4. Is ‘individueel en definitief verworven rechten’ ten dode opgeschreven na WAP?
ฝัง
- เผยแพร่เมื่อ 24 ม.ค. 2025
- Is ‘individueel en definitief verworven rechten’ ten dode opgeschreven na WAP?Ik begrijp dat het verschil in belastingdruk toch aanzienlijk is, enerzijds tussen het principe inzake taxatie van periodieke uitkeringen en de uitzondering in geval van individueel en definitief verworven rechten met name 3% van het prijsgegeven kapitaal, afzonderlijk getaxeerd aan 27%. Ik kan mij inbeelden dat de belastingdienst zich toch wel verzet tegen die gunstige taxatie?
Inderdaad, dat is zo. De belastingdienst is zich al die jaren blijven verzetten, ondanks die vaststaande rechtspraak. Die rechtspraak op zichzelf is niet geëvolueerd. Die is altijd gebleven wat hij is en is positief voor de belastingplichtige. Toch blijft de Belgische belastingdienst zich daartegen verzetten, wat merkwaardig is. Als we even naar de historiek kijken, dan zien we dat men telkens toch weer het geweer van schouder heeft veranderd wat betreft de argumenten. Ik herinner me dat meer dan 10 jaar geleden de onbeschikbaarheid tot de leeftijd van 65 jaar als dusdanig een breekpunt was voor de belastingdienst. Men vond dat die onbeschikbaarheid voldoende was om aan te tonen dat er geen sprake was van verworven rechten. Maar men heeft dat dus toch wel verloren, ook door dat cassatie-arrest van november 2009 destijds, waarbij cassatie heel nadrukkelijk gesteld en bevestigd heeft dat het feit dat men zich ertoe verbindt om te wachten tot de pensioenleeftijd om een bepaald inkomen te betrekken, dat dat op zichzelf geen aantasting is van het principe van verworven recht. Dat is enkel een modaliteit van de uitkering als dusdanig. Dat is toch wel vrij sterk.
Nederlands pensioenfonds
Dan natuurlijk het tweede grote argument dat ondertussen ook is achterhaald, de stelling dat indien er sprake is van een collectief pensioenplan, denk bijvoorbeeld aan een Nederlands pensioenfonds, dat men dan stelde dat in de mate dat het een collectief pensioenplan betreft, je eigenlijk niet kan stellen dat het gaat om een individueel verworven recht. Maar dat is ook buiten de waard gerekend, want u moet niet vergeten dat het ook in Nederland zo is dat iedere deelnemer aan een pensioenplan eigenlijk het recht heeft om ieder jaar te weten wat de waarde is van de reserves, van de gestorte premies in dat pensioenplan op ieder moment. Dit is dus op dat moment wel degelijk geïndividualiseerd, het is geen collectieve verdeling. Het is een individuele bepaling van de rechten van iedereen.
Retroactieve werking WAP
De laatste jaren is de belastingdienst opnieuw met een ander argument naar boven gekomen. Dat is het argument van de WAP, de Wet op Aanvullende Pensioenen, die voorzien heeft dat er ook verworven rechten in België bestaan, zowel voor werknemers als voor bedrijfsleiders, dus zelfstandige mandatarissen. Men zou hierdoor eigenlijk niet meer kunnen stellen dat er nog sprake is van individueel en definitief verworven rechten in vergelijking met het buitenland. Het probleem wat we daar zien op dit moment is een zeer specifiek probleem. De belastingadministratie wil deze wet, die in werking is getreden op 1 januari 2004, met retroactieve werking gaan toepassen op Nederlandse pensioenregelingen. Daar is bij herhaling nu al gesteld door hoven en rechtbanken dat dat niet kan, want het is een aantasting van de werking in de tijd van een wet. En zonder wet is er geen belasting natuurlijk. Met als gevolg dat de belastingdienst ook daar niet zijn slag heeft thuisgehaald. Het arrest van 29 juni 2016 van het Hof van Beroep in Brussel is een zeer duidelijk arrest op dat vlak. Hierin is gesteld dat de retroactieve werking van de WAP, als die er al zou kunnen zijn, dat die absoluut uitgesloten is als dusdanig.
Is de theorie van de ‘individueel en definitief verworven rechten’ ten dode opgeschreven na de WAP? Ik wil zeggen de Nederlandse pensioenen die opgebouwd zijn na 2004?
Dat is inderdaad een vraag die men zich kan stellen en die waarschijnlijk ook opgeworpen kan worden door de belastingdienst in recentere zaken die voor de Rechtbank van Eerste Aanleg of voor het Hof van Beroep komen. Ook daar zijn wij de mening toegedaan dat dat niet het geval is. Ik weet wel dat er in de rechtsleer heel veel stemmen over op gaan dat het inderdaad het einde van de stelling van de individueel en definitief verworven rechten zou zijn, de invoering van de WAP.
Maar wij zijn het daar eigenlijk niet mee eens. En waarom is dat? Omdat de bepalingen waaraan de verworven rechten zijn opgehangen in België ten voordele van werknemers en bedrijfsleiders, dat die zich eigenlijk specifiek toespitsen op de Belgische werkgeverssituatie of Belgische vennootschappen. Ik wijs meer bepaald naar artikel 59 en 195 van ons Wetboek Inkomstenbelastingen.