In mijn ervaring probeert een kind dat uit huis geplaatst is zich (zo goed en zo kwaad als het kan) te hechten aan de nieuwe voogden. Maar het heeft geleerd dat de verzorger kan verdwijnen. Als een kind daarna nogmaals uit huis geplaatst wordt, zal het zich minder hechten aan de tweede, en bij de volgende uithuisplaatsing nog minder. Er komt dan een punt dat een kind het opgeeft zich te hechten. Wat uiteindelijk weer gevolgen heeft in zijn/haar volwassen leven, als zo iemand probeert liefdespartner te worden, of collega te worden van een organisatie.
Ernstige onveiligheid of andere stress in de vroege jeugd waarbij ouders niet tot steun zijn, zet overlevingsmechanismen in het lichaam van het kind in werking die een grote impact hebben op de zich nog ontwikkelende hersenen. Bepaalde verbindingen tussen hersengebieden worden sterker en andere worden juist niet aangelegd. Ook heeft een constante aanwezigheid van cortison een negatief effect op de chemische balans van de cellen. Dit effect is nog sterker als het kind nog in de baarmoeder zit. Angst, stress en andere sterke emoties van de moeder, hebben via de stofjes die het kind via de navelstreng krijgt, veel impact. Dit is de reden waardoor vroeg kinderlijk trauma vooral in het lichaam zit. Het kan zijn dat er geen herinneringen zijn, maar wel ernstig disfunctioneren of chronische ziektes. Hier is veel onderzoek naar gedaan, bv de ACE onderzoeken. Of lees het boek Traumasporen van Bessel van der Kolk
Hoe zit het dan met de uithuisgeplaatste kinderen, die ook nog eens meerdere keren doorgeplaatst worden.
In mijn ervaring probeert een kind dat uit huis geplaatst is zich (zo goed en zo kwaad als het kan) te hechten aan de nieuwe voogden. Maar het heeft geleerd dat de verzorger kan verdwijnen.
Als een kind daarna nogmaals uit huis geplaatst wordt, zal het zich minder hechten aan de tweede, en bij de volgende uithuisplaatsing nog minder. Er komt dan een punt dat een kind het opgeeft zich te hechten.
Wat uiteindelijk weer gevolgen heeft in zijn/haar volwassen leven, als zo iemand probeert liefdespartner te worden, of collega te worden van een organisatie.
Ernstige onveiligheid of andere stress in de vroege jeugd waarbij ouders niet tot steun zijn, zet overlevingsmechanismen in het lichaam van het kind in werking die een grote impact hebben op de zich nog ontwikkelende hersenen. Bepaalde verbindingen tussen hersengebieden worden sterker en andere worden juist niet aangelegd. Ook heeft een constante aanwezigheid van cortison een negatief effect op de chemische balans van de cellen. Dit effect is nog sterker als het kind nog in de baarmoeder zit. Angst, stress en andere sterke emoties van de moeder, hebben via de stofjes die het kind via de navelstreng krijgt, veel impact. Dit is de reden waardoor vroeg kinderlijk trauma vooral in het lichaam zit. Het kan zijn dat er geen herinneringen zijn, maar wel ernstig disfunctioneren of chronische ziektes. Hier is veel onderzoek naar gedaan, bv de ACE onderzoeken. Of lees het boek Traumasporen van Bessel van der Kolk