1. 2. Laat 3. Doctor 4. In de supermarkt/ deze kopen 5. Naar huis 6. Leuk 7. Kip 8. Voet 9. Niet leuk 10. Jassen 11. 12. Een tuin / een zwembed 13. Elke dag 14. Leuk 15. Haar moeder 16. Zwaar / moeilijk 17. Een nieuw huis / verhuizen 18. Een boek 19. Elke dag 20. Een kind 21. Haar hotel 22. Televisie/ naar buiten 23. Een bril 24. Leuk 25. Leuk 26. Saai 27. Niet goed 28. Moeilijk 29. Hebben 30. Koken 31. Naar werk / naar kantoor 32. Koken 33. Zijn week 34. Dak 35. Radio 36.haar werk If you find any mistake then let me know without any hesitation ❤
1. Studeren 2. Te laat 3. Dokter 4. De supermarkt 5. Naar vakantie 6. Goed 7. Kip / soep 8. Hoofd 9. Niet goed 10. Shirt / jas 11. Keuken schoonmaken 12. Groot tuin 13. Verhuizen 14. Leuk 15. Zout 16. Hard 17. Verhuizen 18. Veel boeken 19. Elke dag / graag 20. Een baby / een meisje 21. De supermarkt 22. TV 23. Bril dragen 24. Goed / leuk 25. Goed / leuk 26. Laat naar haar kantoor 27. Niet goed 28. Moeilijk 29. Lezen 30. Koken 31. Schoenenwinkel 32. Bakken 33. Haar reis / haar vakantie 34. Dak 35. Muziek 36. Werken / zijn kantoor
Studeren Laat Dokter De markt Thuis Gezellig Pasta Arm Niet goed Jurken Schoonmaken Tuin Verhuizen Gezellig Boter Zwaar Verhuizen Een boek Elke zaterdag Een baby Het strand De tv Een bril dragen Fijn Spannend Uitstappen Jammer Moeilijk Lezen Koken De winkel Schoonmaken Kinderen Dak Muziek Zijn werk
❤❤
1.
2. Laat
3. Doctor
4. In de supermarkt/ deze kopen
5. Naar huis
6. Leuk
7. Kip
8. Voet
9. Niet leuk
10. Jassen
11.
12. Een tuin / een zwembed
13. Elke dag
14. Leuk
15. Haar moeder
16. Zwaar / moeilijk
17. Een nieuw huis / verhuizen
18. Een boek
19. Elke dag
20. Een kind
21. Haar hotel
22. Televisie/ naar buiten
23. Een bril
24. Leuk
25. Leuk
26. Saai
27. Niet goed
28. Moeilijk
29. Hebben
30. Koken
31. Naar werk / naar kantoor
32. Koken
33. Zijn week
34. Dak
35. Radio
36.haar werk
If you find any mistake then let me know without any hesitation ❤
👍
We should say for men “zijn”, for women “haar”
1. Studeren
2. Te laat
3. Dokter
4. De supermarkt
5. Naar vakantie
6. Goed
7. Kip / soep
8. Hoofd
9. Niet goed
10. Shirt / jas
11. Keuken schoonmaken
12. Groot tuin
13. Verhuizen
14. Leuk
15. Zout
16. Hard
17. Verhuizen
18. Veel boeken
19. Elke dag / graag
20. Een baby / een meisje
21. De supermarkt
22. TV
23. Bril dragen
24. Goed / leuk
25. Goed / leuk
26. Laat naar haar kantoor
27. Niet goed
28. Moeilijk
29. Lezen
30. Koken
31. Schoenenwinkel
32. Bakken
33. Haar reis / haar vakantie
34. Dak
35. Muziek
36. Werken / zijn kantoor
Studeren
Laat
Dokter
De markt
Thuis
Gezellig
Pasta
Arm
Niet goed
Jurken
Schoonmaken
Tuin
Verhuizen
Gezellig
Boter
Zwaar
Verhuizen
Een boek
Elke zaterdag
Een baby
Het strand
De tv
Een bril dragen
Fijn
Spannend
Uitstappen
Jammer
Moeilijk
Lezen
Koken
De winkel
Schoonmaken
Kinderen
Dak
Muziek
Zijn werk