan differrentieren?
Je moet vier zaken goed kunnen onderscheiden: enerzijds maximale winst bij volkomen concurrentie en bij monopolie, anderzijds surplus bij volkomen concurrentie en bij monopolie. Over elk van die vier onderwerpen heb ik een aparte video gemaakt.
Bij een markt van volkomen concurrentie is de aanbieder een hoeveelheidsaanpasser die de prijs niet zelf kan bepalen (hij is geen prijszetter). Als je in zo'n geval de maximale winst gaat berekenen, moet je eerst de evenwichtsprijs bepalen. Dat is de prijs die hoort bij het snijpunt van de vraaglijn en aanbodlijn. Daarna kun je de gevonden evenwichtsprijs P invullen in TO = P•Q en die dan differentiëren om MO te vinden. Dan kun je verder om uiteindelijk de maximale winst te berekenen. Dat is echter niet wat ik in deze video uitleg, want hier gaat het over surplus. Daarom heb ik het verder ook niet over die vervolgstappen en over het differentiëren. In het stukje waar je naar verwijst, leg ik alleen even kort het verschil tussen winst en surplus uit. Hopelijk is die uitleg duidelijk!
@@gijsvandenbrekel helemaal duidelijk! danku!
gijs van den brekel> math with menno
Dat is nog eens een compliment, dankjewel!