Kolgans, Anser albirons, Greater White-fronted Goose, وزة غراء, Sakarca kazı, Ánsar careto.
ฝัง
- เผยแพร่เมื่อ 8 ก.พ. 2025
- Kolganzen in beeld en geluid. De kolgans is te herkennen aan de grote witte kring rond zijn snavel. De volwassen kolgans heeft ook zwarte, onregelmatige strepen op de borst. Vanuit Groenland en Rusland, waar deze ganzen broeden, keren ze elke winter in november terug naar hun vaste stekkie in Nederland om te overwinteren. In groten getale blijven de kolganzen tot en met maart in ons land. Hier in de buurt van Steenwijkerwold, Overijssel.
Kolgans, Anser albirons, Greater White-fronted Goose, وزة غراء, Sakarca kazı , אווז לבן מצח, Ánsar careto, Blässgans, Oie rieuse.
Verwijs ook naar:
Kolgans in vogelvlucht • Brandgans, Branta leuc...
Kolgans in Nederland-ganzenland • Kolgans en brandgans i...
Kolgans, Anser albifrons, herkennen • Recognise the Barnacle...
Greater White-fronted Geese in image and sound. The Greater White-fronted Goose can be recognised by the great white circle around its beak. The adult Greater White-fronted Goose also has black, irregular stripes on the chest. From Greenland and Russia, where these geese breed, they return each winter in november to the Netherlands to hibernate. These Greater White-fronted Geese remain in large numbers until March in the Netherlands. Here the Greater White-fronted Geese near Steenwijkerwold, Overijssel, province of the Netherlands.
Notice also:
Greater White-fronted Goose in flight • Brandgans, Branta leuc...
Greater White-fronted Goose in Geese-Land in winter • Kolgans en brandgans i...
Recognise the Greater White-fronted Goose, Anser albifrons • Recognise the Barnacle...
WEDEROM SLECHT BROEDSEIZOEN VOOR DE KOLGANS 31-10-2016 SOVON
Opnieuw zijn veel Kolganzen zonder jongen uit de Russische toendra teruggekeerd, zo blijkt uit eerste tellingen na de massale aankomst eind september. Paren die wel succesvol waren hebben doorgaans één of twee jongen.
Eerste leeftijdstellingen van groepen Kolganzen in
Fryslân, langs de IJssel en aan de Niederrhein in Duitsland laten zien dat een
kleine 10% van de groepen uit jonge vogels bestaat. Veel paren hebben helemaal
geen jongen, en paren die wel succesvol waren hebben doorgaans 1 of 2 jongen
bij zich (resp. 56 en 26% van de gecontroleerde families). Een dergelijk laag
aandeel jongen in de populatie werd ook vorig seizoen al vastgesteld (11,6%).
Het past bij een tendens die al rond 1995 is ingezet en wijst op een
structurele daling van het broedsucces bij de Kolgans. Het jongenpercentage
zoals dat tot nu toe dit najaar is vastgesteld, behoort tot de laagste vijf
sinds 1960. Door deze aanhoudend slechte broedjaren zal ook de populatie als
geheel waarschijnlijk kleiner zijn dan een aantal jaren geleden, maar het zal
enige tijd duren voordat we dit via een optelsom van internationale tellingen
kunnen laten zien.
WARME ZOMER EN PARASIETEN?
Het is nog niet bekend welke oorzaken schuilgaan achter de slechte broedresultaten
in de zomer van 2016. Uit verschillende delen van het Russische broedgebied
kwamen de afgelopen zomer berichten over uitzonderlijk warme
weersomstandigheden, wat je in eerste instantie wellicht eerder met een
potentieel goed broedseizoen zou associëren. Bij een Duits/Nederlands/Russische
expeditie op het eiland Kolguyev in de Barentsz Zee, begin augustus, bleek
echter dat 15-20% van de gevangen jonge Kolganzen last hadden van mijten (of
een andere ektoparasiet). Deze jongen hadden slecht uitgegroeide en deels
misvormde vliegveren. Gezien hun toestand achtten de onderzoekers ter plaatse
het onwaarschijnlijk dat dergelijke vogels de kuikenfase hebben overleefd.
BROEDSUCCES VASTSTELLEN IN DE WINTER
De gegevens zoals die hier worden gepresenteerd zijn mogelijk doordat bij ganzen
(en zwanen) de families door de winter heen intact blijven en de jonge vogels
heel goed van de volwassen vogels zijn te onderscheiden. Door heel precies met
een telescoop groepen ganzen individueel op jonge en volwassen vogels te tellen
krijg je dus een heel goed beeld van het broedsucces in de voorbije zomer, zonder
dat je de moeilijke reis naar bijv. de Russische toendra hoeft te ondernemen.
In Nederland beschikken we voor enkele soorten al sinds de jaren zestig over
dergelijke tellingen. Ze maken inzichtelijk hoe het broedsucces in de loop van
de tijd verandert. Gecombineerd met gegevens van de vele aflezingen van
geringde vogels stelt het ons in staat om te doorgronden welke factoren
schuilgaan achter de waargenomen aantalsveranderingen.
Tekst: Kees Koffijberg,
Sovon Vogelonderzoek Nederland. www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/wederom-slecht-broedseizoen-voor-de-kolgans